Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Metamorphosis naturalis (1660)

Informatie terzijde

Titelpagina van Metamorphosis naturalis
Afbeelding van Metamorphosis naturalisToon afbeelding van titelpagina van Metamorphosis naturalis

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.35 MB)

ebook (8.61 MB)

XML (0.18 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/biologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Metamorphosis naturalis

(1660)–J. Goedaert–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Ofte historische beschryvinghe vanden oirspronk, aerd, eygenschappen ende vreemde veranderinghen der wormen, rupsen, maeden, vliegen, witjens, byen, motten ende dierghelijcke dierkens meer


Vorige Volgende

LXXVIII. Veranderinge.

DEsen worm heb ick gevangen op den twee-en-twintichsten Augusti 1659 en wort van velen ghenaempt den Rob-worm, doch so my dunckt ten onrechten, want de rob-wormen zijn graeuw ende sonder pooten, maer dese is meest wit, ende met pooten. Daerom wort hy met meerder reden vande Land-luyden genaempt den Kooren-worm, om dat hy inde kooren-landen groote schaede doet, door dien hy de wortelkens vande terwe af-eet; hoewel hy oock daer-en-boven inde hoven ende boom-gaerden dickmael ghevonden wert.

[pagina 148]
[p. 148]

lck heb desen worm een gansch jaer in een glasen flesse met aerde bewaert, werpende daer in eenig saedt, 'twelck op-ghecomen zijnde, bevondt t' savonds by de kaers, dat als doen den gemelden worm boven quam, ende het loof op-at vande morsus gallinae dat witte bloemkens draeght, (want daer is een ander slach, dat roode bloemkens geeft,) welckers saedt ick in het gemelde glas geworpen hadde.

Na dat desen worm wel gegeten hadde kroop hy weder inde aerde, wort inden dagh selden of noyt boven de aerde bespeurt, ende eet niet alleen het loof maer de wortelkens der kruyden. Na dat dese wormen genoech geëten hebben, ende tot haren volkomen wasdom gecomen zijn, so begeven sy sich na een hooghe en

[pagina 149]
[p. 149]

drooghe plaets, die niet veel geroert en wort, het zy inde boomgaerden, aende kanten der zaey-landen of elders, om haer tot ruste ende veranderinge te schicken.

Desen worm heeft haren oirspronck uyt het saedt vande dieren die wy hier molenaers noemen, om datse de toppen vande jonge scheuten ende uytterste bladeren der perse-boomen, abrykosen, keersen, willige-boomen, pruymen, popelieren ende haeselaer geern eten, ende die weten te vermalen ende te verbrijselen. Inde heylige Schrift wordense kevers ghenaempt, ende by de Fransen hanatons.

Dese molenaers worden wy op de boomen ghemeenelick ghewaer inde Mey maent, alser voor haer bequaem loof ende spijse gevonden wort. Blij-

[pagina 150]
[p. 150]

ven boven de aerde ontrent den tijdt van twee maenden of wat meer, van Mey tot Julius, ende blijven voorts onder de aerde verborghen neghen maenden sonder eenige spijse te nutten; ende liggen so stil als of sy doot waren, maer met een warme handt aen-geroert zijnde beginnen haer dadelick te roeren, gelijck ick dickmael by eyghen ervarentheydt bevonden hebbe; als mede, datmen die onder de aerde niet en vint twee by malkanderen, maer elck alleen.

Eer dese wormen inde ghemelde molenaers veranderen so zijnse over de vier jaeren oudt. Den worm hier inde nevens-gaende plaete afgebeeldt heeft haer tot veranderinge gheset op den derden September 1658 welcke veranderinge in het midden der plaet-

[pagina *123]
[p. *123]


illustratie

[pagina 151]
[p. 151]

te vertoont wort; ende in Mey 1659 is den molenaer daer uyt ghekomen, die onder aen inde plaete af-gebeelt staet. Dese molenaers blijven langen tijt leven alse maer des Somers in haren tijt eten konnen krijghen, ende des Winters vande koude mogen bevrijdt wesen. Uyt insicht van sijnen oirspronck machmen desen worm den molenaers-worm noemen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken