Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Metamorphosis naturalis (1660)

Informatie terzijde

Titelpagina van Metamorphosis naturalis
Afbeelding van Metamorphosis naturalisToon afbeelding van titelpagina van Metamorphosis naturalis

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.35 MB)

ebook (8.61 MB)

XML (0.18 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/biologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Metamorphosis naturalis

(1660)–J. Goedaert–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Ofte historische beschryvinghe vanden oirspronk, aerd, eygenschappen ende vreemde veranderinghen der wormen, rupsen, maeden, vliegen, witjens, byen, motten ende dierghelijcke dierkens meer


Vorige Volgende

I. Ondervindinge.

DE Rupse Ga naar voetnoota afgebeeldt by letter A. (welcke ick om van andere te on-

[pagina 16]
[p. 16]

derscheyden, den Egel-rups noeme) heeft haren oirspronck uyt het saedt dat de paeuw-ooge (van welcke hier onder gewagh gemaeckt wert) set op de tweede soorte vande groote brantnetels, in het Latijn Vrtica genaempt. Dit kruydt schijnt een verwarmende kracht te hebben, door-dien het aen-geraeckt zijnde, door sijn kleine doorenkens die op de bladeren staen, de handt seer doet ontsteecken, ende met puysten of bladderkens op-loopen: welck ongemack versacht ende weg-genomen wert, indien-men de plaets des brandts ende pijne vrijft met het sap dat uyt gras geperst wort.

Dese Rupse heb ick ghevanghen den 14 Mey, 1635. ende onderhouden met netel-bladeren tot den 11 Junii des selfden jaers; doen heeft sy

[pagina 17]
[p. 17]

haer tot de Ga naar voetnootb veranderinghe gheset, maeckende het achterste eynde vande veranderinghe seer vast, met den kop nederwaerts hanghende, als te sien is by letter B.

[pagina 18]
[p. 18]

Dese vertooninge duyrde den tijt van negen-thien dagen, als doen quam daer uyt een schoone vier gevleugelde Ga naar voetnootc Paeuw-oog, gelijck in dese mede-gaende figuyre aen-gewesen wort, by de letter C.

Als dese Paeu-oogh eerst voort-quam uyt haere veranderinge, waren haere vleughelen even als nat papier

[pagina 19]
[p. 19]

gestelt waer uyt eenige druppelkens waeter vloeyden: doch (dat mijns oordeels wonderlick was, en op-merckens waerdich) sy wierden inden tijt van een half quartier van een uyr volkomentlick stijf, uyt-gespannen, ende bequaem om daer mede te vlieghen.

Het voedtsel dat dese ghemelde Paeuw-oogh ghebruyckt, is suycker ende verscheyden soorten van soetigheden, doch insonderheydt den honingh, diese van de bloemen weten te haelen: en boven al beminnen sy seer bedorven freuyt, om welck sy tegen malkanderen dickmael vechten.

Sy verberghen haer des Winters inde Schoor-steenen der landtlieden, uyt welcke ick de selfde somtijts met sterck vyer te stoocken, hebbe doen te voorschijn komen. Oock onthou-

[pagina 20]
[p. 20]

den sy haer dickmael inde holle boomen.

voetnoota
De rupsen zyn sommighe ruych ende hayrich, welcke meest fenynigh geacht worden; sommige glat gelijck de Zyd-wormen ende andere. Ende hoewelse seer groote schaede doen aen de boomen, soo zynse echter seer dienstigh om veelderley gevogelte te voeden, Somtijts komen veelderley soorten van Rupsen in sulcken grooten menichie voort, datter by-na geen loof van haer overigh gelaten wort: waerom sy oock een heyr Godts ghenaempt werden, waer door seer groote schade den menschen toe-gebracht wert. Joel. 1.4. Wat de Rupse heeft overgelaten, heeft den Sprinckhaen af-gegeten, ende wat de Sprinckhaen heeft overgelaten, heeft den Kever af-gegeten, ende wat de Kever heeft overgelaten, heeft den Kruyd-worm afgegeten. c. 2.25. alsoo sal ick u lieden de jaren vergelden die den sprinc-haen, de kever, ende de kruyd-worm, ende de rupse heeft af-gegeten: mijn groot heyr dat ick onder u gesonden hebbe, Siet Amos. 4.9. &c,
voetnootb
Alle Rupsen die eenigh spindsel uyt haer selven voort-brengen, na datse sich daer in verborgen hebben, soo krijgen sy een geheel andere gedaente danse te vooren gehadt hebben. Want te voor warense sacht, aten, bewogen haer van d'een plaets na d'ander ende hadden pooten; maer na datse sich in haer spindsel tot veranderinge geset hebben, so en sietmen in haer geen beweginge, dan alleen alsmen die aen-raeckt, sy en eten niet, worden harder, ende men worter geen pooten aen gewaer. Siet Aldrovandum lib. 2 de insectis cap. 5. uyt dese veranderingen komen daerna verscheyden ghedaenten van papiliones die wy witjens of boter-kapellen noemen.
'tGene sich inde gemelde veranderinge vertoont eer daer de papiliones uyt voort-komen, hebben de oude genaempt chrysalides ende aurelias, om datse somtijts het coleur van goud vertoonen; hoewel der oock zyn die wit, groen, of van andere coleuren gevonden worden. Wy noemense in het gemeen uyltgiens, hoewelse seer verschillen in haere gedaente. Doch gemeenelick vertoonen sy het fatsoen van een kindt dat inde luyren gewonden is, met hoornkens, ende gelijck als met een myter op den kop. Aldrov. ibidem.
voetnootc
Daer zyn seer veel soorten van papiliones of boter-kapellekens, waer van te sien is by Aldrov. Mouffetus, Jonstonus ende andere. Eenige vliegen by nachte diese Phalaenas noemen, andere vliegen inden dach. Beyde beminnen seer het licht, gene dat des nachts, dese dat des daeghs sich vertoont. Die by nachte vliegen, vertoonen sich dickmael ontrent de brandende kaersen, lampen, of eenige andere lichten: ja vliegen somtijts daer in, ende worden verbrant. By dese worden niet sonder reden vergheleken de gene die door onmatige liefde tot de wellust, of spijse ende dranck, haer selven bederven. Of oock die al te nieuws-gierich zijn om de Goddelicke geheymenissen te onder-soecken: want God woont in een ontoeganckelick licht, ende veel eer souden wy vanden glants sijner heerlickheyt verslonden worden, dan sijn geheymen ende onnaspeurelicke volmaecktheden uyt te vinden.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken