Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nachtschade (1958)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nachtschade
Afbeelding van NachtschadeToon afbeelding van titelpagina van Nachtschade

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.38 MB)

Scans (8.34 MB)

ebook (3.08 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Editeur

G.W. Huygens



Genre

proza

Subgenre

aforismen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nachtschade

(1958)–Jan Greshoff–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 135]
[p. 135]

19.
Over de samenleving

Er zijn twee soorten van mislukkelingen die men niet duidelijk genoeg onderscheiden kan. Allereerst zij die als mens mislukt zijn om in de maatschappij te kunnen slagen. Dit zijn de mislukte geslaagden, de velen. Daarnaast zij, die weinigen, die maatschappelijk mislukten omdat zij als mens onaantastbaar bleken.

Dat zijn de uitverkorenen: de geslaagde mislukkelingen.

 

Samenleving betekent levensbeperking.

 

Het leven begint waar de samenleving ophoudt.

 

Ik heb het niet tegen onze samenleving, ik heb het tegen alle verleden en toekomstige samenlevingen. Hoe die ook ingericht waren of zullen zijn, de mens kan er zich alleen in handhaven door leugens en door verraad aan zichzelf.

 

Hoe ongerijmder een samenleving ingericht is, des te aangenamer kan men er in leven.

 

Een samenleving die de luchthartigheid veracht gaat, terecht, aan haar verdoemde ernst te gronde.

 

Wat ‘men’ ernst noemt is geen ernst. Niets wat ‘men’ noemt is.

 

Gemeenschapszin is een maskernaam voor kuddegeest en kuddegeest een vorm van ruimtevrees.

 

Sociaal gevoel is schuldgevoel en schuldgevoel is zwakheid.

 

Gemeenschapszin is een nette naam voor het verlangen om gezamenlijk laf te zijn.

 

Gemeenschapsgevoel is alleen weggelegd voor verdoofden en verblinden.

[pagina 136]
[p. 136]

Belangstelling voor anderen ontstaat bij hen die tot de overtuiging gekomen zijn, dat enige belangstelling voor zichzelf niet gemotiveerd is.

 

Ik erger mij iedere dag weer opnieuw aan de zelfzucht van weldoeners, ondersteuners en hulp vaardigen. Geen moeite is hun te veel, geen geldelijk offer te groot om hun branderige bemoeizucht te bevredigen.

 

Ik wil, als het bepaald moet en niet anders kan, tenslotte wel als mijn broeders hoeder optreden. Als ik er maar voor bespaard blijf dat mijn broeder mij gaat hoeden.

 

Waarom een slechte samenleving met groot verlies aan mensen en grondstoffen om te zetten in een andere samenleving? Of is er iemand zo kinderlijk dat hij denkt met mensen ooit een goede samenleving te kunnen opbouwen?

 

Vooruitgang is een droom, verval een werkelijkheid.

 

De zogenaamde vooruitgang heeft de stem Gods door die van de omroeper vervangen.

 

Alle vooruitgang is plaatselijk. En de afstand voorwaarts op punt A wordt ongedaan gemaakt door een beweging achteruit op punt B.

 

Als een ieder om het snelste vooruitstreeft is men opstandig zodra men met overtuiging zijn behoudzucht botviert.

 

Of, anders gezegd: in een wereld van actie is reactie revolutionair.

 

Wanneer er zo zwaar aan instellingen gedokterd wordt, is het mij duidelijk dat men de moed mist om aan zelfverbetering te werken.

 

De vriend der mensen is de oude oom die nieuw speelgoed meebrengt. Zij vermoorden hem, die hen over de behoefte aan speelgoed héén wil helpen.

[pagina 137]
[p. 137]

Zij die de mens vrezen en minachten, haasten zich in de mensheid op te gaan en worden hervormers.

 

Men werpt zich alleen op als wereldhervormer, wanneer men overtuigd is dat men aan zichzelf niets meer te hervormen heeft. Deze verwaten waan is de oorzaak dat alle wereldhervormers de wereld slechts van de wal in de sloot kunnen loodsen.

 

Hervormers zijn lieden die hun rechterbuur ruïneren om hun linkerbuur een fooi te kunnen toestoppen.

 

Alle geweldenaars hebben de mond vol over de gemeenschap; juist als de duivel bij voorkeur de deugd kiest om zijn ware wezen achter te verbergen.

 

De mens schuwt van nature zijn medemens, ook al predikt hij naastenliefde, juist als hij naastenliefde predikt. Men kan zichzelf alleen aanpraten wat men niet van huis uit bezit.

 

De ware mensenmin mint ook (of juist) de mindere mensen. Dit gebrek aan onderscheidingsvermogen staat mij tegen.

 

Mensenkennis en mensenliefde treden nooit gelijktijdig op.

 

Mensenliefde is een druppel rozenolie in een riool gestort.

 

De enige doeltreffende dienst, welke een mens de mensheid bewijzen kan, is zichzelf binnen het kader van zijn natuurlijke mogelijkheden te vervolmaken. Eigenliefde is de enige waarachtige en nuttige vorm van mensenliefde.

 

In deze samenleving blijft voor de welgezinden niets anders over dan onder te duiken.

 

Zij die de mens en zichzelf werkelijk kennen, trekken zich in de stilte terug. Zij die de mens en zichzelf tot geen prijs willen leren kennen, verdoven zich in een gemeenschap.

 

Er behoort enige moed toe om de mensheid af te schrijven;

[pagina 138]
[p. 138]

doch die wordt beloond door de wijde en lichte eenzaamheid welke men ermede verwerft.

 

‘Ik hoop dat je een nuttig mens in de maatschappij zult worden’, luidt de klassieke burgermanswens. Deze is onvervulbaar omdat men, zodra men nuttig voor de maatschappij wordt, ophoudt mens te zijn.

 

Ik erken maar één vorm van gemeenschapszin: de stelselmatige en doelbewuste zelfzucht. Wij dienen de samenleving alléén in de goede zin, wanneer wij er alles op zetten de natuurlijke gegevens, welke ons verstrekt zijn, tot hun hoogste mogelijkheid op te voeren. Uit de vervolmaking van de persoonlijkheid vloeit de vervolmaking van de maatschappij vanzelf voort.

 

Wij behoeven niet te vrezen, dat wij, door ons aan de dagelijkse dingen te onttrekken, in onze taak ten opzichte van de gemeenschap tekortschieten. In onze afzijdigheid ligt de betekenis van ons bestaan: door ons onverschillig te tonen voor de actualiteit met al wat dat woord aan ijdele opwinding insluit, geven wij op de duidelijkste wijze de onwaarde ervan aan.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken