Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 3. Zwanen pesten (1948)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 3. Zwanen pesten
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 3. Zwanen pestenToon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 3. Zwanen pesten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.12 MB)

Scans (15.66 MB)

ebook (3.33 MB)

XML (0.55 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

verzameld werk
polemiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 3. Zwanen pesten

(1948)–Jan Greshoff–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

8

Jaren lang hebben de jonge mensen, niet zonder reden, geklaagd dat zij geen kans zagen om te tonen wat zij kenden en waartoe zij in staat waren. Tijdschriften, concertzalen en gelegenheden om ten toon te stellen, bleven angstvallig voor hen gesloten. En zij beschuldigden, bitter en hartstochtelijk, hun oudere tijdgenoten van eigenbaat, van onderdrukking. Zij, die zich, met moeite en nood, een plaatsje veroverd hadden, dachten er niet over om dat af te staan en evenmin

[pagina 64]
[p. 64]

om het te delen met de nieuwe lichting, die ongeduldig stond te trappelen voor dichte deuren.

Toen de oude heren, die wij, met een germanisme, gewoon zijn de Tachtigers te noemen, jong waren en vol idealen en rijk in het vertrouwen aan hun eigen kracht en talent, vonden zij nergens een plaats om zich in het openbaar uit te spreken. Aan alle kanten botsten zij op tegen wanbegrip en onwil. Aldus werden zij, in de letterlijke zin des woords, gedwongen om zich een eigen tribune te bouwen en de Nieuwe Gids op te richten. Elders was het al niet anders. Voordat men in het heiligdom van de Revue des Deux-Mondes werd toegelaten, was men vergrijsd in de wachtkamer. De ‘jongeren’, die op de Salon ten toon mochten stellen, waren op het hoogtepunt van de middelbare leeftijd. Toneelschrijvers en componisten werden rustig aan grootvader, voordat directies en dirigenten hun bestaan begonnen te vermoeden.

Deze alleenheerschappij der Oude Heren had, buiten kijf, ernstige bezwaren en niemand zal er naar terug verlangen. Maar men vraagt zich af: is het nu een zuiverder, beter, aangenamer toestand?

Na de eerste wereldoorlog is het weer plotseling omgeslagen. De jongeren werden overal, als het heet, in triomf binnen gehaald. Men kon niet jong genoeg zijn. Toneeldirecties en uitgevers fronsten bedenkelijk het voorhoofd wanneer zij vernamen dat een auteur de dertig voorbij was. Vijf en twintig jaar werd de leeftijd voor het grote succes. Bernard Grasset was de koning te rijk toen hij de hand kon leggen op een romancier van zeventien jaar (Raymond Radiguet) die bovendien nog de onmiskenbare eigenschappen van het genie had.

De Revue des Deux-Mondes, de Revue de Paris, de Revue de France lokten met zoet gefluit de kinderen binnen. Ten onzent trad H. Marsman op in Verwey's overdeftige Beweging vóór dat hij zijn eindexamen H.B.S. achter de rug had. De Gids wilde niet achterblijven en publiceerde met welbehagen poëzie en kritische

[pagina 65]
[p. 65]

bijdragen van jonkmannen met de baard in de keel. Wanneer men toen een Parijse theater-agenda ter hand nam, zag men daarop bijna uitsluitend stukken van ‘moins de trente ans’ vermeld: van André Lang, Jacques Sindral, Marcel Achard, Paul Nivoix, Marcel Pagnol, Jacques Natanson, Jean Sarment, Stève Passeur, Bernard Zimmer.... Zelfs de Comédie française doet mee met Moloch door Boussac de Saint-Marc.

En juist hetzelfde verschijnsel deed zich voor in de schilderkunst en de muziekwereld. De jonkheid vierde hoogtij, gevolg hiervan was, dat het publiek dagelijks in aanraking komt met tal van onrijpe proeven, onevenwichtige uitingen, brutale en eigenwijze moedwilligheden. De langzame keuze, die bij de vroegere gebruiken mogelijk was, heeft plaats gemaakt voor een luidruchtige baaierd.

Dat mag waar zijn en dat is waar, maar men mag nooit vergeten dat, volgens een dichter, de Jeugd altijd gelijk heeft, ook wanneer zij de zonderlingste vergissingen maakt! De Jeugd heeft, alleen door het feit dat zij de Jeugd is, alle rechten, ook het recht om onrecht te doen. Is de kunst nu hiermede beter, aangenamer dan vroeger? Neen. Maar zij is levender, rijker, bloeiender, meer geschakeerd, brandender, milder, meeslepender.

Leve de Jeugd, ook wanneer zij ons, grijzende huisvaders, naar het leven staat!

Wij moeten het alleen de jongelui niet te gemakkelijk maken. Zij moeten hun plaats hebben, en zo spoedig mogelijk, maar zij moeten die veroveren. Wie zonder strijd bereikt, is vóór zijn tijd een oud man!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken