Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Nederlandse lied in de Gouden Eeuw (1991)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Nederlandse lied in de Gouden Eeuw
Afbeelding van Het Nederlandse lied in de Gouden EeuwToon afbeelding van titelpagina van Het Nederlandse lied in de Gouden Eeuw

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.34 MB)

Scans (22.45 MB)

XML (0.92 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

studie
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Nederlandse lied in de Gouden Eeuw

(1991)–Louis Peter Grijp–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 147]
[p. 147]

Deel II
De Wijsaanduiding

[pagina 149]
[p. 149]

5
De Velden van het Lied

Willen we grote hoeveelheden liederen bestuderen en vergelijken dan is het zinnig de gegevens van elk afzonderlijk lied te verdelen over verschillende informatiecategorieën, parameters, grootheden of hoe men ze ook wil noemen. Ik zal daarvoor de term veld hanteren, ontleend de informatica. Er zijn vele velden denkbaar, zoals titel, wijsaanduiding, tekst en daarvan afgeleid tekstincipit, melodie en melodie-incipit, refrein, strofevorm, genre, onderwerp, inhoud, taal, auteur, ken- of naamspreuk, componist en onderschrift. Voor wie de samenhang in de contrafactuur wil bestuderen zijn de wijsaanduiding en het tekstincipit (kortweg: incipit) de klassieke zoekvelden, en in mindere mate het refrein. Met deze velden kan men melodieën bij liedteksten zoeken en ontleningen vaststellen. Een in het onderzoek nog nauwelijks gebruikt zoekveld is de strofevorm. Daaraan is het derde deel van deze studie gewijd. In het onderhavige, tweede deel staat de wijsaanduiding centraal. Omdat de wijsaanduiding afhankelijk is van de velden incipit en titel worden deze in dit hoofdstuk als eerste behandeld. In de volgende hoofdstukken komt dan de wijsaanduiding zelf uitgebreid aan bod in tal van facetten. Het laatste hoofdstuk van dit deel is gewijd aan de klassieke heuristiek.

Een aantal van de genoemde velden is meestal direct zichtbaar in de bron, zoals de titel, wijsaanduiding en tekstincipit, soms ook de melodie. Andere moeten door analyse worden afgeleid, zoals de inhoud van de tekst en in zekere zin ook de strofevorm. Soms kunnen velden alleen via externe informatie worden bepaald, bijvoorbeeld de auteursnaam wanneer deze niet is vermeld in onze bron maar wel in een andere. De ‘zichtbare’ velden verschijnen in liedboeken, pamfletten, handschriften en dergelijke bij elk lied in een geijkte volgorde. De titel en de wijsaanduiding (in die volgorde) vormen te zamen het opschrift van het lied, dat wil zeggen: alles wat er boven het lied staat, ofwel alles wat aan het incipit voorafgaat. Het opschrift wordt doorgaans gevolgd door de liedtekst zelf en deze op zijn beurt eventueel door een onderschrift, bijvoorbeeld een auteursnaam, kenspreuk (naamspreuk) of datering. Er kan ook een melodie in muzieknotatie zijn, meestal direct na het opschrift. Onder de noten staan dan de woorden van de eerste strofe. Daarop volgt de tekst van de overige strofen, waarbij een enkele keer de eerste strofe nog eens afgedrukt wordt. De vervolgstrofen hebben doorgaans geen muzieknoten, behalve in de zogenoemde uitgaven van psalmen ‘geheel op noten’ (zie p. 48)Ga naar eind214.

[pagina 150]
[p. 150]


illustratie

Het in moderne volksliedbundels vaak gebruikte systeem om onder elke notenbalk de betreffende tekstregels van alle strofen te noteren, werd in 17e-eeuwse liedbundels niet toegepast. Alleen bij meerstemmige muziek gebeurde dat, zoals bijvoorbeeld in talrijke uitgaven van de cantiones natalitiae en in Stalparts Gulde jaer...Zonnendagen (zie p. 51). Vaak zien we in liedboeken de inhoud van sommige velden een tweede maal verschijnen: in het register. Meestal betreft dit alleen het tekstincipit, maar in bijzondere gevallen zijn er ook andere ingangen opgenomen. Omdat dit iets zegt over de status van de velden in kwestie en over hun opzoekbaarheid heb ik aan dit verschijnsel een korte beschouwing gewijd, die volgt na de behandeling van de titel en het incipit.

eind214
Luth 1986 deel 1, p. 166, Matter 1987, p. 175. Voor zover bekend werd het principe voor het eerst toegepast in 1586. Het oudst bewaarde psalmboek geheel op noten dateert van 1598 (Fontes Dath 1598b).

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken