Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De poësy van de geest en deugtryke juffrouw G. Gordon de Graeuw (1710)

Informatie terzijde

Titelpagina van De poësy van de geest en deugtryke juffrouw G. Gordon de Graeuw
Afbeelding van De poësy van de geest en deugtryke juffrouw G. Gordon de GraeuwToon afbeelding van titelpagina van De poësy van de geest en deugtryke juffrouw G. Gordon de Graeuw

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.29 MB)

ebook (3.09 MB)

XML (0.59 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De poësy van de geest en deugtryke juffrouw G. Gordon de Graeuw

(1710)–Geertruijd Gordon de Graeuw–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 31]
[p. 31]

Besluyt en toepassing.

 
OP dat ik dan bepaal in 't kort,
 
'T geen God tot u niet min als my seyt;
 
1. Erken uw staat: 2. Betoon uw vryheid
 
Dats 't al, dat ons geboden wort:
 
Maar van hoe grooten, uyt-gestrektheid!
 
Is hier in schets nu voor-geset,
 
'T geen ons de wond'ren van Gods Wet,
 
Te sien geeft in haar onbevlektheid.
 
Ga naar voetnoot*Volmaakte wet! die 't oog verligt
 
De ziel bekeert, maakt wys den slegten:
 
Koom hier gy zielen! merkt ten regten,
 
Ga naar voetnoot†Uw aan-geboren aan-gesigt;
 
Niet na het vlees, na d'eersten Adam:
 
Weg, weg daar meê; dat is geweest:
 
Maar soo ons God door sijnen Geest
 
Herschiep in Jesus, die hem na quam.
 
Dees herten-spiegel die niet vleyt,
 
In uwen staat en pligt 't ontdecken;
 
Stelt u ten toon uw schennis vlecken,
 
Van stêge ongehoorsaamheid:
 
Sooge ongeloovig en ondankbaar
 
Ontkent, veragt, het Heyl uws Gods,
 
Vergeet den grond-slag des gebods,
 
En houd die snoode munt voor gankbaar,
 
Van uwes selfs geregtigheid,
 
Ga naar voetnoot‡(De slag-veer uwer Gods-dienst pligten,)
 
Voor uwen Schepper op te rigten:
 
Ten hoon van sijne Majesteyt.
 
Ik swyg van sporeloose slagen;
 
Waar van sig ook een Heyden schaam:
 
'T is sonde selver, dat den naam
 
Van deugt tot uwent wert gedragen.
[pagina 32]
[p. 32]
 
Waar in dog kan uw deugt bestaan,
 
Die nog ondeugsaam segt te wesen?
 
Ga naar voetnootaWaar sag-men druyf van doornen lesen?
 
Kan slaaf als slaaf in vryheid staan?
 
Ontwaak, sie toe; hoe nauw dit luystert;
 
Ga naar voetnootbGod eyscht geloof, voor alle werk:
 
Op dat de ziel zig dus versterk,
 
Van 't vlees beset, aan 't vlees gekluystert:
 
De beste zielen die 't begin
 
Ga naar voetnootcDes deugts erkennen, haar gegeven
 
Van God, om na sijn Wet te leven,
 
Niet stuks-wys maar met vollen sin,
 
Bevinden nogtans in haar leden,
 
Een wet die met d'erkentenis,
 
Van haare vryheid strydig is,
 
En haar verrast tot overtreden:
 
En tegens dese geen verset
 
Voor 't overromp'len, als 't bespringen;
 
En redding van dees struykelingen,
 
Als d'onderwerping aan Gods Wet:
 
Die met haar vryheid t'onderstellen.
 
(Gelijk Jehova is haar God,)
 
In 't pit en kragt van elk gebod,
 
Het oordeel tegen 't vlees sal vellen;
 
Om haar te heffen boven 't vlees,
 
'K meen 't vleeslijk oordel, Satans spinsel:
 
Want uyt dat vals vervloekt beginsel,
 
Ontstaat de schuld, 't verwyt en vrees.
 
'T verstand van 't vlees, dat steeds wil werken
 
Tot wel-zyn, niet uyt dankbaarheid,
 
Wort middag-klaar ten toon geleid,
 
Aan die Gods Wet, Ga naar voetnootd soo 't hoort bemerken.
 
De sonde en sondelijken aart
 
Wort dus ontdekt, en wy gedreven,
 
Te vaster Christus aan te kleven
[pagina 33]
[p. 33]
 
Regtvaardig door 't Geloof verklaart:
 
En om de levendige trecken
 
Te toonen van Gods Even-Beeldt;
 
Waar na we sijn vernieuwt, herstelt,
 
Sal dit tot hand-geley dan strekken.
 
God die in sijnen Soon besat
 
Een vol vernoegen; en sijn werken
 
Gebruyckte, op dat wy 't souden merken;
 
En houd niets voor sijn Beeld, als dat
 
Wy onse volheid in dien Soone
 
Erkennen tot geregtigheid;
 
En wat wy zyn in heyligheid,
 
Door onse daden steeds vertoonen:
 
Dat is het vyer, waar mee Gods Geest
 
Ons aansteekt; liefde, om de waarheid
 
'T ontdekken in haar eygen klaarheid,
 
Die eerst verborgen is geweest:
 
Haar Schildery, was selfs haar deksel,
 
Op Sinaï aan Israël;
 
Maar, ô! aanbiddelik bestel!
 
Nu sienwe sonder over-trecksel
 
Dees selve wet, in 't grond bewerp
 
Ontleed gevat, en voor-gedragen;
 
Om God (niet menschen) te behagen,
 
Die soo haar predikt, preektse scherp:
 
Als 't woord, dat d'innerlijkste deelen
 
Van 't hert doorsnyd, daar 't ingank vind;
 
En die bewindselen verslind,
 
Die 't wortel-quaad voor 't oog verheelen:
 
Dees Wet soo suyver voor-gestelt,
 
Toont dat de Leere der genade,
 
Geen open laat voor lust ten quade;
 
Als die ons deugt en vryheid spelt.
 
Die Geest maakt levend, daar de letter
 
De dooden vast houd in de dood:
 
Een wan-gebruyk thans laas! soo groot,
[pagina 34]
[p. 34]
 
Dat selfs den bitt'ren naam van Ketter
 
Een ziele, die haar God bemint,
 
En die hier derft de waarheid spreeken,
 
Soo staande-voets wort aan-gestreeken
 
Van 't gros der menschen steeg, en blindt.
 
Maar blinde, sta; hoor eens! waar heenen
 
Laat gy u dryven? in de gragt?
 
Wat heeft u Jesus aan gebragt?
 
Is sijn genâ vergeefs verscheenen?
 
Hoe duur sal u den Christen naam
 
Nog staan, gedagvaart voor Gods oordeel!
 
Blyft gy versaaken 't regt en voordeel
 
Dat bond-genooten Gods betaamt!
 
Gods Wet, is aan Gods volk gegeven
 
Aan Gods verlosten anders geen:
 
Erkent gy ook u vry? soo neen,
 
Hoe kunt gy na Gods Wet dan leven?
 
Ga naar voetnoot*Gy zyt aan sijn geregtigheid
 
Niet onderworpen; uw gewisse
 
Blaast dreyging ter verdoemenisse
 
Wat schim, wat spook van Christenheid
 
G'omhelst de schaduw, en laat vaaren
 
De saak, en let niet eens op 't end,
 
Ik roep u toe; ik bidd' u; wend,
 
En koom tot luystren, en bedaaren:
 
Hoor wat Jehovaas Wet uw segt;
 
Daar aan moet gy geloove geven:
 
Dan wort-se 't rigt-snoer van uw leven,
 
Als Christen, wettig en met regt.
voetnoot*
Ps. XIX. 8, 9.
voetnoot†
Jac. I. 23-25. 2. Cor. V. 16, 17.
voetnoot‡
Rom. X. 3.
voetnoota
Matt. VII. 16. Gal. V. 1.
voetnootb
Rom. IV. 5.
voetnootc
Rom. VII. 22, 23.
voetnootd
Vrage van de Catechismus, 115.
voetnoot*
Rom. X. 3.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken