Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 2. Legkaart (1948)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 2. Legkaart
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 2. LegkaartToon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 2. Legkaart

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.56 MB)

Scans (44.62 MB)

ebook (2.93 MB)

XML (0.50 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen
verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 2. Legkaart

(1948)–Jan Greshoff–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

2

Het is nog steeds de grote mode onder een groep heren-letterkundigen en onder het publiek, dat hen volgt, om mede te doen met wat men noemt: de brede maatschappelijke bewegingen van onze tijd. Een schrijver, die zich zelf ook maar enigermate eerbiedigde, behoorde niet alleen op de hoogte te zijn van de binnen- en buitenlandse politiek, maar hij was ook verplicht te schrijven over het havenbedrijf in verband met de werkstakingen, over Sovjet-Rusland, over het droogleggen van de Zuiderzee; over de crisis in het bouwbedrijf en over nog honderdduizend dingen welke dagelijks de dagbladen tot een zo hopeloze en troosteloze leesstof maakten en maken. De natuur en het spel worden langzamerhand, en zijn soms reeds geheel en al uitgeschakeld en wanneer men iemand eens erg vernederen wil, zegt men, dat hij in een ivoren toren woont. De ivoren toren is al vrij oud, maar doet nog altijd opgeld. Het is een geliefkoosde uitdrukking geworden, welke in geen letterkundig twistgesprek ontbreken mag. En, zoals het altijd gaat, op het laatst verliest men de verbinding met de begrippen, welke achter de woorden verborgen liggen en niemand vraagt zich meer af, wat er eigenlijk mee gedoeld wordt. Zonder enig begrip van de staat van zaken neemt men op gezag aan, dat het verblijf in een ivoren toren iets ontzettend slechts en afschuwwekkends is. Ik begin echter meer en meer liefhebberij in het bewonen van een naar de hoogte gebouwd perceel van dit edele materiaal te krijgen. Omdat ik meer en meer de nutteloosheid voel van de bereddering, welke er in politieke kringen om de vluchtigheden van de dag gemaakt wordt. Het valt niet te ontkennen, dat de maatschappelijke proefnemingen van Rusland een zekere betekenis in de wereld gehad hebben. Men mag daarbij toch niet vergeten, dat ook de Unie der Sovjetrepublieken ééns in elkaar zal storten, terwijl

[pagina 304]
[p. 304]

de nachtegaal tot aan het einde der wereld zal zingen. En het droogleggen van de Zuiderzee is, wanneer men de vaklui mag geloven, een kostelijk stuk werk, maar toch nooit zó boeiend en zó raadselachtig als het groeien van een plant. Wanneer men ons aanraadt om deel te nemen aan de gebeurtenissen van onze tijd, dan geeft men ons een zeer verkeerde raad, dan wil men, dat wij ons mengen in tijdelijke beredderingen, in schunnige aangelegenheden, die uitsluitend de stof raken en waarvan wij het gewicht alleen in een ijdele opwinding overdrijven kunnen. Hoe eindeloos crisis en oorlog ook schijnen, er komt altijd een eind aan. Maar de zon gaat altijd op en altijd onder. Aan die regelmaat komt geen einde. Onze noden vormen in al hun samengesteldheid ten slotte niets anders dan een voorbijgaande belemmering. Wordt één van de wezenlijke levenswaarheden: liefde, vriendschap, zielsdrift er door aangetast of ook maar één haar gewijzigd? Neen! Duizendmaal neen!

Wanneer men tegenwoordig iemand ontmoet, die zich democraat noemt, geeft hij ogenblikkelijk hoog op over de orde en de tucht, alsof orde en tucht het begeerlijkste ter wereld zijn! – En nog steeds houdt men vol dat het fascisme in den beginne toch zo veel goeds had! Men verzuimt nooit daarbij te vermelden, dat dank zij de grote man de treinen precies op tijd vertrokken en precies op tijd aankwamen. Ik heb het oude Italië van vóór de oorlog goed gekend en ik moet bekennen, dat het speels vernuft gelijk het in het spoorwegverkeer tot uiting kwam, mij er nooit gehinderd heeft. Grilligheid, slordigheid, zorgeloosheid zijn bijna altijd kentekenen van een hoger bestaansbegrip en hebben in elk geval een onmiskenbare bekoring. Ik herinner mij nog altijd den stationschef van een kleine Italiaanse plaats, die aan een opgewonden standje, zich beklagend over een trein die drie uur te laat was, antwoordde: ‘Maar, mijnheer, wat betekenen nu drie uur ten opzichte van de eeuwigheid?’ Deze stationschef kende het leven beter dan de gladgeschoren sinterklaas Benito Mussolini met

[pagina 305]
[p. 305]

al zijn zwarte knechten te samen. En inderdaad, wanneer nu eens, dank zij een dwinglandij, welke onder gepensionneerde kolonels en opgeschoten blaaskaken zelfs nu nog altijd een paar aanhangers en verdedigers vindt, enige stoffelijke regelingen verbeterd zouden kunnen worden: wat dan nog? Worden wij daardoor beter, vrijer, gelukkiger? Verdiept en verrijkt dat ons leven? Wanneer wij eerlijk zijn, moeten wij ons bekennen dat alles, werkelijk en letterlijk alles, waar de kranten vol van staan en wat tot wereldgebeurtenis opgeblazen wordt, aan de wezenlijke behoeften van onze geest en ons gemoed voorbij gaat. In laatste aanleg hadden wij, die immer het innerlijk leven verheerlijkten, met bruine, groene of zwarte hemden niets van doen, doch evenmin met het Verdrag van Vieren, den Gouden Standaard, met de Bond, de Vakgroep en de Organisatie.... en zelfs deze rampzalig oorlog, welke nog steeds ons lot mede bepaalt, is en blijft desondanks een aardse aangelegenheid. Dat is alles een redeloos kinderspel. En of het ons baat brengt of ons onze welstand ontneemt, is in laatste en hoogste beschouwing van geen enkel belang. Wat wij broodnodig hebben is inderdaad een Ivoren Toren, maar dan met een stukje tuin daar omheen. Wat wij nodig hebben is een gematigde, rustige verstandhouding met de buitennatuur en met de diepste, zuiverste krachten in ons zelf. En het merkwaardige is, dat wij die ivoren toren nu, juist nu hij in opspraak gebracht is, dringender behoeven dan ooit te voren. Vroeger, vóór de oorlog, was de wereld voor een redelijk mens nog bewoonbaar. Nu niet meer. Nu moet die verloren enkeling een beschermd plekje hebben, waar hij, uit de ratelende waanzin van het dagelijks bedrijf gevlucht, zich geheel kan wijden aan liefde, overpeinzing en zelfvervolmaking. De schrijvers, die geloven een taak ten opzichte van hun volk te hebben, zijn verplicht om alle ivoren torens weer in ere te herstellen. Van alle dingen hebben wij de stilte het meeste nodig. En bovenal: de eenzaamheid. En voor de rest kunnen wij de wereld dan de wereld laten, in

[pagina 306]
[p. 306]

het besef dat al het wereldse kortstondig en van geringe waarde is.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken