Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De poësy van de geest en deugtryke juffrouw G. Gordon de Graeuw (1710)

Informatie terzijde

Titelpagina van De poësy van de geest en deugtryke juffrouw G. Gordon de Graeuw
Afbeelding van De poësy van de geest en deugtryke juffrouw G. Gordon de GraeuwToon afbeelding van titelpagina van De poësy van de geest en deugtryke juffrouw G. Gordon de Graeuw

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.29 MB)

ebook (3.09 MB)

XML (0.59 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De poësy van de geest en deugtryke juffrouw G. Gordon de Graeuw

(1710)–Geertruijd Gordon de Graeuw–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Aan myn Dogter Barbara de Grauw gesegt Batenburg.

 
GEdenk myn kind tot aller tyd,
 
Dat God u heeft syn Soon tot Hoofd en Heer gegeven;
 
En dat gy dus verschuldigt zyt
 
Door die erkentenis voor Hem, tot Hem te leven:
 
Uw Schepper leyde in uwen Doop,
 
(Die nette Schildery tot uwer onderrigting)
 
Een onlosbindelijken knoop
 
Op uwe ziele, tot vertroosting en verpligting:
 
De beyde deelen van 't Verbond,
 
Dat God genadig met den mensch in Christus maakte,
 
Die eer 't gebouw der weereld stond,
 
Als Borg en Soens-man, met syn hert tot God genaakte;
 
Uw Doop dan, eerst vertoont u 't Badt
 
Waar in gy zyt gesmoort, gewekt, en dus gewassen;
 
Daar na vermaantse u sterk; op dat
 
Gy leeft gelijk een lid van Christus komt te passen.
 
Want gy niet enk'lijk, volgens last
 
Der Dryheid zyt Gedoopt om los daer op te roemen;
 
Maar, (bind dat op uw herte vast)
 
Om Vader Soon en Geest betaamelijk te noemen:
 
Met dat het Zout der Christlijkheid,
 
Besprenk'lend al uw doen, sig door uw gansche leven
 
Gelijk een Eed'len geur verspreid,
 
Die uwen Naasten maant God in u Eer te geven.
[pagina 225]
[p. 225]
 
Dat Heylig vuur moet over al
 
'T zy 't voor of tegens gaat, sig levendig vertoonen;
 
Soo blykt in allerley geval
 
Dat Christus in ons woont, schoon wy in 't vlees nog woonen.
 
'T Geeft ruymte van den slender-sleur
 
Ontdaan te zyn, en dus de kinder-plak ontwassen;
 
Maar daarom hebt gy minder keur,
 
U door den drift van 't vlees te laten los verrassen:
 
Het sneeg bevat is niet genoeg
 
Der Vryheid, die ons God heeft in syn Soon geschonken;
 
Maar datmen neerstig daar by voeg,
 
Deugt door 't Geloof, hier toe wil ik uw Geest ontvonken:
 
Daar toe dient ernst en vlyt besteed,
 
Om soo voor and'ren ons belydenis te sterken;
 
Een mensch die deese dingen weet,
 
Is Zaalig (segt Gods Soon) komt hy die uyt te wercken:
 
Ik agt, als 't op een nypen gaat,
 
Van nood, en dood, dat God uw Hert zal troost toe-meeten,
 
Nae datge in meer of minder maat
 
Gelooft hebt, en gedaan, 't geen door u is geweeten.
 
'K sta toe den dienst van Man en Kind
 
Dat die wel slommer kan voor hand en herssens baaren,
 
En lastig heel veel tyds verslind:
 
Maar leert uw hert voor u in rust by God, bewaaren.
 
Woon by u selven 't aller stond;
 
En beurt het u den Boog t'ontspannen, 't zy hoe selden,
 
Voor wilde praatjens sluyt uw mond,
 
Gy hebt geen tong als om Gods Deugden te vermelden.
 
Schoon datmen in gemaakt gelaat,
 
Niet by de menschen hoeft als fym'lend af te steeken,
 
Gy toont waar toe uw hert uytgaat
 
Door zedig swygen daarmen niet met vrugt kan spreken.
 
Ga naar voetnoot*Soo blyk die sagt' en stillen geest,
 
Het regte ciersel dat geduursaam is van binnen;
 
Steeds kostelijk voor God geweest,
[pagina 226]
[p. 226]
 
Om Zielen sonder woord te locken en te winnen.
 
Og! laat geen voorspoed, die u vleid
 
Nog vrees voor tegenspoed u sling'ren nog verrucken,
 
Want's weereld sorg en ydelheid,
 
Zyn 't die den wasdom van Gods woord in 't hert verdrucken.
 
Maar laat uw Doop, ik seg, uw Doop
 
Die u als Christen merkt, u steeds staan sterk voor oogen,
 
Om in Geloof, en Liefd', en Hoop,
 
Te wand'len na Gods wil, den aardschen drek onttogen.
 
Soo sult gy stygen boven sorg,
 
En losheid, die de ziel by beurten steeds verkragten;
 
Die frisse Baat ik sta u Borg
 
Sal u geworden door dees Lessen te betragten.
 
Gy siet myn Moederlijk berigt
 
Die 't vuur u naakt en digt kom aan de voeten leggen,
 
Maar sterk gedrongen door myn pligt:
 
Om dus te schryven 't geen ik niet by mond kan seggen.

voetnoot*
1 Petr. III. vers 1---5.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken