Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzamelde werken. Deel 8. Laatste gedichten (1952)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzamelde werken. Deel 8. Laatste gedichten
Afbeelding van Verzamelde werken. Deel 8. Laatste gedichtenToon afbeelding van titelpagina van Verzamelde werken. Deel 8. Laatste gedichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.88 MB)

Scans (1.33 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Editeurs

Jenne Clinge Doorenbos

Garmt Stuiveling



Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzamelde werken. Deel 8. Laatste gedichten

(1952)–Herman Gorter–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 229]
[p. 229]

Nachtliedjes

I

 
O donkerblauwe gloed der nacht,
 
O goudglans van de maan,
 
Ik voel mij in uw balsem zacht
 
En spiegling overgaan.
 
En uw teer lichten als gedacht
 
Weer in mij teruggaan.
 
 
 
En uw afglans gelijkt het lied
 
Dat mijn geliefde was,
 
Zoo helder schitterend en als glas,
 
Maar zij, zij is er niet.
 
 
 
Daar diep onder het struikgewas,
 
Zooals een dichten droom,
 
Daar schittert stil een kleine plas,
 
Maar zij niet daarvan koom'.
 
 
 
En zoo is 't in den diepen nacht
 
En in zijn diepen droom,
 
En ook wanneer de zonne lacht
 
Op wolken zooals room,
 
Hun schitterend licht is haar gedacht,
 
Maar zij niet daarvan koom'.
[pagina 230]
[p. 230]

II

 
Het werd morgen. En als een stille roos
 
Opende zich de hemel met gebloos,
 
Met teedere wolken aan den overkant
 
Der zee, beneden aan het zonneland.
 
 
 
En Nacht, teedre, zwarte, lichtgrijze Nacht,
 
Die hoog in de lichtruimt' om de aarde lacht,
 
Werd beschenen door zon en loste zich op,
 
Als een donkere grijze waterdrop,
 
In kleuren, en werd als een lichte zeepbel
 
Die heendrijft in den hemel boven de zeewel.
 
 
 
En stil naderde zij het groote strand,
 
Uit den hemel neerdalend, van het land.
 
En zij geleek eene der groote meeuwen
 
Die in de lente uit den hemel sneeuwen,
 
Uit de goudtrillende eerst-lentelucht,
 
Verder, ver weg vliegt de geheele vlucht, -
 
Maar één zet zich op 't strand, sneeuwwit van veder,
 
Daaraan gelijk daald' Nacht op de aarde neder.
 
 
 
En zij besteeg een van de hooge duinen,
 
Die liggen om de wonderschoone tuinen
 
Van Holland, en keek naar het schoon schouwspel,
 
Hemel en Aarde, het wonderbare bouwsel.
 
 
 
Hier lag het teedere roomgele strand,
 
Daar, diep heen verre, het zalige land,
 
Maar op de verre wonderbare zee,
 
Ver in het Noorden grauw golvende ree,
 
Was het diep groen onder het zware gewolkte,
 
Dat d' horizon met goud teeder bevolkte.
[pagina 231]
[p. 231]

III

 
Wint Nacht was op het eeuwig Licht verliefd.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken