Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Petra op kostschool (1973)

Informatie terzijde

Titelpagina van Petra op kostschool
Afbeelding van Petra op kostschoolToon afbeelding van titelpagina van Petra op kostschool

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.07 MB)

Scans (55.61 MB)

XML (0.15 MB)

tekstbestand






Illustrator

Guust Hens



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Petra op kostschool

(1973)–Cok Grashoff–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 78]
[p. 78]

12

Juffrouw Bleek kan niet anders doen dan de paraplu overgeven aan Petra. Het zou te verdacht zijn, als zij weigerde haar paraplu over te reiken, terwijl juffrouw Kwiel het wel doet.

Als de tram een bocht maakt, kan Petra haar evenwicht niet bewaren.

Zij schiet voorover en laat de paraplu los.

Petra krijgt de schrik van haar leven.

In een visioen ziet zij de gestolen voorwerpen al over de vloer van de tramwagen rollen.

Gelukkig vangt Peter de paraplu op.

Petra belandt op de nogal vuile vloer.

Zij krabbelt onthutst overeind en slaat haar knieën vast. ‘Hier,’ zegt Peter even later.

Hij duwt haar de paraplu in haar hand.

Bij de halte van de kostschool rukt juffrouw Bleek plotseling de paraplu uit Petra's hand.

‘Ik kan hem verder zelf wel dragen,’ zegt zij.

Juffrouw Bleek stapt voor Petra uit.

Na Petra volgen juffrouw Kwiel en Peter.

Peter draagt nog steeds de paraplu van juffrouw Kwiel.

Juffrouw Kwiel kijkt naar de lucht.

‘We houden het niet droog,’ zegt ze ernstig.

Er zijn donkere wolken aan de hemel verschenen.

‘Geef mijn paraplu maar, Peter,’ zegt juffrouw Kwiel. ‘Als mijn hoofd nat wordt, word ik verkouden.’

Peter geeft de paraplu terug.

[pagina 79]
[p. 79]


illustratie

[pagina 80]
[p. 80]

juffrouw Kwiel steekt hem boven haar hoofd op.

Tot haar grote verbazing en schrik dalen er tal van kettinkjes, armbanden en ringen op haar hoofd neer.

Rudie, Peter Westdijk en Sjonnie Molendijk die achter juffrouw Kwiel, Peter en Petra aanlopen, bukken zich vliegensvlug en grissen de gestolen voorwerpen van de straat.

‘Uilskuiken!’ fluistert Petra. ‘Je hebt de paraplu's verwisseld!’

‘Wat was dat nou?’ roept juffrouw Kwiel uit.

‘Hagelstenen,’ roept Petra. ‘Dat komt wel meer voor, juffrouw. Midden in de zomer. Hagelstenen. Zo groot als duiveeieren.’

‘Maar waar zijn ze dan gebleven?’ vraagt juffrouw Kwiel zich af, terwijl zij streng door haar lorgnet tuurt.

‘Gesmolten,’ zegt Peter. ‘Die smelten direct. Het is zomer!’

‘Ik vind het maar raar,’ zegt juffrouw Kwiel.

Het regent zacht.

De kinderen worden nat.

Juffrouw Kwiel niet, want die loopt onder haar paraplu.

Een meter of tien voor juffrouw Kwiel loopt juffrouw Bleek in de regen. Zij heeft haar paraplu onder haar arm.

‘Kind, je pakje wordt drijfnat!’ roept juffrouw Kwiel naar haar collega. ‘Zonde van je mooie mantelpakje. Zet je paraplu toch op!’

‘Nee, ik ben er zo!’ roept juffrouw Bleek terug.

Zij zet het op een lopen.

‘Begrijp je dat nou?’ vraagt juffrouw Kwiel. ‘Die heeft een paraplu bij zich en zij zet hem niet op.’

‘Ach,’ zegt Peter raadselachtig. ‘Daarnet had zij een verloofde bij zich en die schijnt zij afgezet te hebben.’

Juffrouw Kwiel staart hem even aan.

[pagina 81]
[p. 81]

‘Je hebt werkelijk moeilijkheden met je Nederlands,’ zegt zij. ‘Kom vanavond maar bij me. Dan geef ik je bijles en krijg je ook een koekje.’

‘Peter kan vanavond niet,’ zegt Petra. ‘Hij heeft me beloofd uit te leggen hoe je de oppervlakte van een driehoek uitrekent!’

‘Waar heb je dat nou voor nodig?’ vraagt juffrouw Kwiel. ‘Nederlands is veel belangrijker.’

‘Dat is wiskunde,’ antwoordt Petra. ‘Wiskunde, juffrouw Kwiel. Dat moet ik leren voor juffrouw Bleek!’

‘Ach, die wiskunde,’ zucht juffrouw Kwiel. ‘Daar heb ik nooit een draad van begrepen, maar... juffrouw Bleek is er een kei in.’

‘Meer in de grijpkunde!’ fluistert Peter.

‘Zei je wat, Peter?’ vraagt juffrouw Kwiel.

‘In de knijpkunde, juffrouw Kwiel,’ antwoordt Peter. ‘Juffrouw Bleek kan gemeen knijpen!’

‘Ach, is dat zo?’ vraagt juffrouw Kwiel.

‘Ja, juffrouw Kwiel!’

‘Je zou je kunnen beklagen bij de directrice!’

‘Ja?’ vraagt Peter aarzelend.

‘De directrice ben ik!’

‘O, dan kan ik me bij u beklagen, juffrouw Kwiel?’

‘Ja,’ antwoordt juffrouw Kwiel triomfantelijk. ‘Kom vanavond maar bij me, dan zal ik alles noteren!’

Zodra de kinderen binnen zijn en ze merken dat ze nog een half uur de tijd hebben voor de maaltijd begint, gaan ze vergaderen.

‘We hebben er weer leuke spulletjes bij,’ zegt Sjonnie Molendijk.

Hij druk op de knop in de muur.

Zijn bed daalt neer.

[pagina 82]
[p. 82]

Onder het kussen ligt de grijze zak.

Sjonnie stopt de van de straat opgeraapte voorwerpen bij de andere gestolen waar.

Ook Rudie, Peter Westdijk, Dik van Doorn en Peter halen hun zakken leeg.

‘Dat mens van een Kwiel is zo kippig als een konijn!’ lacht Petra.

‘Zij is blind als een mol,’ zegt Sjonnie. ‘Dat is de vergelijking!’

‘Wat nu?’ vraagt Peter zich af.

‘Straks komt de verloofde opdraven,’ kondigt Sjonnie Molendijk aan.

Sjonnie blijkt niet te veel voorspeld te hebben.

Tijdens de maaltijd komt de verloofde de eetzaal binnen.

Juffrouw Bleek gaat de gang op.

Door de dichte deur heen horen de kinderen een hevige woordenwisseling.

‘Die hebben ruzie!’ fluistert Petra.

‘Geen wonder,’ zegt Sjonnie. ‘Zij vertelt hem nu dat haar paraplu leeg is. En hij gelooft het niet. Hij denkt dat zij alles voor zichzelf wil houden. De vorige keer was alles ook al uit de koffer verdwenen. Hij vertrouwt haar niet meer.’

De deur van de eetzaal gaat open.

Juffrouw Bleek treedt binnen.

Zij ziet knalrood en drukt een zakdoek tegen haar ogen.

Grote tranen rollen over haar rode wangen.

Juffrouwen schieten toe.

‘Wat is er, kindje?’ vraagt juffrouw Boei aan de snikkende juffrouw Bleek.

‘Hij heeft de verloving uitgemaakt!’ snikt juffrouw Bleek. ‘Ach, wat sneu!’ roept juffrouw Kwiel uit.

‘Niet getreurd,’ zegt juffrouw Boei. ‘Er zijn nog meer man-

[pagina 83]
[p. 83]

nen op de wereld!’

‘Maar niet voor mij,’ snikt juffrouw Bleek.

‘Och kom!’

‘Flip is de enige man die me ooit gevraagd heeft!’

Het schijnt nu pas goed tot juffrouw Bleek door te dringen wat er is gebeurd. Zij is haar verloofde kwijt. Zij heeft nooit kans meer om te trouwen.

Juffrouw Bleek slaakt een gil, zakt langzaam in elkaar, zoekt steun bij de tafel met het tafellaken, grijpt zich aan het tafellaken vast. Het tafellaken geeft mee. Juffrouw Bleek rukt het tafellaken van de tafel. Bordjes en kopjes vallen rinkelend op de vloer aan stukken.

‘O, o, ik ga dood!’ roept juffrouw Bleek.

‘Je bent springlevend!’ zegt juffrouw Kwiel. ‘Als je over zoveel kracht beschikt!’

Juffrouw Bleek laat zich achterover vallen en sluit haar ogen.

‘Het leven heeft geen waarde meer voor me,’ snikt ze. De kinderen in de eetzaal lachen hard.

‘Stilte!’ roept juffrouw Kwiel met snijdende stem.

Onmiddellijk valt er een diepe stilte in.

Juffrouw Bleek wordt weggebracht.

‘Die moeten we in de gaten houden!’ fluistert Sjonnie.

‘Hoezo?’ vraagt Petra.

‘Ze begaat misschien wel een ongeluk. We moeten wachten uitzetten,’ zegt Sjonnie.

‘Wat is er?’ vraagt Anja de Raaf.

‘Niets, jij bent te nieuwsgierig!’ zegt Rudie kortaf.

‘Heb ik je wat gedaan?’ vraagt Anja de Raaf.

‘Dat niet,’ zegt Rudie, ‘maar ik heb een hekel aan meisjes. Dat kan ik niet helpen. Zo ben ik geboren!’

‘Je bent gek!’ zegt Anja de Raaf.

[pagina 84]
[p. 84]


illustratie

‘Begrijp je nou waarom ik niet van meisjes houd?’ vraagt Rudie aan Peter. ‘Ze schelden altijd!’

Na de maaltijd verdeelt Sjonnie Molendijk de wachtposten. Petra en Peter moeten de wacht houden in de buurt van juffrouw Bleeks kamer van twaalf tot twee uur in de nacht. ‘Prettige tijd,’ zegt Petra. ‘Om twee uur kunnen we nog rustig slapen gaan!’

‘Als er maar geen ongeluk gebeurd is,’ wijst Sjonnie haar terecht. ‘Denk erom. Goed opletten!’

‘Op ons kun je vertrouwen,’ zegt Peter.

's Nachts staan ze voor de deur van juffrouw Bleek.

Om tien over een gaat de deur van juffrouw Bleeks kamer open. Petra en Peter drukken zich tegen de gangmuur.

Juffrouw Bleek loopt langs hen heen.

Petra wil te voorschijn komen en juffrouw Bleek tegenhouden, maar Peter grijpt zijn pleegzusje bij de arm.

‘Voorzichtig,’ fluistert hij. ‘Zij is aan het slaapwandelen. Dan mag je haar niet wakker maken. Dat is gevaarlijk!’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken