Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nachtschade (1958)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nachtschade
Afbeelding van NachtschadeToon afbeelding van titelpagina van Nachtschade

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.38 MB)

Scans (8.34 MB)

ebook (3.08 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Editeur

G.W. Huygens



Genre

proza

Subgenre

aforismen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nachtschade

(1958)–Jan Greshoff–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 149]
[p. 149]

22.
Over de domheid

Men moet niet spreken van slecht en goed, doch van dom en iets minder dom.

 

De dommen zorgen voor de eenheid; zij die denken voor onderscheiding en schakering.

 

De kiesvereniging en de reisvereniging hebben in duizend gestalten maar één gids en één spreker: de Domheid.

 

De domheid ontleent aan het feit dat zij zichzelf niet kent een onwederstaanbare drijfkracht.

 

De geweldige macht van de domheid schuilt in haar algemeenheid en haar onherroepelijkheid.

 

Ik stel geen belang in politiek en staathuishoudkunde, omdat ik weet dat er toch geen stelsel uitgedacht kan worden, in staat de verpletterende overmacht van de domheid te breken.

 

Zij die niet dom genoeg zijn om behagen in hun domheid te scheppen, redden de schijn door zich idealisten te noemen.

 

De dommen moeten op grond van het zelfbeschikkingsrecht door hun eigen mensen geregeerd worden.

 

De domme man vraagt naar het waarom der dingen in de verwachting van een antwoord, de wijze met de zekerheid van geen antwoord.

 

De dwaas zegt: ik weet; - de voorzichtige zegt: ik vermoed; - de wijze zegt: ik vermoed dat ik vermoed.

 

Geen wijsheid zonder een grein van dwaasheid; de domheid kan zich de weelde niet veroorloven.

[pagina 150]
[p. 150]

De domheid der dommen is een ramp, die der verstandigen een zegen voor de wereld.

 

Het doel van het onderwijs kan nooit zijn de domheid te bestrijden - dat zou onbegonnen werk zijn - doch om haar aangenaam te camoufleren.

 

Het moderne onderwijs mag op merkwaardige uitslagen bogen: alle analfabeten kunnen thans lezen en schrijven.

 

Het onderwijs door middelmatigen aan middelmatigen verstrekt, kan niet anders doen dan de middelmatigheid verheerlijken.

 

Er zijn dommen die lezen. Verstandige lieden die niet lezen zijn niet verstandig.

 

Veel lezen maakt dom, omdat het een beletsel vormt voor nadenken, overpeinzing en inkeer. Dat wil niet zeggen dat analfabeten niet dom zijn.

 

Alle regels, ook die van de spraakleer, werden opgesteld ten bate van de dommen alleen. De dichter speelt ermede en wijkt er als het hem goeddunkt van af.

 

Gezond verstand is verreweg het beste dat men bezitten kan, àls men geen verstand heeft.

 

Ik weet nog steeds niet of het de gezondheid is die dom, dan wel de domheid die gezond maakt.

 

Dank zij de natuurlijke voeding en de frisse lucht is de domheid op het platteland gezonder, levenslustiger en hardnekkiger dan in de stad.

 

Volkswijsheid is een gezonde (blozende en dartele) en daarom wel bekoorlijke vorm van domheid.

 

‘Dromen zijn bedrog’ is een spreekwoord, door domme lieden tot troost voor domme lieden bedacht. - De werkelijkheid is bedrog.

[pagina 151]
[p. 151]

Napraten kan een ieder, nadenken slechts een enkele.

 

Iedere boerenjongen kan leren kaarten. Het nakaarten echter is het voorrecht van meer ingewikkelde naturen.

 

Eerbied is de enige eerbiedwaardige vorm van domheid.

 

Het uit-één-stuk-zijn is een soort domheid, welke mij meer tegenstaat dan enige andere, omdat zij die ermee behept zijn er prat op gaan en daardoor kwaadaardig worden.

 

De enige macht waar zelfs Onze Lieve Heer geen vat op krijgt, is de domheid.

 

Een oliedomme Croesus is iemand, een oliedomme kerkrat is niemand.

 

Het allerergste wat een verstandig man kan overkomen: dat een dom man het met hem eens is. Daarom betreden verstandige mensen slechts schoorvoetend (en ten onrechte) het forum.

 

Dommen en onbeschaafden worden onderling onmiddellijk koek en ei. Jan en alleman denken, afgunstig, dat ongenaakbaarheid uit trots voortspruit. Niets is minder waar. Alleen uit zindelijkheid.

 

Men moet wel heel dom zijn om ooit gelukkig te worden.

 

Zij die het luidst ja roepen, doen dat uit vrees voor neen. De levenslust verbergt afgronden van domheid en zelfbedrog.

 

De dommen lijkt het leven eenvoudiger, de verstandigen ingewikkelder dan het in werkelijkheid is.

 

Alleen domme en oude mensen hebben haast. Zij die jong zijn hebben het leven, zij die wijs zijn de eeuwigheid voor zich.

 

Verdraagzaamheid is zo zeldzaam omdat het de enige deugd is, die ver buiten het bereik der domheid ligt.

[pagina 152]
[p. 152]

Als ik de macht had, zei Deterding, liet ik alle leeglopers zonder vorm van proces doodschieten. Hieruit blijkt dat men mateloos dom kan zijn en toch rijk worden in de olie.

 

Er bestaat slechts één duurzame en algemene Internationale, de Eerste en de Laatste: die van de Domheid.

 

De afgunst van de armen ten opzichte van de rijken is kinderspel vergeleken bij de dodelijke haat van de dommen tegen de denkenden.

 

De buitengeslotenen uit het rijk des geestes worden, om zich een houding te geven en wat om handen te hebben, mannen van de daad. Zoals vroeger de mislukkelingen koloniaal werden.

 

Hoe kleiner het gezelschap, hoe verstandiger het gesprek. Aangezien het gezelschap der luistervinken onbeperkt is, zijn de radiouitzendingen ook onbeperkt dom.

 

Hoe beperkter de geest is, des te geringer wordt de kans dat hij met zichzelf in tegenspraak komt. Het voet bij stuk houden is een der zekerste aanwijzingen van domheid.

 

Het is niet menslievend op wanbegrippen te smalen. Het zijn de enige begrippen waar negen tienden van onze lotgenoten het hun gehele leven mee stellen moeten.

 

In de Verenigde Staten is ook de domheid groots door haar afmetingen: massaal en massief.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken