Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzamelde werken. Deel 2. De school der poëzie (1948)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzamelde werken. Deel 2. De school der poëzie
Afbeelding van Verzamelde werken. Deel 2. De school der poëzieToon afbeelding van titelpagina van Verzamelde werken. Deel 2. De school der poëzie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.45 MB)

Scans (2.91 MB)

XML (0.53 MB)

tekstbestand






Editeurs

Jenne Clinge Doorenbos

Garmt Stuiveling



Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzamelde werken. Deel 2. De school der poëzie

(1948)–Herman Gorter–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 97]
[p. 97]

[Laat ik nu denken hoe dat alles was]

 
Laat ik nu denken hoe dat alles was,
 
gaat toch niet voorbij, mijn gedachten, zoo ras,
 
en schoone blanke stem blijf in 't zwart duister staan
 
wil toch niet zoo ijlings van mij weggaan.
 
 
 
't Was buiten de stad in de kou
 
van water en wei, erg rauw
 
blies de wind het laag land over, de boeren sliepen,
 
de stad was verlicht waar de wakkere menschen liepen.
 
 
 
De wolken weenden soms, verder
 
gingen ze, zonder herder
 
van zelve als menschen doen
 
die doelloos, aarzelend spoen.
 
 
 
Zwart glansden mijne oogen,
 
mijn mond werd zwart in 't droogen,
 
fijn spikkelden druppels neer
 
op 't drooge lippenbegeer.
 
 
 
Zacht druppelden neer de teere
 
nachtdruppels die dorst vermeeren,
 
de zwarte nevelvlam
 
sloeg om me stil en klam
 
onder de wolken zwart van glans,
 
beglommen alsof het de schans
 
geharnast was van de aarde
 
die ze bewaarde.
 
 
 
Toen heb ik me stil neergezet
 
aan den wegrand en met
 
mijn oogen heb ik de stad aangekeken
 
die deed de lucht verbleeken,
 
die deed de lucht verbleeken
 
en de oogen schrikken,
[pagina 98]
[p. 98]
 
de stad lag daar stil te branden,
 
het leek wel een groote warande
 
buiten als 't zomer is,
 
het donker in bosschen is.
 
 
 
Ik begon toen stil te rillen
 
en in me bang voor mijn gillen
 
te worden dat ik ging doen,
 
ik kon het niet houden toen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken