Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Voetzoekers (1932)

Informatie terzijde

Titelpagina van Voetzoekers
Afbeelding van VoetzoekersToon afbeelding van titelpagina van Voetzoekers

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.89 MB)

Scans (4.30 MB)

ebook (3.14 MB)

XML (0.18 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Voetzoekers

(1932)–Jan Greshoff–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 51]
[p. 51]

X
Laus Mediocritatis

Het geeft een rustig en prettig gevoel van zekerheid en stabiliteit, wanneer de gebeurtenissen precies verloopen zooals men het zich voorstelt. Wanneer een vereeniging als Les Amis des Lettres françaises werkelijk een goed schrijver of een intelligent man hadden uitgenoodigd om Nederland te vertegenwoordigen, dan zou dat, tegen alle verwachtingen en traditiën ingaande, een malaise in het leven roepen, een wantrouwen wekken. Nu men met een nette banale burgerdame - litterair gesproken -, die een beetje slonzig maar niet geheel onhandig met de penhouder omgaat, aankomt, is alles precies zooals het hoort en zooals het wezen moet. Mevrouw J. van Ammers-Küller is de ware vrouw voor het belletristische vereenigingsleven; zij is bereikbaar voor het gemiddelde begrip der leden.

En wanneer Mevrouw J. van Ammers-Küller origineele of zelfs maar verstandige dingen gezegd had, dan zou dat eenvoudig onze geheele levensconceptie verstoord hebben. Ik houd niet van zoo'n plotselinge ‘Umwertung aller Werte’.

[pagina 52]
[p. 52]

Ik ben dus als een kind 200 blij dat Mevrouw Van Ammers-Küller tegen de interviewer van Comoedia domme, onbeduidende volzinnen gesproken heeft, zooals haar dat past en zooals wij het van haar verwachten. Alles is nu precies in orde en de Nederlandsche litteratuur loopt op rolletjes.

Ik ben ook heel blij dat zij het bestaan van Arthur van Schendel niet schijnt te vermoeden; dat is ook niets voor letterlievende personen van haar slag. En wat zou zij van onzen grootsten prozaschrijver gezegd hebben? Men houdt het hart vast, wanneer men leest dat zij over Couperus niets anders weet uit te brengen dan dit: ‘Comme beaucoup de nos écrivains il s'est attaché à décrire la vie de famille hollandaise...’

Van Henriëtte Roland Holst of van Dr. Leopold hooren wij niets. En niets, als zij die ‘jongeren’ noemt, van J. Slauerhoff...

‘Les jeunes n'ont pas encore atteint la maîtrise de leurs aînés...’ Het meesterschap van Jo van Ammers-Küller? De hemel beware de jongeren ervoor!

En de Fransche litteratuur? Kent men die in Nederland?

‘A peu près toute...’ beweert mevrouw dan

[pagina 53]
[p. 53]

gratis. Mevrouw, mevrouw, het is niet wààr! U jokt! Men kent in Nederland de Fransche litteratuur niet. Er is een heel klein, eng gesloten kringetje dat zich met Fransche letteren bemoeit. Dat kringetje bestaat voor twee derden uit litteratoren en leeraren. En daar buiten weet men niets van de Fransche litteratuur. Het Nederlandsche publiek, voor zooverre het nog leest, leest Engelsche romannetjes en een enkele keer een Duitsch boek. Fransch is voor de normale tusschensoort veel te moeilijk. Of mevrouw Van Ammers-Küller kweelt maar wat, óf zij weet er niets van. Ik denk dat zij deze dualiteit in zich zelf heeft opgelost, dat zij èn er maar op los kweelt èn er niets van weet. Ze noemt dan ook een raar hutspotje van Fransche namen, en zegt dat die in Holland ‘bekend’ zijn.

‘Les Hollandais n'ignorent ni Proust, ni Gide, ni Duhamel, ni Roger Martin du Gard, ni Montherlant, ni Paul Valéry, ni Mauriac, ni Edmond Jaloux, ni André Maurois, que pour ma part, j'aime infiniment’. Dat kon niet missen: van de gepolijste en vergulde middelmatigheid des heeren Maurois, typisch een schrijver voor fatsoenlijke half-intellectueele middenstanders, geniet mevrouw Van Ammers-

[pagina 54]
[p. 54]

Küller bovenmate. Niemand misgunt haar zulke pleziertjes. En er is dan toch, goddank, nog eenig houvast in deze wentelende chaos. Aan Mevrouw Jo van Ammers-Küller, ‘ambassadrice littéraire’, klem ik mij vast, als een drenkeling aan een stuk drijfhout. Wat ook vergaan moge, waar men ook aan twijfelen kan, nooit aan de Domheid en de Pretentie, die deze lieflijke wereld zoo allergezelligst gearrangeerd hebben. En daarom heffen wij ons glas, onzen roemer, tot den rand gevuld met schuimenden gal, ter eere van de gevierde Ambassadrice.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken