Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Metamorphosis et historia naturalis insectorum. Pars secunda (1667)

Informatie terzijde

Titelpagina van Metamorphosis et historia naturalis insectorum. Pars secunda
Afbeelding van Metamorphosis et historia naturalis insectorum. Pars secundaToon afbeelding van titelpagina van Metamorphosis et historia naturalis insectorum. Pars secunda

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.84 MB)

ebook (6.51 MB)

XML (0.26 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/biologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Metamorphosis et historia naturalis insectorum. Pars secunda

(1667)–J. Goedaert–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 36]
[p. 36]

12. Ondervindinge.

DEze zoorte van kleine Rupszen vind men gemeenlijk in de Appel, -Peer-en-Keersze-bloeizels, en doen daar veel-tijts groote schade in: zy en zijn ook niet ligtelijk daar uit te drijven, dan door grooten regen: kouwd' en hitte konnen zy wel verdragen, en weten haar daar wonderlijk wel van te bewaren, dat zy haar niet en beschadigen; op dat hare spijze niet en zouwde op-droogen door de hitte van de Zonne, maar vogtig blijven, spinnen zy daar bladeren voor: zy eten gemeenlijk 's morgens en 's avonds, in de koelte: en dat eten duurt ontrent 14. dagen.

Met vogtigen mist en wind nemen zy haar begin, en beschadigen de ge-

[pagina 37]
[p. 37]

zeide bloeizels grootelijks; ja zy zijn der, als een etende kanker, in. De Stoffe, waar uit zy voort-komen, en bestaan, is een vogtige mist, dewelke door de hitte vande Zonne, en wermte, die in de boomen is, gekoestert zijnde, haar tot levendige Wormen maakt, die de Land-lieden den Wolf noemen. Gelijk men ziet, dat den Honig-dauw aan de Terwe groote schade doet, en dat zy haar in het stroo in-dringt, de uiterste basten op-eet, en van binnen alles swart maakt; zoo schadelik is ook deze mist, daar deze Wolf uit komt; want zy eet het herte van het bloeizel uit.

Op den 20. van Bloei-maand zetted'haar deze Rupze, om van gedaante verandert te worden; en daar quam den 18. van den volgenden Braak-

[pagina 38]
[p. 38]

-maand een bruin Uiltjen uit, het welk, geduirende ontrent den tijd van 2. uren, zeer stil zat, en als nu zijn vleugels stijf, en droog geworden waren, liet het een druppeltjen klaar water uit zijn agter-lijf vallen (gelijk de Muggen ook doen) en doen begon't te vliegen.

Deze Uiltjes vind men 's morgens vroug op den Appel-bloiezel, den dauw en vogtigheid daar van zuigende, en 's winters in de stallen, ende schuuren, alwaar zy haar voor de kouwde verbergen. Zy zijn ook zeer vreezagtig; als men haar aan-raakt, zoo verplaatzen zy haar wel, maar zy en vliegen niet weg, ten zy dat men haar te veel quelt. Dezen Worm draagt van ouwds her den Naam van den Wolf.

[pagina *13]
[p. *13]


illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken