Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De kleine snapper (1877)

Informatie terzijde

Titelpagina van De kleine snapper
Afbeelding van De kleine snapperToon afbeelding van titelpagina van De kleine snapper

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.67 MB)

Scans (3.79 MB)

ebook (3.40 MB)

XML (0.03 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De kleine snapper

(1877)–J.J.A. Goeverneur–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

De twee Goudvischjes.

Op eene vensterbank stond eene groote glazen kom. Zij had beneden een breed houten voetstuk, waarop zij vaststond. Boven echter had zij eene wijde, ronde glazen klok, en deze glazen klok was met water gevuld.

In die glazen klok waren twee goudvischjes. De beide vischjes waren het eene precies zoo groot als het andere. Beide hadden heel

[pagina 10]
[p. 10]

mooie gouden kleedjes aan. Als nu de lieve zon op de glazen klok scheen, flikkerden die gouden kleedjes zoo sterk, dat men de oogen haast wel toeknijpen moest.

Wie die prachtige goudvischjes zag, dacht bij zichzelf: ‘Dat zijn zeker twee broertjes, want ze lijken sprekend op elkaar.’

De beide vischjes schenen elkaar werkelijk ook als twee broers lief te hebben. Waar het eene heen zwom, zwom ook het ander na. Dook het eene naar den bodem der glazen klok, dan volgde terstond het andere. Kwam het eene naar boven, om daar een weinigje lucht te scheppen, dan deed het ander dat ook. Soms echter stonden beide doodstil en hielden hunne bekjes dicht bij elkaar. En dat leek net, alsof het een het ander kuste. Als het avond werd, daalden beide naar den bodem der glazen klok neer. Daar gingen zij dicht naast elkander liggen. Een poosje bewogen zij hunne roode staartjes nog heen en weer. Misschien vertelden de diertjes elkaar nog, wat zij dien dag al zoo gezien en beleefd hadden. Eindelijk echter stonden de staartjes stil, want de goudvischjes waren ingeslapen.

Waarvan leefden dan nu die goudvischjes overdag?

Ei, daar kwam alle morgen de kleine Marie en wierp kruimeltjes beschuit en brokjes ouwel in de glazen klok. Dat was ontbijt en middageten voor de goudvischjes. Marietje was altijd blij, als alle twee boven kwamen en de kruimels wegsnapten en inslikten.

Zoo hadden de goudvischjes het dan heel goed in hun kleinen vijver. Het eene verdreef het andere den tijd. Beide waren vroolijk en monter.

Dit zou evenwel niet altijd zoo blijven.

Toen het weer eens herfst werd, begon het eene goudvischje te sukkelen. Het vrat niet meer. Het deed de oogen maar half open. Het zwom nog maar langzaam in het glas heen en weer. Eindelijk kwam

[pagina 11]
[p. 11]

het in het geheel niet meer in de hoogte, maar bleef van den morgen tot den avond stil op den bodem. En dat duurde drie dagen lang zoo. Op den vierden dag echter dreef het vischje boven op het water op den rug en was - dood.

Daar kwam nu het andere goudvischje en zwom treurig om het doode broertje rond. Ook drukte het zijn kopje tegen het doode broertje aan, als om te luisteren, of het broertje dan heelemaal niet meer ademhaalde. Het stiet ook gedurig met zijn kopje tegen het doode goudvischje alsof het vragen wou: ‘Zijt ge dan wezenlijk dood, mijn lieve broertje?’

Kort daarna kwam Marietje. Zij schreide, toen zij het doode diertje zag. Zij haalde het uit het water en begroef het in den tuin.

Nu was het andere goudvischje heelemaal alleen. Treurig zwom het heen en weer. Het treurde om het doode broertje. Van toen af hapte het naar geen een beschuitkruimeltje meer. En op den derden dag was het ook dood.

Zóó lief had het zijn broertje gehad.



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken