Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten en rijmen (1836)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten en rijmen
Afbeelding van Gedichten en rijmenToon afbeelding van titelpagina van Gedichten en rijmen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.56 MB)

ebook (2.96 MB)

XML (0.19 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten en rijmen

(1836)–J.J.A. Goeverneur–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 137]
[p. 137]

De oogst.

 
't Is Oogsttijd. Ginds, in 't donker woud verscholen,
 
Bespiedt de Dood met gierig oog het veld;
 
Reeds heeft zijn hand de zeis omkneld,
 
Geen rijpende aar blijft voor zijn oog verholen.
 
 
 
't Is Oogsttijd. Zie hem grijnzend nader treden;
 
Hij heft den arm, en de aren vallen neêr,
 
Zijn buit vermêert zich meer en meer,
 
En halm bij halm zinkt, van zijn hand doorsneden.
 
 
 
't Is Oogsttijd. Hoor die doffe toonen klinken
 
Als donderknal, vermengd met windgefluit;
 
Dat is de juichtoon, dien hij uit,
 
Bij 't zien des roofs, dien hij deed nederzinken.
 
 
[pagina 138]
[p. 138]
 
't Is Oogsttijd. Zie.... maar in het nachtlijk duister
 
Verflaauwt zijn beeld, verdwijnt in 't ver verschiet,
 
Zijn korts zoo juichend zegelied
 
Sterft weg in naauwlijks hoorbaar spookgefluister.
 
 
 
't Was Oogsttijd. Maar, moog 'k nu nog 't hoofd verheffen,
 
In volle kracht mij wortlen in deze aard,
 
Misschien heeft hij mij thans gespaard,
 
Om morgen des te zekerder te treffen.
 
 
 
't Was Oogsttijd. Maar, schoon nu mijn oog onttogen,
 
De Dood keert weêr, misschien bij 't rijzend licht;
 
Geen halm blijft veilig voor zijn schicht,
 
Niet één, één aar ontgaat zijn zoekende oogen.
 
 
 
't Zal Oogsttijd zijn. Eens velt hij mij ter aarde,
 
Eens rukt zijn hand mij van den stengel af,
 
Eens sluit hij mij in 't duister graf,
 
En ik herkiem, een zaad van ed'ler waarde.
 
 
 
Bij d' Oogsttijd ligt die kiem in mij verborgen,
 
Die kiem van bloei en eindelooze kracht:
 
Dan vel me, o Dood! na korten nacht
 
Volgt immers licht, volgt immers de eeuw'ge morgen.
 
 
[pagina 139]
[p. 139]
 
't Zal Oogsttijd zijn.... Welk denkbeeld doet mij beven?
 
Eens rukt zijn hand mij van den stengel af,
 
Dan.... zou hij me ook, als nutloos kaf,
 
't Verslindend vuur te grage prooije geven? -
 
 
 
't Zal Oogsttijd zijn! - ô Denkbeeld, dat nu beven
 
En sidd'ren doet, dan troost in leed en smart,
 
O blijf steeds leven in mijn hart,
 
O blijf mij bij, wat me immer moog' begeven.
 
 
 
't Zal Oogsttijd zijn! Nu dient de kiem geschoten;
 
Een korte poos.... reeds is de zicht gewet,
 
Het kaf wordt aan een zij gezet,
 
En 't nieuwe zaad schiet jonge, frissche loten!

Bivouac bij Bautersem,

11 Aug. 1831.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken