Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nu moet je eens luisteren... (1948)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nu moet je eens luisteren...
Afbeelding van Nu moet je eens luisteren...Toon afbeelding van titelpagina van Nu moet je eens luisteren...

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.81 MB)

Scans (48.27 MB)

XML (0.08 MB)

tekstbestand






Illustrator

Rie Reinderhoff



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nu moet je eens luisteren...

(1948)–G. Gilhuis-Smitskamp–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 48]
[p. 48]

Van een jongetje, dat moeder niet wilde helpen

PIMMETJE IS EEN DIKKE JONGEN VAN VIJF JAAR.

Hij heeft een blond kuifje en blauwe ogen. Maar die ogen lijken nu haast wel zwart. Want Pimmetje is boos, heel boos.

Pimmetje is boos, omdat hij moeder moet helpen. Hij moet het speelgoed opruimen en de snippers oprapen. En Pimmetje heeft geen zin. Anders wil hij altijd wel graag moeders knechtje zijn. Maar vandaag wil Pimmetje heel de dag tekenen in het nieuwe kleurboek. Dat kleurboek heeft hij van oom Kees gekregen. Er staan bloemen in, en vogels, en heel mooie figuren.

‘Pim!’ roept moeder uit de keuken, ‘ben je al klaar? Moeder komt tafeldekken.’

Pimmetje bromt. Heel langzaam raapt hij de snippers op, één voor één. Maar hij moet nog méér voor moeder doen. Hij moet de stoelen bij de tafel schuiven en de slabbetjes neerleggen. En dan moet hij vader gaan roepen, op de studeerkamer.

Pimmetje bromt al maar door. Maar niemand hoort het, alleen kleine Nannie in de wieg. Ze ligt op haar ruggetje en maakt geluidjes. ‘Prrr, ta-ta-ta-, prrr - -’

‘Ja,’ zegt Pimmetje boos, ‘jij maakt maar pret. Jij hoeft nooit wat te doen, je hebt een lekker lui leventje.’



illustratie

Hij kijkt in de wieg. Kleine Nannie grijpt met haar handjes naar Pim's kuif.

‘Jij hoeft nooit wat te doen,’ zucht Pimmetje weer. ‘Jij hoeft je 's morgens niet zelf aan te kleden, en niet je tanden te poetsen met die nare harde tandenborstel. En je hoeft je kousen niet zelf aan te trekken, dat is zo moeilijk. En nooit hoef je je eigen speelgoed op te ruimen, of moeder te helpen. Ik wou dat ìk nog zo klein was als jij.’

‘Ta-ta-ta,’ babbelt Nannie, en ze lacht tegen

[pagina 49]
[p. 49]

Pimmetje. Maar Pimmetje is veel te boos om terug te lachen.

 

Nu is het avond. Pimmetje ligt in bed. Hij probeert altijd om lang wakker te blijven. Maar het duurt maar heel eventjes, of Pimmetje's ogen vallen toe. Hij slaapt.

En dan gaat Pimmetje dromen.

Pimmetje ziet in zijn droom de huiskamer. Vader en moeder zitten aan de tafel, en grote zus Joke, en Bram en Jan. Maar waar is Pimmetje nu zelf?

Uit de hoek van de kamer komt een geluidje. ‘Ta-ta-ta, prrr-prrr.’ O wacht, daar staat de wieg. Maar in die wieg ligt Nannie niet. In die wieg ligt.... Pimmetje zèlf! Nu is gebeurd wat Pimmetje zo graag wilde, nu is hij weer een kleine baby geworden.

‘Wat eten we, Moeder?’ hoort Pimmetje vader vragen.

Moeder licht een deksel van een schaal op. ‘Knolraapjes met gehakt,’ zegt ze, ‘en appelkoekjes toe.’

‘Fijn, raapjes!’ wil Pimmetje roepen, want daar houdt hij juist zo erg veel van. Maar uit de wieg komt altijd maar hetzelfde geluidje.

Daar komt moeder aan. Ze neemt Pimmetje op haar schoot. Zal hij nu lekker mee mogen eten?

Maar moeder neemt een flesje vol melk, en stopt het speentje in Pimmetje's mond.

‘Bah,’ wil hij roepen, ‘die nare melk! Waarom krijg ik geen knolraapjes met aardappels?’ Hij duwt de fles opzij. Maar moeder pakt hem stevig beet. En tot de laatste druppel toe moet Pimmetje de fles leegdrinken.

Als de anderen appelkoekjes krijgen, ligt hij alweer in de wieg. ‘Ik nog een, ik nog een, moes!’ roept Bram. Wat ruiken die appelkoekjes heerlijk!

Pimmetje gaat huilen. ‘Zou het kleintje slaap hebben, Moeder?’ vraagt vader.

‘Ik denk het wel,’ zegt moeder, ‘'k zal hem gauw in de andere kamer zetten.’

Ja, daar ligt Pimmetje nu heel alleen in de zijkamer. En daar blijft hij de hele middag liggen. Hij hoort hoe Joke en Bram en Jan door de

[pagina 50]
[p. 50]

gang hollen. Ze gaan buiten spelen. 's Middags krijgen ze van moeder elk een dikke appel.

Moeder haalt Pimmetje even uit de wieg, en geeft hem een beschuitje met tomatensap. Pimmetje trekt er een lelijk gezicht tegen. Maar hij moet het schoteltje tot het laatste hapje toe leegeten.

Daar komt vader binnen. ‘Moeder, ik neem de jongens even mee voor een boodschap. Ga je soms ook mee, met Pimmetje in de kinderwagen?’

‘Nee,’ zegt moeder, ‘'t waait te veel voor Pimmetje, hij is nog zo klein. Maar weet je wat, laat ik zelf even mee gaan. Trijntje is in de keuken aan 't strijken, die kan wel op Pimmetje passen.’

‘Ik wil mee, ik wil óók mee,’ huilt Pimmetje. Maar niemand begrijpt wat hij zegt. En even later is hij nog alleen in de stille kamer.

Nu wordt het toch al te erg. Pimmetje schreeuwt zo hard hij maar kan. Hij probeert zich op te tillen, om uit de wieg te klimmen. Zijn ene been heeft hij al over de rand. En dan - bòns! Met een smak valt Pimmetje uit zijn bed.

En nu is hij tegelijk wakker. ‘Moeder, Moeder!’ roept hij schreiend.

Daar is moeder al.

‘Wat nou?’ zegt ze, ‘ben je uit bed gevallen? Malle jongen, je hebt zeker zo liggen woelen!’

Ze neemt Pimmetje mee naar de grote slaapkamer, en geeft hem een slokje water. ‘Je hebt zeker gedroomd,’ zegt moeder, ‘en toen viel je in je slaap uit bed. Ga nu maar weer lekker in 't hoekje liggen, hoor jongen.’

Pimmetje ligt weer stil in zijn hoekje. Hij is nog een beetje geschrokken. Maar toch moet hij ook lachen om die vreemde droom. Hè, gelukkig is hij geen baby meer! Het is toch helemaal niet leuk, om altijd maar zo stil in de wieg te moeten liggen. Het is veel plezieriger om lekker rond te kunnen lopen, en.... moeder wat te helpen.

‘Morgen,’ denkt Pimmetje, ‘morgen zal ik weer moeders knechtje zijn, morgen....’

En dan slaapt Pimmetje in.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken