Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Metamorphosis et historia naturalis insectorum. Pars tertia et ultima (1669)

Informatie terzijde

Titelpagina van Metamorphosis et historia naturalis insectorum. Pars tertia et ultima
Afbeelding van Metamorphosis et historia naturalis insectorum. Pars tertia et ultimaToon afbeelding van titelpagina van Metamorphosis et historia naturalis insectorum. Pars tertia et ultima

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.96 MB)

ebook (4.65 MB)

XML (0.17 MB)

tekstbestand






Editeur

Joannes de Mey



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/biologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Metamorphosis et historia naturalis insectorum. Pars tertia et ultima

(1669)–J. Goedaert–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Van de Wormen.

UYt alderley saken komen Wormen voort, als daer zijn alderley Dieren soo kleene als groote, Visschen: uyt alle soorten van boomen, aerdt-gewassen, vruchten, kruyden, ende in alderley deelen der selfde, als bloeysel, bladeren, zaedt, wortelen ende soo voorts. De Wormen worden ook voort-gebracht in ende tusschen de gerren ende minste openin-

[pagina 96]
[p. 96]

gen welcke in de harde steenen ende metallen gevonden worden. Item, in azijn, verlegen sneeuw, &c. Uyt de terwe ende ander koorn komen dikmael in een seer korten tijt ontelbare duysenden van Wormen, insonderheyt soo het niet wel droogh op-gedaen is. Aldrovandus heeft ondervonden dat inde Wormen die uyt de lichamen der levende Menschen komen, noch andere Wormen gevonden worden.

De oude Boecken worden van sekere kleene Wormkens dieder uyt voort-komen, gelijck de kleederen van de Motten, verteert. In de Cypressen worden de Wormen verhindert te komen door de bitterheydt ende stercken reuck: Insgelijks in de Ceder-boomen, door de sterken reuk

[pagina 97]
[p. 97]

ende verdroogende kracht diese hebben, waer doorse de doode lichamen voor verrottinghe bewaren, ende in teghendeel het sachte vleesch der levende lichamen bederven, de selfde sonder pijne uyt-droogende. Den Specht jaeght seer neerstelijck na de Wormen die inde boomen groeyen, ende kloppende met sijnen Beck, kan hy uyt het geluydt wel onderscheyden, offer Wormen in sitten ofte niet, ende of de boomen alreede van binnen eenighsins door de Wormen uyt-geholt zijn. Niet alleen inde aerde ende de locht, maer oock op ende in de wateren, worden menige ontelbare Dierkens gevonden, ende in alderley saecken die de Menschen gebruycken selfs oock tot spijs ende drank; soo datter dikmael veelderley

[pagina 98]
[p. 98]

Dierkens, welcke men noch sien noch merken kan, inde lichamen der Menschen ingenomen worden, selfs ook door den adem; want de locht siet men dikmael krielen van een ontelbare menigte van seer kleene Dierkens, welcke met de locht worden in-gehaelt, ende behalven de Dierkens die men eenighsins kan sien ofte bemercken, zijnder ontwijffelijck noch menige andere in alderley saken die men niet sien en kan dan door vergroot-glasen, gelijck elders aengewesen is. Uyt dese ongedierkens die in pestilentiale tijden ende andere ongelegentheden, d'een tijt min ende op een ander tijdt meer ghevonden worden, konnen al veel siekten ende ongemacken ontstaen, waer van men de naeste oorsaken niet wel kan uyt-

[pagina 99]
[p. 99]

vinden. Op de staende wateren siet men dickmael eenighe seer kleene swarte ronde Beestkens, welcke seer snellijk ende byna altoos op de wateren bewogen worden. In sommige wateren zijn kleene Bloet-suygertjes welke door hare kleenheyt niet ghesien en worden, ende somtijdts van Menschen ende Beesten in het drincken, in het lichaem genomen worden; ende Galenus maekt ergens indachtigh, dat men in de ghene die bloedt spuygen, waer van de oorsake niet en blijckt, op dese Dierkens behoort acht te nemen. Inde heete wateren welcke op vele plaetsen gevonden worden, zijn mede Wormen, welcke buyten de selfde niet en konnen leven.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken