Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Petra op kostschool (1973)

Informatie terzijde

Titelpagina van Petra op kostschool
Afbeelding van Petra op kostschoolToon afbeelding van titelpagina van Petra op kostschool

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.07 MB)

Scans (55.61 MB)

XML (0.15 MB)

tekstbestand






Illustrator

Guust Hens



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Petra op kostschool

(1973)–Cok Grashoff–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 46]
[p. 46]

7

‘Aardig wijf!’ fluistert Peter even later tegen Petra, als ze achter juffrouw Kwiel aanlopen naar de eetzaal. ‘Aardig wijf. Ik mag vanavond op haar kamer komen.’

‘Waarom?’

‘Dan krijg ik een koekje!’

Petra kijkt verbaasd.

‘Is dat alles?’

‘Niet alles!’

‘Wat dan nog meer?’

‘Weet ik niet!’

‘En je zegt dat het niet alles is!’

‘Misschien draait ze wel plaatjes!’

Petra kijkt Peter onderzoekend aan.

‘Het lijkt me een eng mens,’ zegt zij.

‘Het is een lief mens,’ zegt Peter, ‘maar... je moet haar kennen.’

‘Ik ken haar nog niet,’ zucht Petra.

Juffrouw Kwiel wacht even tot zij bij haar zijn. Juffrouw Kwiel staat bij de ingang van de grote eetzaal.

De eetzaal is al vol kinderen.

Een zwak geroezemoes van stemmen dringt tot Petra en Peter door.

‘Ik zie daar nog twee plaatsen!’ wijst juffrouw Kwiel. ‘Vlak naast elkaar. Ook toevallig!’

Petra en Peter rennen naar de lege plaatsen toe, alsof ze bang zijn dat andere kinderen erop zullen gaan zitten.

‘Hè, we zitten,’ zegt Petra opgewekt, als ze hebben plaats

[pagina 47]
[p. 47]

genomen.

‘Weer twee opvreters erbij!’ zegt een meisje met lang zwart haar dat tegenover Petra zit.

‘Opvreters?’ vraagt Petra.

‘Hoezo opvreters?’ informeert Peter. ‘We zijn geen kannibalen!’

‘Het gaat hier zo,’ legt het meisje uit. ‘Als er een paar bij komen, dan komt er toch geen extra eten op tafel. Tot dusver hadden we allemaal vier boterhammen, maar nu klopt het niet meer. En... we zijn met zes begonnen.’

‘Zes?’ vraagt Petra. ‘Eten jullie zes boterhammen?’

‘Ik lust er wel acht. Of tien!’ antwoordt het meisje.

‘Drie, dan heb ik genoeg,’ zegt Petra.

‘Gelukkig,’ zucht het meisje. ‘Ik heet Anja de Raaf!’

‘Ik Petra Berkelman!’

‘Peter Berkelman!’ stelt Peter zich voor.

‘Broer en zus!’

‘Ja, laten we dat maar zeggen,’ zegt Peter.

‘Is het dan niet waar?’ vraagt Anja de Raaf.

‘Het is waar!’ zegt Petra snel.

Petra vindt dat de kinderen van de kostschool er niets mee te maken hebben dat Peter een pleegbroer van haar is.

‘Is het hier leuk?’ vraagt Petra aan Anja.

Het meisje naast Anja geeft antwoord.

‘Het is hier verschrikkelijk,’ zegt zij. ‘Ik heet Janet Goedendorp. En als mijn vader en moeder niet voor zaken naar Brazilië waren, dan zat ik hier niet. Het is hier afschuwelijk!’ ‘Wat is er dan afschuwelijk?’ vraagt Petra.

‘Alles!’ zegt Janet raadselachtig.

‘Is het waar?’ vraagt Peter aan Anja.

‘Het is waar!’ antwoordt Anja. ‘Maar nu heb ik geen tijd meer!’

[pagina 48]
[p. 48]


illustratie

[pagina 49]
[p. 49]

Er rinkelt een bel en op dat sein, grijpen de kinderen allemaal een boterham.

Als ze allemaal een boterham hebben, krijgen Petra en Peter pas de kans een boterham te nemen. Het is bruin brood.

‘Waar is de boter?’ vraagt Petra.

‘Geen boter,’ giechelt Anja.

‘Waarom niet?’ vraagt Peter.

‘Alleen op zondag!’ legt Janet uit. ‘Boter is ongezond. Maar... er is wel broodbeleg!’

‘Ik zie geen broodbeleg,’ zegt Petra, terwijl haar ogen zoekend over de tafel dwalen.

Zij ziet alleen lege kopjes met lepeltjes.

‘Het broodbeleg komt zo langs!’ zegt Anja. ‘Als het op tafel stond, werd het eraf geroofd, snap je?’

‘Dat snap ik niet!’ zegt Petra.

‘Daar kom je nog wel achter!’ lacht Janet.

Anja heeft niet te veel gezegd.

Er komt een serveerwagen langs rijden. Die serveerwagen wordt voortgeduwd door een oude man met een ingevallen mond. Zo nu en dan duwt hij zijn tong tegen de binnenkant van zijn lippen. Dan is het net of hij een gebit in zijn mond heeft.

‘Nieuw hè?’ vraagt de man aan Petra en Peter, terwijl hij hen nieuwsgierig bekijkt.

‘Ja, meneer!’ antwoordt Petra.

‘Ik ben meneer Joop,’ zegt de man slissend. ‘Jullie hebben elk recht op broodbeleg voor twee boterhammen, maar omdat jullie nieuw zijn, hebben jullie recht op broodbeleg voor drie boterhammen. Dat is de zogenaamde portie van binnenkomst.’

Petra en Peter laten hun ogen gaan over wat er op de serveerwagen ligt. Het ziet er niet slecht uit. Er liggen plakken

[pagina 50]
[p. 50]

ham, plakken kaas, er zijn papieren pakjes met Jam, muisjes, chocoladekorrels.

Petra neemt twee plakken ham en één plak kaas.

Peter neemt drie plakken ham.

Anja de Raaf en Janet Goedendorp kijken met angstige ogen toe.

‘Straks is alles op,’ zegt Anja teleurgesteld. ‘Eer hij bij ons is!’

‘Bek dicht, vreetzak!’ roept meneer Joop naar Anja. ‘Deze kinderen hebben het nog nodig. Ze zijn pas binnengekomen.’

‘Dan hebben ze het juist niet nodig!’ roept Anja terug.

‘Pas erop, Schutte, of ik zet je op rapport!’ zegt meneer Joop dreigend.

Dan rijdt hij door.

Petra en Peter willen beginnen te eten, maar Anja wijst hun erop dat ze op een bel moeten wachten. De hele zaal eet namelijk tegelijk!

‘Waarom zegt hij Schutte tegen je?’ vraagt Petra aan Anja. ‘Je heet toch De Raaf? Vond hij dat je voor schut stond?’ ‘O nee,’ antwoordt Anja de Raaf. ‘Dat is een grapje van hem. Meneer Joop is erg grappig.’

‘Ik vind er niets grappigs aan,’ zegt Peter. ‘Wat betekent dat nou. Schutte, als je De Raaf heet. Ik zou dan eerder Kraai zeggen!’

‘De Raaf en Schutte waren een pianoduo,’ zegt Anja.

‘Een wat?’ vraagt Peter verbaasd.

‘Een pianoduo,’ herhaalt Anja. ‘Twee mannen die piano speelden bij de ochtendgymnastiek. André de Raaf en Jacques Schutte. Daarom noemt hij me soms Schutte. Dat is een grap!’

‘Moet ik nou lachen?’ vraagt Peter.

[pagina 51]
[p. 51]

‘Het hoeft niet,’ zegt Anja.

Als de serveerwagen helemaal rond is gegaan, rinkelt er een belletje.

De kinderen vallen op hun brood aan.

Juffrouw Kwiel komt langs lopen.

‘Alles naar genoegen?’ vraagt zij.

‘Heerlijke ham, juffrouw Kwiel,’ zegt Peter.

‘Ja, het is hier goed van eten en drinken,’ antwoordt juffrouw Kwiel. ‘Eenvoudig, goed en gezond!’

‘Ik wil graag wat thee,’ zegt Petra. ‘Of melk!’

Petra wijst naar haar lege kopje.

‘Thee krijg je na het eten,’ zegt juffrouw Kwiel. ‘Wij houden niet van soppen en metselen. Dat is heel ongezond!’

‘Maar ik wil niet soppen,’ roept Petra verbaasd uit. ‘Ik wil alleen zo nu en dan een slokje thee nemen.’

‘Jij wilt dus metselen!’ zegt juffrouw Kwiel streng. ‘Dat is hier verboden. Hier wordt niet gemetseld! Als al je brood op is, komt meneer Joop met de theewagen rond. Dan krijg je thee. Zelfs met suiker!’

‘O, met suiker!’ roept Peter uit. ‘Met suiker, juffrouw Kwiel. Wat heerlijk!’

Petra kijkt verbaasd naar Peter.

Houdt hij de boel voor de gek?

‘Jij bent een dankbare jongen,’ zegt zij. ‘Ik houd van dankbare jongens!’

Dan loopt juffrouw Kwiel door.

Anja de Raaf stikt van het lachen.

Ook Janet kan haar lachen niet inhouden.

‘Juffrouw Kwiel houdt van hem,’ zegt zij tegen Anja. ‘Heb je het gehoord? Juffrouw Kwiel houdt van hem!’

‘Houdt Peter ook van haar?’ vraagt Anja.

Peter eet wat nors door.

[pagina 52]
[p. 52]

Petra kijkt van opzij naar haar pleegbroer.

‘Ja, Peter, hoe zit dat?’ vraagt zij. ‘Jij mag vanavond op haar kamer komen...’

‘Oh...’ roept Anja uit. ‘Op haar kamer?’

‘Dan krijg ik een koekje,’ zegt Peter blozend.

‘O, dan wil ik ook wel op haar kamer komen,’ zegt Anja. ‘En ik!’ roept Janet.

‘Stil meisjes!’ weerklinkt er een stem. ‘Niet praten onder het eten.’

‘Dat is juffrouw Bleek,’ zegt Anja. ‘Moet je naar haar kijken. Zij had beter Kroot kunnen heten. Zij ziet zo rood als een biet!’

Na het eten komt meneer Joop met de thee rond.

‘Dit is heerlijke thee,’ zegt hij tegen Petra en Peter. ‘Gemaakt van zuiver bronwater, niet van gechloreerd water. Daarom krijgen jullie maar één kopje!’

‘Ik heb liever twee kopjes en dan van gewoon water uit de kraan,’ zegt Peter. ‘Eén kopje is zo weinig!’

‘Lievere broodjes worden hier niet gebakken,’ zegt meneer Joop.

‘Ik hoef geen broodjes meer,’ antwoordt Peter.

‘Is hij zo stom?’ vraagt meneer Joop aan Petra. ‘Kent hij geen spreekwoorden en uitdrukkingen?’

‘Hij is een Turk!’ legt Petra uit.

‘Dan ben jij dus een Turkse?’ vraagt meneer Joop verbaasd.

‘Nederlandse,’ antwoordt Petra.

‘Nou breekt mijn klomp!’ roept meneer Joop uit.

Peter kijkt naar de voeten van meneer Joop. Hij ziet echter geen klompen, ook geen gebroken klompen. Hij ziet gewone, zwarte, afgetrapte schoenen met veel rimpels.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken