Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Uit het wonderland (1916)

Informatie terzijde

Titelpagina van Uit het wonderland
Afbeelding van Uit het wonderlandToon afbeelding van titelpagina van Uit het wonderland

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.70 MB)

Scans (10.24 MB)

ebook (6.69 MB)

XML (0.17 MB)

tekstbestand






Illustrator

G. Wildschut



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Uit het wonderland

(1916)–J.J.A. Goeverneur–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 99]
[p. 99]

De jokkebrok.

Kleine Frans had van zijn vader een tik op de vingers gekregen, omdat hij gelogen had. ‘Nu wil ik niet langer in huis blijven!’ zei Frans bij zichzelf, en hij liep het veld op en van het veld naar het bosch. Het duurde echter niet lang, of hij kreeg honger. ‘Och, had ik toch maar wat te eten!’ riep hij zoo hard, dat de vogels op de boomen 't hoorden. Toen riep een raaf van boven uit een boom: ‘Ga nog honderd stappen verder; daar staan van de allermooiste aardbeien.’ - Frans ging nog honderd stappen verder; maar daar stonden alleen maar boomen, en op den grond was niets dan geel zand te zien. ‘Waar zijn dan nu de aardbeien?’ vroeg Frans, en de raaf, die hem achterna was gevlogen, schaterde van lachen. ‘Jij jokkebrok! jij leugenaar!’ riep Frans. - ‘Ben jij zelf dan ook niet een leugenaar?’ vroeg de raaf. De honger werd al erger, en onze kleine man begon te huilen. ‘Dat spijt mij,’ riep de raaf; ‘maar ik wil je helpen. Er staat een appelboom in het bosch waaronder kostelijke appels liggen. Ik wil je den boom wijzen. Ik vlieg vooruit; kom me maar na.’

De knaap volgde de raaf; doch deze bracht hem niet bij een appelboom, maar bij een berkeboom. ‘Waar zijn nu de appels?’ vroeg Frans. ‘'k Zie anders niet dan roeden aan den boom, en die smaken niet zoo lekker als appels. Dat heb ik al dikwijls ondervonden.’ Toen

[pagina 100]
[p. 100]

schaterde de raaf het weer uit van lachen; en Frans riep weer: ‘Jij jokkebrok! jij leugenaar!’ - ‘Ben jij dan zelf niet ook een leugenaar?’ vroeg de raaf.

Daar stond Frans nu en wist niet waarheen, want hij was van den weg afgeraakt. ‘Och, hoe zal ik nu weer uit het bosch komen?’ riep hij. - ‘Den weg wil ik je wel wijzen,’ kraste de raaf; ‘kom mij maar na!’ En Frans kwam na en stond op eens voor een breede sloot, waar hij niet over kon. De vogel echter vloog er over heen en ging aan den overkant op een boom zitten. ‘Nu kom!’ riep hij; maar Frans kon niet; want het water was diep en breed. De raaf lachte weer hartelijk, terwijl de knaap niet wist, wat hij aanvangen moest. ‘Jij jokkebrok! jij leugenaar!’ riep Frans weer. - ‘Ben jij zelf dan niet ook een leugenaar, broertje?’ vroeg de raaf.

Daar stond Frans nu, en 't werd al donker en hij werd bang en benauwd in het bosch. ‘Nu begint het toch tijd te worden, dat je naar huis komt,’ zei de raaf; ‘kom, nu zal ik je heusch en eerlijk den rechten weg wijzen.’

‘Neen; ik geloof je niet meer,’ riep Frans huilend.

‘Gelooft men jou dan, als je wat zegt?’ vroeg de raaf.

De knaap schaamde zich en zweeg. ‘Ja, 't is waar,’ dacht hij; ‘het liegen is leelijk en ik wil 't ook nooit weer doen.’

‘Kom!’ riep de raaf.

‘Neen!’ zei Frans.

In zijn verlegenheid, wat hij nu doen moest, werd hij thans wakker en merkte, dat hij in zijn bedje lag.

‘O, wat ben ik blij, dat het maar een droom was!’ riep hij; ‘maar jokken wil ik stellig nooit weer, opdat

[pagina 101]
[p. 101]

de menschen niet zeggen: Ge liegt als een raaf.’

En hij heeft ook niet weer gelogen, maar altijd de waarheid gezegd, en de ouders hebben nog veel vreugde van hun Frans beleefd.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken