Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De droeve, ende blyde wereldt (1671)

Informatie terzijde

Titelpagina van De droeve, ende blyde wereldt
Afbeelding van De droeve, ende blyde wereldtToon afbeelding van titelpagina van De droeve, ende blyde wereldt

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.88 MB)

ebook (3.14 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De droeve, ende blyde wereldt

(1671)–Joan de Grieck–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Behelsende vele treurighe gheschiedenissen, belacchelycke kluchten, heerlycke leeringen, ende andere ongemeene aerdigheden


Vorige Volgende

De flickerende kuysheyt.

HEt gebeurde in een der beroerten die de Staten gewoonelijck gelijck de winden der zee, beroeren, dat seker kryghsvolck, door seker lantschap in Vranckryck treckende, in een dorp, daer't sich verdeelde, eenighe tijdt stil bleef. Een Serjant van een

[pagina 50]
[p. 50]

vaendel voetvolck, 'toogh op sijnwaerdts dochter, die hem schoon scheen, gheworpen hebbende, dé alle mogelijcke vlyt, om van haer t'geen te verwerven, dat sy, die haer eer beminnen, meer dan duysent levens achten. Hy, siende dat haer ontghehantsame deucht niet soo licht te winnen was, meynde dat haer arme staet naer geschencken luysteren sou. Maer sijn giften wierden soo weynigh, als sijn woorden, aenghenomen. Dit ghemoedt, tot kuysheyt ghenootschickt, weerstont al dese listen, die alleenlijck de lichtvaerdighen en swacken bekoren. Hy, siende dat dese visch niet aen't aes, dat hy hem boodt, wilde byten, besloot haer in sijn netten, oft van ghewelt, oft van liefde, te doen vallen; en, haer menighmael daer mé ghedreyght hebbende, besloot, van eenighen, sijn mackers, gheholpen, die hy deel aen dit aes beloofde, op een nacht sijn aenslagh te

[pagina 51]
[p. 51]

volvoeren. Dese dochter, besloten hebbende eer te sterven, dan haer eerbaerheyt te laten rooven, vertrock, volghens haer ghewoonte, in haer ouders kamer, om daer de nacht over te brenghen.

In't diepste van hun slaep quamen de kryghsknechten aen de kamerdeur kloppen, en swoeren en dreyghden dat sy haer op de vloer souden loopen, soo sy niet open deden. De dochter openbaerde aen haer ouders des Serjants voornemen, om haer in dese noot te helpen. Sy sprongh ondertusschen van't bed, en nam een branthout, om sich daer mé, soo sy best kon, te verweren. De deur wierdt ondertusschen open geloopen, en dese roovende wolven traden binnen, om d'eer van dit onnoosel schaep te verslinden. Terwyl d'ouders, om hulp roepende sich teghen hun ghewelt pooghden te verweren, ontsnapte de dochter deur een andere deur, en vloodt met haer

[pagina 52]
[p. 52]

gheglomme hout in de handt, in de schuer, daer sy sich besloot. De kryghsknechten liepen haer naer, en dreyghden haer grouwelijck voor de deur. Sy, de deur open loopen willende saghen een dicke roock, van een groote vlam ghevolght, en terstont de heele schuer, vol stroy en hoy, in lichte vlam: want dese kloeckmoedighe dochter wilde liever haer eerbaerheyt, door't verlies van haer leven, bewaren, en 'tvier tot haer hulp roepen, dan haer in d'armen van dese snoode kryghsknechten verliesen.

De bedroefde ouders stelden door hun ghekryt 'theele dorp in beroerte. De hooftman stont op, by de welck sy recht eyschten over't ghewelt van dese Serjant, die sijn voornemen niet volbracht hebbende, niet gheloofde dat sijn hooftman sijn voornemen wilde straffen. De hooftman, dit schrickelijck schouspel van dit kuysch en deuchdelijck lichaem, van de vlam-

[pagina 53]
[p. 53]

men omringht, ghesien hebbende, wierdt soo vergramt, dat hy, om de sonde van de stichter van dit droevigh ongheluck te straffen, aen de boeren en kryghsknechten, die by hem waren gheboodt dat sy hem in't vier souden werpen. Dit wierdt in een oogenblick ghedaen. Maer dese elendighe, 'tsy door sijn mackers gheholpen, oft dat hy dwers door't vier liep raeckte uyt, en, de vlucht nemende, wierdt van de hooftman, die snelder van beenen was, vervolght, en die, by hem komende, hem met sijn swaert deur't lichaem stack, en hem door't stael de doot, die hy in't vier niet ghevonden hadt, de lijden. Hy, hier mé niet vernoeght, dé, om aen d'anderen een voorbeelt te gheven, en hun te leeren sulcke moedtwil niet te bedryven, sijn lichaem in't vier werpen, dat terstont tot asch verbrant wierdt. Maer 'tlichaem dat van dese kuysche dochter wierder uytghetrocken; 'twelck hy eerlyck dé begraven.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken