Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzamelde werken. Deel 8. Laatste gedichten (1952)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzamelde werken. Deel 8. Laatste gedichten
Afbeelding van Verzamelde werken. Deel 8. Laatste gedichtenToon afbeelding van titelpagina van Verzamelde werken. Deel 8. Laatste gedichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.88 MB)

Scans (1.33 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Editeurs

Jenne Clinge Doorenbos

Garmt Stuiveling



Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzamelde werken. Deel 8. Laatste gedichten

(1952)–Herman Gorter–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 121]
[p. 121]

De arbeidersraad

[pagina 123]
[p. 123]

I

[pagina 124]
[p. 124]

I

 
Ik zit in donkre kamer in den nacht,
 
En houd stil bij mijn roode haardvuur wacht,
 
Dat in den zwaar staalgepantserden kachel
 
Als sluimrend ligt, met even een gewaggel.
 
 
 
Het kijkt vuurrood door de grauwstalen tralie,
 
Zooals een schuldige over de balie,
 
Het zware duister van de lucht voedt 't vuur,
 
Dat ademhaalt stil-, ja onhoorbaar-puur.
 
 
 
Geen geluid komt er door den nacht daarbuiten,
 
't Doodstille binne' en buiten scheidt de ruite,
 
Alleen hierbinnen waakt 't zwartroode vuur,
 
Een hart, binnen des donkers zware muur.
 
Zoo wordt de arbeid in der wereld zaal
 
Nu weer gedrukt door 't donker kapitaal.
[pagina 125]
[p. 125]

II

 
En in het nachtroet roerloos denk ik dit,
 
Door 't nachtzwart mijn gepeinzen, zwart en wit:
[pagina 126]
[p. 126]

III

 
In den donkeren nacht van 't kapitaal
 
Lichten als sterren de arbeidersraden,
 
Verlichtend als sterren de donkre paden
 
Der arbeiders - door der aarde zaal.
 
 
 
Zij doken ze op uit hunne nederlagen
 
En uit den strijd, zooals parelenzaden
 
Der laatre zege, - als de wedergade
 
Hunner ideeën hingen ze ze in de vlagen
 
 
 
En stormnacht van het kapitaal. Als hoogste
 
Winst uit des langen strijds moeilijke oogsten,
 
Als hoogste middel tot de overwinning,
 
Als hoogste middel na diepste bezinning. -
 
 
 
Dus hangen nu, boven hun donkre paden,
 
Hun lichte ideeën, de arbeidersraden.
[pagina 127]
[p. 127]

IV

 
Wanneer men met hartstochtelijke liefde
 
Het doel liefheeft: het machtig Socialisme,
 
En 't oneindig onsterflijk Communisme, -
 
Dat nimmer eindigt, zoolang Menschheid hief de
 
 
 
Gestalt ten hemel door het zonlichtprisme, -
 
Dan heeft men ook met oneindige liefde
 
Het middel tot dat doel lief, dat verhief de
 
Waarheid naakt voor de oogen - trots elk schisme.
 
 
 
Zoo heb ik eindloos lief d' arbeidersraden,
 
Die leiden zullen het proletariaat
 
Naar zijn doel, het oneindig Communisme.
 
En ziet mijn oog met vlammend Idealisme,
 
Dat, alleen, waarheid ziet, naar wat daar staat
 
Alleen lichtend in nacht van 't kapitaal: die Raden.
[pagina 128]
[p. 128]

V

 
Liefde, des menschen wezen, heeft drie deelen:
 
Liefde voor de Menschheid, de Vrouw, zich zelven.
 
Hoewel alle die liefden schijnen vele,
 
Zijn ze ééne Liefde, - pijlers tot één gewelve.
 
 
 
Wanneer men de Menschheid liefheeft, dan heeft men
 
De Vrouw lief, of den Man, en ook zich zelven.
 
En omgekeerd. Als de gedachte' één geest bewelven,
 
Zijn alle die soorten van liefde één.
 
 
 
Een heeft de eene minder, de andre meer,
 
Alle menschen in verschillende mate,
 
Zooals de sterren hebben hun gelaten
 
Verschillende van licht, minder of meer.
 
Maar toch zijn ze alle samen het heelal,
 
Zoo ééne Liefde in vormen zonder tal.
[pagina 129]
[p. 129]

VI

 
Wanneer men deze ééne Liefde heeft,
 
In schoone, want evenredige mate,
 
Dan baart deze, als schoonheid op een gelate,
 
Liefde voor Alles wat maar aanzijn heeft.
 
 
 
Dan ontstaat dat onsterfelijk gevoel,
 
Liefde voor Alles, voor de Al-Nature,
 
Die, als een eeuwig opvlammende vure,
 
't Leven begeleidt, - nu eens heet, dan koel.
 
 
 
Dan zijn wij de onsterfelijke God
 
In ons zelve, die alles lief heeft en
 
Niets is dan eene oneindige Liefde.
 
 
 
Dan zijn wij wat wij zelve maakten tot
 
God, ons beeld, in allerhoogst geluk en
 
Niets dan die ééne oneindige Liefde.
[pagina 130]
[p. 130]

VII

 
Maar omdat er geen liefde in Menschheid is
 
Grooter dan in 't onsterflijk Communisme,
 
En in 't over 't Al machtig Socialisme,
 
Daarom is er geen hoogre luisternis
 
Van liefde ter wereld of flonkernis
 
Van liefd' voor Man of Vrouw, noch voor de Menschheid,
 
Noch voor zich zelv', of 't Al waaraan geen grens leit, -
 
Dan in de liefde voor 't Communisme is.
 
 
 
Het Communisme is de grootste liefde
 
Voor de Menschheid, Vrouw of Man, en het Al,
 
En zich zelve, die in de wereld straal'.
 
 
 
En wanneer zij ook in de wereld straal'
 
In evenmatige schoonheid voor dat al,
 
Is 't Communisme ook de schoonste liefde.
[pagina 131]
[p. 131]

VIII

 
Maar omdat de liefde voor het middel is
 
Even groot als de liefde voor het doel zelve,
 
Zooals de liefde voor de ontvangenis
 
Dezelfde is als die voor den Man zelven, -
 
En omdat de Arbeidersraden zijn
 
Het eenig middel naar het Communisme,
 
Zooals de kleuren in het zonneprisme
 
Het middel slechts tot 't eene zonlicht zijn, -
 
 
 
Daarom is mijn voor de Arbeidersraden liefde
 
Even groot als voor 't Communisme zelf,
 
Dat zich uit de Arbeidersraden weeft.
 
 
 
En staan d' Arbeidersraden aan 't gewelf
 
Der wereld als de sterren van kristal -
 
En heb 'k ze lief, als ik heb lief 't Heelal.
[pagina 132]
[p. 132]

IX

 
Zoo denk ik in den langen zwarten nacht,
 
En houd stil bij mijn roode haardvuur wacht.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken