Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het boek van de mooiste kinder- en volkssprookjes (1874)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het boek van de mooiste kinder- en volkssprookjes
Afbeelding van Het boek van de mooiste kinder- en volkssprookjesToon afbeelding van titelpagina van Het boek van de mooiste kinder- en volkssprookjes

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.82 MB)

Scans (58.36 MB)

ebook (10.69 MB)

XML (0.59 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

sprookje(s)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het boek van de mooiste kinder- en volkssprookjes

(1874)–J.J.A. Goeverneur–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 150]
[p. 150]

De graaf als vogel.

In een klein stadje diep in Bohemen woonde een recht tevreden en gelukkig huisgezin. Lise, het eenig kind, was een verstandig meisje, dat vlijtig leerde, hare ouders tot vreugde was en al vroeg veel kundigheden verwierf. Zoo lang de vader leefde, was Lise ijverig met naald en schaar in de weer, vooral tegen dat een jaardag kwam en zij hare goede ouders ergens mee wou verrassen. Toen dacht Lise nog weinig, dat er eens een tijd zou komen, dat zij aan hare naald alles te danken zou hebben. En toch kwam die tijd maar al te spoedig. Een wreede oorlog verwoestte het land en werd door eene boosaardige ziekte gevolgd. Woeste krijgslieden plunderden het huis en sleepten alles, wat waarde had, mee voort. Nauwelijks waren de beroofden eenigszins van den schrik bekomen, of daar wierp de booze ziekte den vader op het krankbed en bracht hem spoedig in het graf. Diep bedroefd stond de moeder met de eenige, nu twaalfjarige dochter bij het lijk van den trouwen verzorger en wrong radeloos de handen. Maar met handen wringen komt men niet verder; zij moest de handen roeren, om voor zich en haar kind aan brood te komen. Dit begreep en deed zij dan ook. De menschen in het stadje kenden haar als eene godsdienstige, brave en arbeidzame vrouw, en zoo had zij dan ook al spoedig werk gevonden. Zij en hare Lise leverden het fijnste en netste naai- en borduurwerk in 't gansche stadje, en dat werd aanvankelijk ook redelijk goed betaald. Ongelukkig was dat echter tot levensonderhoud op den duur niet voldoende en moest men dus al spoedig de geringe spaarpenningen aantasten. En die strekten niet lang. De nood werd nog erger, toen de moeder de koorts kreeg en bij den dag hare krachten voelde afnemen. Onvermoeid werkte Lise bij het bed der lieve zieke; als deze eens een uurtje sluimerde, hanteerde zij met verdubbelden ijver de naald, om toch maar weer een stuk af te krijgen. Maar al hare vlijt was niet meer toereikend, om in de toenemende behoeften te voorzien. Ook dokter en apotheker moesten betaald worden; en daar de kooplieden spoedig merkten, in wat dringenden nood het arme kind verkeerde, beknibbelden zij haar nog voortdurend in haar loon, in plaats van door hare bleeke wangen en gezwollen oogen tot medelijden bewogen te worden. Dikwijls, als de arme kleine den ganschen nacht bij hare lijdende moeder gewaakt had, vond de morgen haar reeds weer bij haar werk, en of 't hoofd haar al klopte en de oogen haar brandden, toch naaide zij onverdroten steek op steek. Maar dat alles hielp niet. Stuk voor stuk werd verkocht, zonder dat er verbetering in haar toestand kwam. Zonder morren verdroeg Lise haar hard lot en

[pagina 151]
[p. 151]

was overgelukkig als zij hare moeder maar soms eenige verlichting kon verschaffen.

Zoo geheel zonder vriend was het meisje echter nog niet. Schoon vroegere bekenden en vrienden haar in haar ongeluk trotsch en koel den rug hadden toegekeerd, toch was er nog een oud man, die haar met raad en troost trouw ter zijde stond. Deze oude was echter ongelukkig zoo arm, dat hij zich zelf vaak moeielijk wist te redden. Hij kon haar derhalve alleen met raad en niet met de daad helpen. Zijne trouwhartige toespraak had Lise al dikwijls opgebeurd, en als het arme meisje zich niet wilde laten troosten, dan kwam wel soms

illustratie
‘Neen, gij zijt niet alleen.’


een kleine vogel op haar venster pikken. Deed zij nu het raam open, dan vloog dat vogeltje zonder vrees in de kamer, kwam voor haar op tafel zitten en keek haar met heldere, vriendelijke oogjes aan. Lise kreeg spoedig hart voor dat lieve diertje en hield het broodkruimels voor, die het haar dan uit de hand oppikte. Zoo verstreken weken en maanden; de moeder werd bij den dag zwakker en ook de nood nam toe. Met roodbeschreide oogen zat Lise weer eens aan het raam en naaide. Daar werd op de ruit gepikt; het meisje deed open en het vogeltje kwam binnen vliegen. 't Keek zijn jonge vriendin zoo lief en vertrouwelijk aan, alsof het zeggen wou:
[pagina 152]
[p. 152]

‘Schrei toch niet zoo, lieve; de goede God verlaat niemand en zal ook u niet verlaten.’ 't Scheen echter wel, dat Lise ditmaal de taal zijner oogen niet verstond, want zij zeide, het vogeltje zachtjes aaiende: ‘Vandaag kan ik u niets, geen enkel kruimeltje geven, mijn lieve dier. Ik heb zelf in twee dagen geen beet over de lippen gehad.’ Hierop vloog de vogel weg, maar kwam spoedig terug en droeg eenige blinkende gele korrels in den bek. Deze legde hij op de vensterbank en toen verdween hij weer. Lise bekeek de steenharde, helder blinkende kogeltjes; maar daar ze niet wist, wat zij er mee doen zou, legde ze die in haar werkdoosje en sloot dit toe.

Eenige dagen later stierf Lise's moeder, en de oude vriend, die vroeger goudsmid was geweest, kwam in het kamertje, om zijne hulp aan te bieden. Nu bracht het vogeltje andermaal van die gele korreltjes, die het weer op de vensterbank legde. Lise liet die aan haar ouden vriend zien, die verbaasd opkeek en riep: ‘Wel, lieve tijd, dat is goud, goed, echt, zuiver, onvervalscht goud! Geluk er mee, mijn lieve kind, want nu zijt ge rijk en behoeft niet meer te arbeiden.’ - Toen Lise nu de welbewaarde doos met de overige korrels voor den dag haalde, was de verbazing van den ouden goudsmid nog grooter. ‘Dat is een schat!’ riep hij. ‘Nu zijt ge voor altijd geborgen, lieve kind, en behoeft geen prinses te benijden.’ Hij ging heen en verkocht al het goud; maar Lise wierp zich bij het lijk van de moeder neer, bedekte haar bleek gezicht met kussen en tranen, en riep snikkend: ‘Ach, zoo ge nu nog in leven waart, dan zou u niets ontbreken, lieve moeder; maar nu ben ik alleen, heel alleen, en heb niemand, niemand, om lief te hebben. Wat zal ik nu met mijn geld, wat met al mijn rijkdom doen?’ - ‘Neen, gij zijt niet alleen,’ riep eene stem achter haar, en toen zij verschrikt omkeek, zag zij daar een jong beeldschoon man staan. Nu werd zij nog wel eens zoo angstig en bevreesd. Maar de vreemde sprak: ‘Wees niet bang, lief kind; maar ik ben uw vriend en wil uw beschermer zijn. Al lang ken ik u en weet u en uwe deugden naar waarde te schatten. Ik ben graaf Arthur en heb mijne goederen hier in den omtrek. Een goedige fee schonk mij bij mijne geboorte het vermogen, om mij zelf, waar en wanneer ik maar wilde, in een vogel te veranderen. Om eene echtgenoote te zoeken, die, vroom, edel en huiselijk gezind, mij een gelukkig leven kon beloven, maakte ik van de mij verleende gave gebruik. Zoo leerde ik ook u, uw liefderijk hart, uwe lijdzaamheid en al uwe stille deugden kennen, terwijl ik bij anderen slechts huichelarij en trotschheid, praalzucht en vertooning vond. Daarom moet gij dan nu ook mijne lieve gade worden.’ - En zoo gebeurde het ook. Toen het rouwjaar om was, haalde hij Lise naar zijn slot af, waar zij gelukkig samen leefden en een zegen voor alle armen in den omtrek werden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken