Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Nederlandse lied in de Gouden Eeuw (1991)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Nederlandse lied in de Gouden Eeuw
Afbeelding van Het Nederlandse lied in de Gouden EeuwToon afbeelding van titelpagina van Het Nederlandse lied in de Gouden Eeuw

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.34 MB)

Scans (22.45 MB)

XML (0.92 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

studie
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Nederlandse lied in de Gouden Eeuw

(1991)–Louis Peter Grijp–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige
[pagina 359]
[p. 359]

Register

Aanhoor gij maagden reine 305
Accentaantal 234, 261
Accentvers 239
Ach Amaryllis! 113, 127, 262, 269, 309
Ach dach! wenschelijcke dach 309
Ach my Diane! 114
Adieu Haarlem o soeten dal 308
Adolf van Nassau 182
Adriaenssen, E. 52
Adventliedeken 154
Aemstelredams amoreus lietboeck 30, 93, 151, 163, 172, 175, 277, 315
Aemulatio 79, 91, 117, 128, 323
Aenhoort tgheclach 106
Air 42
Air de cour 27, 229, 247, 282, 321
Al ben ick schoon Liefje niet machtigh rijck 304
Al van een eerbaer vrou en haren man 305
Al waert dat mijn, de Godt Jupijn 310
Al wat men hier in dese Werrelt siet 214
Albert, Heinrich 63, 65
Alewyn, Abraham 38
Alle die hier tot de Reden 288
Alle mijn ghepeys doet mi so wee 198
Allemande Pekelharing 135
Allemande Prince de Parma 142
Allemange de son Althese 139
Almaigne Cicilie 310
Als Bocx-voetje speelt met sijn Pijpje in 't Dal 57
Als d'ooghen schoon 311
Als Daifilo speelden en Filida zong 59
Als ick in myn gedacht 310
Als Jan Sybrech sou belesen 36, 155
Als Juno met haer kroon 302
Als mijn stondlein voor handen is 193
Alsmen bespoort dat liefde gheeft 94
Alst begint 186
Alternantie 290
Alternerend vers 239
Amaril, had ick hair uit uw tuitjen 247
Amaryl de deken sacht 331
Amaryl had lang 283
Amaryllis, ach! waer heen 119
Amoreuse liedekens 307, 315
Anachronisme 292
[pagina 360]
[p. 360]
Anapestregel 251, 254
Anders, Hendrick 38
Anemone, Mijne Schone 82
Anjou, Hertog van 102
Antimetrie 244, 254, 344
Antimetrieën, opeenvolgende 245
Antwerpen rijck, o Keyserlicke 209
Antwerps liedboek 30, 151, 163, 170, 322
-Dat ruyterken in der schuren lagh 200
-Den oude Hillebrand 90
-Eylaes ic arm allendich wijf 95
-Fortuyne heeft mi verbeten 78
-Fortuyne wat hebdy ghebrouwen 78
-Oorlof noch warm ic om zijn gemack 95
-Wy moghen wel loven en dancken den tijt 95
-Het viel eens hemels douwe 76
Antwoordlied 93
Antwoordlied, politiek 209
Antwoordt Liedt op eens Wederdoopers Laster liedt 100
Apollo of ghesang der musen 30, 127, 136, 312
Arent Pieter Gysen, met Mieuwes, Jaap, en Leen 89, 156
Arias Montanus 80
Arp, Jan van 136
Assisium verplicht 108
Asynchronie 213
Attributen 41
Aubade 42
Authenticiteit 291
Aux plaisirs, aux delices bergeres 247
Ay hoor eens buerman lieve kaer 131
Ay my! wat plagen! 117
Baeck, Joost en Jacob 343
Baerle, Susanna van 28, 230
Ballad song 321
Ballade 343
Ban, Joan Albert 28, 37
Barlaeus, Caspar 295
Barokmuziek 37
Bartelotti, Suzanne 295
Basismetrum 253
Bataille, Gabriel 27, 84, 229
Batavus, Rumoldus 163
Becker, Dietrich 31
Bellay, Du 79, 80
Bembo 79
Benaude Mensch' 215
Bent gy daer Lijsje mijn eyghen kaer? 131
Bergamasco, Een, twee, drie 281, 296
Bergliederbüchlein 203
Bertken, Zuster 154
Bertran de Born 170
Bewijzing 35, 297
Beza, T. 211, 240, 245, 325
Binnenrijm 235, 342
Bisschop, P. de 100
Bloedige wolf, waer heen so snel? 70, 73, 331
Bloemhof 30, 139, 172, 275, 294
[pagina 361]
[p. 361]
Bocxvoetje, zie Als Bockvoetje speelt
Boeren Geselschap 156
Boerenlietjes 289
Boerinneken als ghy gaet water halen 113, 119, 269, 274
Boësset, Antoine 28
Boëthius 80, 156, 341
Bon, A. 119
Bonifatius 182
Bor, P. 303
Boudewijns, Katharina 337
Bourrée 175
Branle anglaise 299
Bredero, Garbrand 30, 91, 303-04, 321, 326
-Griane 306
-Stommen ridder 304, 312
-Ach dach! wenschelijcke dach 309
-Al ben ick schoon Liefje niet machtigh rijck 304
-Al waert dat mijn, de Godt Jupijn 310
-Als d'ooghen schoon 311
-Als ick in myn gedacht 310
-Arent Pieter Gysen, met Mieuwes, Jaap, en Leen 89, 156
-De blijdscap komt van mijn 306
-De Liefd' die myn begeert beveelt 306
-De lieve, waerde, soete Mey 310
-Der Goden Waertschap 156
-Dieuwer is verlieft (by get) 308
-Een gherust leven 156
-Een oud Besjen met een Jongman 137
-Een oudt Bestevaertje, met een jong Meysje 137
-Fytje Floris 224
-Getrou van zeeden 307
-Ghy stroom Goddinnen gladt 310
-Hoe soet singht ons de Nachtegael 307
-Hou sick hou, goen dach in 't huys 313
-Hou, Herder slecht,, waar treckt de loop 258
-Ick ben vervaert veur Heyntjeman 306
-Ick sieje wel, al gaeje snel 81
-K'en ken u niet bedwinghen 105
-Kockje 156
-Lieve kyeren wat en deun? 249, 267
-Maar siet! sy sluit 311
-Marten Aepjes eerje gaet 97, 336
-Nifjen, Nifjen, o gy dingh! 97, 336
-Nu Heereman, nu Jong-gesel 137
-Nu hoort mijn vrient gepresen 305
-O Bruydegom en Heere 307
-O Jannetje mijn soete beck! 137, 293
-O leyder Minne! 116, 262, 309
-O lichten brant van Minne 82
-O schoonste schoonheyt wreet! 310
-Seght my, seght my Vriendinne 106, 305
-Uyt Liefden com ick dagelijcx nu 312
-Vermaledyden/Gelt-honger snoot 310
-Vraaght ghy, waerom sucht ghy so seer 309
-Wat wissel van leven, wat grooter strijt 82
-Wech segh ick en vertreckt 313
-Wie dat so dol als onbedacht 312
[pagina 362]
[p. 362]
-Wie sou hem niet verblyen 106
Bruiloftslied 154, 330
Bruydegom die 't wilt hebt ghejaecht 70, 73
Burgh, Jacob van der 47
Burke, Peter 29
Busschof, B. 26
Butler, Joseph 52
Buysero, Dirck 38
By my meucht ghy wel wesen 104
Calvinisme 28
Camphuysen 31, 32, 34, 46, 80, 159, 162, 165, 174, 212, 278, 295, 321, 322
-Aenvechtings Opmercking 128
-Ay my! wat plagen! 117
-Benaude Mensch' 215
-Dood-troost 215
-'t Hert is my benout 262, 335
-Hoogheydts minnaer, die 't acht voor lijen 167
-Middelen tot Heyl en Deuchde 116
-Van Tweederly Heerschen 167
Canon 42
Cantiones natalitiae 51, 150
Canzone 155
Cap-covel 100
Castelein, Matthijs 287
Cats, Jacob 31, 207, 241, 304, 321, 322
-Alle die hier tot de Reden 288
-dialoog van Damon en Philos 46
-Grootste Godt, hoogste Geest 40
-O schoonste dien men vinden mag 98
-Ons gespeul wil enckel trouwen 97
-Oude mans vryagie 98
-Wat mag ons gespeel bewegen 97
-Ziel-sucht 39
Catullus 295
Cessez mortels de souspirer 84, 228, 274, 325
Chanson 42, 155
Chartres 102
Chatelain 287
Choor, zie koor
Christe ghy die zijt dagh en licht 216
Cicero 79
Clemens non Papa 51
Colart li Boutellier 170
Colevelt, J.J. 132
Compère, Matthijs 198
Concatenatie 88
Condé, Prins van 102
Contrafact (definitie) 23
Contrafactcomplex 164, 222
Contrafacten, meerstemmige 50
Contrafactuur, geestelijke 24
Contrafactuur, wereldlijke 27
Convergente bewijsvoering 293
Coornhert, Dirck Volckertsz 28, 33, 80, 156, 159, 162, 172, 240, 303, 321, 324
-Door wissel van liefde myn leven verhueght 82
-Het Godlick woord het levend hemels brode 339
-Vader ons 337
[pagina 363]
[p. 363]
-Van lief te zyn verscheyden 285
Coridon en Sylvia (Van) 312
Cornelyae wilt toch eens drae 310
Coster, S. 303
Courante 42, 175
Courante brande 308
Courante, Fransche 308
Cupid' onlangs geleên 108
Cupido geeft my raedt 224, 315
Cupido Godt 311
Cupido's lusthof 71, 73, 172, 264, 309
Daar wordt op de deur geklopt 192
Daer was een Herder wijs vermaert 339
Danslied 154, 175, 308, 344
Dat jaer is langer als den dagh 193
Dat ruyterken in der schuren lagh 200
Dat viel een Hemels douwe 194
Datheen, Petrus 66, 162, 211, 240, 245
De blijdscap komt van mijn 306
De Geusen, de Geusen 99
De God Apollo wert 344
De la folle entreprise/ Des comtes de Nassau 103
De Liefd' die myn begeert beveelt 306
De lieve, waerde, soete Mey 310
De lustelicke Mey is nu inden tijt 82, 143, 185, 200, 312
De mei die ons de groente geeft 268
De schoon Hollantse Bruyt 194
De Traentjes diese weinden 181
De vleiende Sireen 294
De winter is ons vergangen 194
Deianira', ick kent, u wesen 296
Den Admirant, den Admirant 306
Den lanxten dach van desen jare 308
Den lustichsten tijdt is in den Mey 82
Der Narr als Reitpferd 136
Desen Beker die ick houde 121, 123, 328
Desportes, P. 80, 331
Destins qui separez 315
Deught verwint 70
Deun(tjen) 36, 42, 155, 343
Devoot ende profitelyck boecxken 164, 197
-Haer oogen stralen blincken 200
-Heer Jhesu wilt ghi mi bistaen 205
-Ick hiels mi aen dese aen dese wilde zee 206
-Ick sach mijn heere van valckensteyn 164
-Laet ons te samen 201
-Mijn tijt gaet wech, en ic daer met 205
-Och voer de doot en is troost en is troost 205
-Reyn maechdeken schoon onbesmet (Compère) 198
-Vanden timmerman 164
-Vriheyt van herten en gave ik niet 199
D'Hemelsche Glory, is die groote loon 262
Dialoog, geblokte 112
Dialoog, ladder- 111, 215
Dialoog, tralie- 111, 215
Dialoogpatronen 111
Dicht 155
[pagina 364]
[p. 364]
Die my dit bekerken schencken deet 304
Die niet en gaet in der godloozen raad 67
Die soete coele Mey, is nu ontdaen 314
Dieuwer is verlieft (by get) 308
Diminutie 263
Dispositio 80, 90, 94
Doe een abel Delvenaartje 328
Dolorosi martir, fieri tormenti 87
Door wissel van liefde myn leven verhueght 82
Dowland, John 28
-Frog's galliard (Now, o now) 278
-Lachrymae 40, 323
Droefheit magh ick wel klagen 294
Droncke Goosen 136
Dubbelgangers 62, 230, 291, 292, 305, 316
Dubbelmodel 134
Dubbels, P. 59, 91
-Als Daifilo speelden en Filida zong 59
-Waar toefje, waarde Klorimont! 88
Duivelsliedeken 101
Dupel 248, 254
Durchparodie 75, 86
Dussaert, Joan 37
Duyse, F. van 203, 219
Een amoureus fier ghelaet 342
Een Seraphijnsche tonge 194
Een uchtend door haer soet ghebloos 329
Een Venus dierken 339
Elaes amoer 122
Elck kan falen 122, 265
Elocutio 80, 90
EMAW-situatie 192, 223
Engelsche fa la la 136
Engelsche Fortuyn 40, 142, 214, 323
Engelsche wijs 298
Engelse gaillarde 214
Epigram 42
Epitheta in wijsaanduidingen 177
Erasmus 79
Eristisch 79
Esprits qui souspirez 224, 277
Eyck, Jacob van 128
Eylaes ic arm allendich wijf 95
Faut il qu'une beauté mortelle 207
Ferretti 51
Fliegende Blätter 321
Flus was ongse Truy so mooy 267
Focquenbroch 38
Formwille 284
Fortuyn eylaes bedroeft 40, 99, 145, 295, 314
Fortuyn ick moet u klagen 194
Fortuyne heeft mi verbeten 78
Fortuyne wat hebdy ghebrouwen 78
Frank, Horst Joachim 236, 238
Frank, István 236
Frederik Hendrik 99, 100
Fruytiers, Jan 80, 162, 315
[pagina 365]
[p. 365]
Furiliere 106
Fy boos gheslacht, die nu veracht 333
Fytje Floris 224
Gaillarde 42, 175
Galathea siet den dagh comt aen 123
Gants treurig en verslagen 194
Gastoldi, G.G. 35, 51
Geeft my drincken na mijnen dorst 100
Geertrui van Oosten 186
Geestelijck liedtboecxken 193
Geklank (wijsnoemerterm) 174
Geldorpius 66, 212
Gelegenheidslied 159
Gelijck als een Tortelduyfken quijnt 142
Geluid (wijsnoemerterm) 174
Gemeentezang, zie Kerkgezang 87
Gennrich, F. 62, 237, 284
Genre 151
Getrou van zeeden 307
Geuzenlied 100
Geuzenliedboek 163
Gezelschapslied 154
Gheestelijck bloemhofken 173, 208, 212-13
Ghelijck als die witte Swaen 139
Gheluck vrede en 't leven 194
Gheswinde Bode van de min 143
Ghy lodderlijcke Sylvia 268, 312
Ghy stroom Goddinnen gladt 310
Giraut de Bornelh 170
Gister avont spade sloot ick myn deur 123
Goes, Pieter Leenaerts van der (Druyventros) 154, 299, 306, 311, 315
Grafschrift 42
Gratielied 154
Gregoorjus die voor henen, Hill'brandus was genaemt 90, 338
Grijpt eenen moet, ghy edel jongelingen 311
Groote Goden, niet om raken 296
Grootste Godt, hoogste Geest 40
Gueden dach ende gueden nacht vens ic die liefste mijn 216
Guédron, Pierre 27, 229, 325
Gui de Cavaillon 169
Hacquart, Carolus 37
Haeften, B. van 52
Haerlems oudt liedtboeck 30, 48, 63
Haffner, Jacob 37
Halle en Keyser 253
Hangsje Hangebroeck 293
Hansken sneed het koren was lang 180
Harduyn, J. de 52
Haselaer boom (Van den) 193
Hätzlerin, Clara 163
Heb ick o soete Meyt 143
Hebbense dat ghedaen, doense, doense 99
Heeft, o vlugge Min, u geleert u Moeder soet 298
Heer Jhesu wilt ghi mi bistaen 205
Heer Krelis! wat sinje een kluchtige quant 58
Heere, Lucas de 239, 240
Heiligenliederen 90, 107, 163
[pagina 366]
[p. 366]
Heinderijcx, Loys 209, 212
Helaes amoer wat gaet 138
Helaes ick vind my heel in noot 107
Hemiool 342
Hendrik de Grote 282
Henricus van Nassouwe, is eenen vromen Helt 100
Herderlied 69, 71, 114
Herxen, Dirc van 25
Het aertje van de wijnen 194
Het daghet inden Oosten 29, 180
Het daget inden Oosten .. deerne Geertruyd 186
Het daget inden oosten/ Die maen schijnt over al 185
Het daghet inden oosten/ Die sonnen scijnt over al 186
Het eerste gebodt eer Adam wert 311
Het Geloof allenskens kleynder 194
Het Godlick woord het levend hemels brode 339
Het Hert is my benout 262, 335
Het Heyl is ons gekomen siet 193
Het leyt een slot in Oostenrijck 193
Het peerd van Ome Loeks is dood 192
Het quamen drie rutters 216
Het viel een hemelsdouwe/ op een jonc maechdelijn 76
Het viel eens hemels douwe/ Voor mijn liefs vensterkijn 76
Het viel op eenen morghen stont 216
Het vierich stralen van de son (Revius) 83, 331
Het vinnich stralen van de Son (Hooft) 30, 83, 86, 268, 331
Het vinnig stralen van de Son (Lodenstein) 86, 331
Het vryde een Wals Walinneken 105
Het waren twee gespelen 304
Het was eens joden dochter 199
Heterometrische strofen 237
Heyns, Zacharias 303
Hillebrandslied 90, 182
Hoe condt ghy my bedroeven 336
Hoe diep zijt gij gesoncken 181
Hoe is den Mensch helaes verbolgen 64
Hoe legh ick hier in dees ellende 64
Hoe soet singht ons de Nachtegael 307
Hoe zalig was de Maagd 107
Hoelangh zal de liefde,, siet 122
Hoewel t verstant 258, 264
Hogendorp, G. van 344
Homerus 79
Hooft, Cornelia 296
Hooft, P.C. 28, 71, 80, 91, 155, 173, 224, 249, 295, 321
-Baeto 227
-Geeraerdt van Velsen 29, 143, 303
-Granida 59, 68, 88, 296, 303
-Ach Amaryllis! 113, 127, 262, 269, 309
-Als Jan Sybrech sou belesen 36, 155
-Amaril, had ick hair uit uw tuitjen 247
-Amaryl de deken sacht 331
-Amaryl had lang 283
-Chanson a Madame 278
-Claech-leidt 155
-Dartelavondt 156
-Deianira', ick kent, u wesen 296
[pagina 367]
[p. 367]
-Galathea siet den dagh comt aen 123
-Groote Goden, niet om raken 296
-Heeft, o vlugge Min, u geleert u Moeder soet 298
-Het vinnich stralen van de Son 30, 83, 86, 88, 268
-Hoe diep zijt gij gesoncken 181
-Hoewel t verstant 258, 264
-Klaere, wat heeft 'er uw hartje verlept 247
-Medea onbeweecht in wiens verwoede borst 99
-O eegae waerdt, wat lust u 't hart 227, 325
-O Heylighe Drietal wellekom 143
-Periosta 155
-Rei van Hemellieden 143
-Rosemondt die lach en sliep (velddeuntjen) 36
-Rosemont, hoordij speelen noch singen? 247
-Sal nemmermeer gebeuren 29, 180
-Schent uw perruik, vertreedt haer' schat 230
-Schoon Prinssenoogh gewoon te flonkren 45
-Sterflijck geslacht uw suchten schorst 84, 230, 276
-Veldtdeuntjen 39
-Verheven grootsche siel die s'werelts doen belacht 99
-Vluchtige nimph waer heen soo snel? 30, 63, 68, 73, 249
-Waer blinkt ghy, klaerheidt van mijn' ooghen? 36, 84, 282
-Windeken daer het bosch af drilt 30, 69, 73, 249
Hoogheydts minnaer, die 't acht voor lijen 167
Hoort al ghy Nymphen reyn 336
Hoort mijn gebedt; u ooren neyght o Heere! 65
Hoort toe, ghy Leeuwen fijn 209
Horatius 79, 80
Hou sick hou, goen dach in 't huys 313
Hou, Herder slecht,, waar treckt de loop 258
Hove, Joachim van den 52, 128
Huybens, Gilbert 219
Huygens, Constantijn 28, 35, 37, 50, 80, 241
Hy cusse my wt s'herten gront 331
Hy heeft geluk en zegen 66
Hymni (1615) 80
Ic sach mijn heer van valkesteyn 164
Ic weet een moelenerinne van herten also fijn 202
Ich weiss mir eine Müllerin 203
Ick ben tot Amsterdam gewesen, hu, hu 136
Ick ben vervaert veur Heyntjeman 306
Ick bid mijn Heer de Medecijn 336
Ick claegh u Venus dieren 305
Ick danck u lieve Heere 193
Ick hebber een uyt verkoren 307
Ick hiels mi aen dese aen dese wilde zee 206
Ick ken u wel, ô vande hel 81, 331
Ick klaegh, ick treur, ick quijn 344
Ick peyns om een persoone 104
Ick sieje wel, al gaeje snel 81
Ick vint eylaes my nu in noot 333
Ick voer al over Rijn 302
Ick weet noch een Jouffrou fijn 333
Ik die uyt minne 286
Ik voer al over zee, wilje mee 302
Ik zeg adieu 24
Imitatie, contaminerende 65
[pagina 368]
[p. 368]
-creatieve 79
-dissimulatieve 79
-transformatieve 79
Imitatio 69, 75, 78, 88, 91, 127, 129, 142, 323
In een prieel vol ruyckende Roosen 339
In kleinheid leef ik onbenijd 309
Incipit 149, 160, 179
Inquit-formule 111
Interactieve zoektechnieken 298
Inventio 38, 80, 83, 89
Io tho de Personne 286
Isometrie 237, 290
Isomorphie 62
J'aymeray tousjours ma Phillys 68, 72
Janneman, en Alemoer (Van) 335
Janssen, Anthony 129, 173
Japix, Gysbert 133
Jean de Nivelle 288
Jeught wilt vrueght in u doen blijcken 334
Jezuïeten 26
Jig 135, 136, 323
Jonctys, Daniel 37
Junius 79
K'en ken u niet bedwinghen 105
Katholijk! wild my bescheyden 336
Kenspreuk 149
Kerkgezang 48, 66, 87
Kerstliedeken 154
Ketel, Cornelis 70, 73
Klaaglied 154
Klaere, wat heeft 'er uw hartje verlept 247
Klein Jan 173
Klucht 42, 155
Klucht van Jaep en Lijs 131
Klucht, zingende 135
Knipzang 37, 155
Knuttel 75
Komt mijn liefste lief met eeren 334
Kond' ick die Maneschyn bedecken 80
Konincklycke fantasien 174
Koningh, Abraham de 212, 303
Konink, Servaas de 37, 38
Koor 42, 155, 160
Opschrift 212
Kruisverwijzing 222
Krul, Jan Harmensz 31-32, 37, 310, 322
-Amaryllis, ach! waer heen 119
-Ick klaegh, ick treur, ick quijn 344
-Ik die uyt minne 286
-Laura zat laatst aan de Beek 36, 39
-O soete brandt der minne 82
-Waer isser schoonder schoon 301
La dauphine 342
La pieuse alouette 165, 194
Lachrymae 40, 323
Ladderdialoog, zie Dialoog, ladder-Laest
gingh ick inde Mey spaceren 334
[pagina 369]
[p. 369]
Laet ons met hel geklangh (ps. 79) 210
Laet ons te samen/ Nu alle verbliden 201
Lasterlied 100
Laura zat laatst aan de Beek 36, 39
Leendertsz 126
Leeuw, Cornelis de 37
Leeuw, David 296
Leidt 155
Lettergreeppositie 242, 253
Lettergreepvers 239, 254
Leysen 198
Leysliedeken 154
Lezen van liederen 33
Lied, geestelijk 154
Lied, gemeen 154
Lied, onderwerp van het 151, 156
Lied, schriftuurlijk 155
Liedblad 49, 156
Liedsoort 151
Lieve kyeren wat en deun? 249, 267
Locus topicus 38
Lodenstein, Jodocus van 26, 38, 80
-Dialoog van Maria en Petrus 128
-Gelijck als een Tortelduyfken quijnt 142
-Het vinnig stralen van de Son 86, 331
-Wonder Godt! wat wonder werck! 335
Lofzang 154
Lofzangh Mariae 209
Luyken, Jan 38
Maar siet! sy sluit 311
Madrigaal 28
Madrigalisme 38
Maer als de liefd ons tegen is 94
Maintenant les dieux ont quitté 283
Malle Symen 128, 262
Malsims 324
Mander 62, 80, 162, 194, 201, 277, 294, 316, 321
-Broothuys 163
-Gulden harpe 163
-Daer was een Herder wijs vermaert 339
-Minne God dom eerghierigh,, wicht 62, 71, 73
-Myn Boersche fluyt, wel op, wy moeten 67
Marenzio, Luca 51, 87
Marguerite, ma petite 82
Marnix van St. Aldegonde 240, 341
Marot, Clément 80, 211, 240, 245, 290, 325, 331
Marten Aepjes eerje gaet 97, 336
Martinon, P. 236-37, 289
Mathysz, Hans 138
Matter, F.H. 219, 304, 326
Maurits, Prins 103
Maximilianus de Bossu 180, 193
Medea onbeweecht in wiens verwoede borst 99
Meertens-Instituut, P.J. 219, 222, 304, 325
Meerwijzigheid, alternatieve 192
-alternerende 139
-sequentiële 44
[pagina 370]
[p. 370]
Meester Clement ghy vuyle vent 308
Meilied 154
Melodienorm 222
Menniste vryagie 35
Mes, Gerard 51
Met een Minnelycke sin, Com ick u 309
Metra, driedelige 247
-gemengde 247
-polyinterpretabele 250
Metrica 253
Metriek 239
Metrum 241
-alternerend 254
-gemengd 254
-tweedelig 254
Middenbinding 343
Middenrijm 342
Mijn tijt gaet wech, en ic daer met 205
Mijn Ziele wilt den Heer 65
Mind niet het leven dat vergaet 204, 217
Minne God dom eerghierigh,, wicht 62, 71, 73
Mölk, U. 236-37
Mons Verlee 139
Mooren-Dans 58
Morghens voor daegh, in 't velt al by den wege 311
Moskowa-walzer 337
Motto 159
Moy Elsje (Van) 181
MS Berlijn 190 170, 174, 176, 202
MS Brussel II 2631 165, 170, 202, 207, 216
MS Buytevest 307, 310
MS Londen 35087 203
MS Pfulligen 327
Muschken, voesterkint, te minne 296
Myn Boersche fluyt, wel op, wy moeten 67
Myn Ziel in Gode rust 208
Naamspreuk 149
Nachtegael int [wilde] 194
Nachtegael kleyn wilt vogelken 309
Nadien, dat eender vrouwen man 267
Natuur wy moeten scheyden 202
Nauwach, Johann 28
Ne vous offencez madame 296
Nederduytschen Helicon (Den) 260, 277
Nieuwen lusthof (Den) 30, 33, 122, 138, 154, 172, 177, 179, 277
Neologisme 324
Netwerken 222
Nieu groot Amstelredams liedtboeck 106, 304, 313, 315
Nieu Medemblicker lietboeck 194
Nieuwjaarslied 154
Nifjen, Nifjen, o gy dingh! 97, 336
Noot, Jan van der 80, 239
Note 174
Nou iens van 't loose Raintgen 88
Nu Heereman, nu Jong-gesel 137
Nu hoort mijn vrient gepresen 305
Nu laet ons allegaer 312
[pagina 371]
[p. 371]
Nu lestent eens 's ochtens 59
Nu sit ick hier en kijck vast toe 217
Nu wel op mijn boersche fluyten 294
Nymphe, die my wont met eenen schicht seersoet 333
O Angenietje 82
O Bruydegom en Heere 307
O eegae waerdt, wat lust u 't hart 227, 325
O ghy trotse maaghdooms aart vol hertneckigheyt 327
O God vander minne 194
O God wy dancken dijner goedt 193
O Godt al van der minnen 194
O Heer wie sal 193
O Heere, Davids Soon 331
O heilig zalig Bethlehem 165
O Heylighe Drietal wellekom 143
O Jannetje mijn soete beck! 137, 293
O Jesu! al mijn roem vestaet 204
O kersnacht 32, 303
O la folle entreprise/ Du prince de Condé! 102
O la sage entreprise/ Des Comtes de Nassau 103
O leyder Minne! 116, 262, 309
O lichten brant van Minne 82
O lyden en pijn, droefheyt is mijn 310
O mijn toeverlaet, troost u: claecht niet 333
O nacht jaloerse nacht 277
O nuict jalouse nuict contre moy conjuree 179
O roosje root! o peerle jent! 310
O schone Europa 107
O schoonste schoonheyt wreet! 310
O soete brandt der minne 82
O Vader Abraham, 'k en kan niet duren 87
O Veenes wat hebt gij nu gewracht 307
O zalig heilig Bethlehem 274
Och Amsterdam ghy doet my pijn 180
Och legdij hier verslagen, die mij te troosten 180
Och lichdy nu en slaept 202
Och mocht ick eens sien, Het eynde van mijn smert 333
Och voer de doot en is troost en is troost 205
Ode 42
Of, differentieel 192, 223
Of, gelijkstellend 192, 223, 295
Offer des Heeren 341
Oldenbarnevelt, Johan van 89
Olipodrigo 37
Omwijzing 197, 224
Onder de linde groen 275
Onderschrift 149
Onmin dede my dwalen,, seer 71, 73
Ons gespeul wil enckel trouwen 97
Ons is verlenghet een deels den dach 327
Onse Vader in Hemelrijck 204, 216, 337
Ontlening, directe 61
-doorlopende 77, 85
-formele 57
-globale 61
-initiële 77, 81, 238, 277, 297
-literaire 57
[pagina 372]
[p. 372]
-muzikale 57
-strofische 275
-thematische 78, 88
-woordelijke 75
Ontleningsmodel, hiërarchisch 57
Ontwaect nu Israel 339
Ontwijzing 33, 187
Oorlof noch warm ic om zijn gemack 95
Op, mijn fluyt, wel op, wy willen 67, 294
Op, wel op mijn soete Marten 293
Opitz, Martin 31, 328
Opmaat 234, 248, 264
Opschrift 149, 150
Oraliteit 45
Oranje Roock 100
Ordeningsprincipes van liedboeken 162
Ou luis tu soleil de mon ame 84, 282
Oude mans vryagie 98
Oude vrou ick wil u niet 138
Over-Veensche Wandelingh 136
Ovidius 80, 107
Padbrué, Cornelis 28, 32, 37, 322
Padbrué, David 302
Pamflet 102
Pannekoek, Anthony 37
Pasprobleem 197
Pastorale 71
Pause 44
Pauw, Reinier 89
Peeckel-haring 336
Pekelharing in de kist 135
Pels, E. 311
Pendant 93
Periosta 155
Pers, Dirck Pietersz 25, 33, 35, 47, 65, 159, 193, 209, 212, 214, 216, 281, 301
-Als Juno met haer kroon 302
-dialoog van Maria en Petrus 142
-Hoort mijn gebedt; u ooren neyght o Heere! 65
-Laet ons met hel geklangh (ps. 79) 210
-Nu sit ick hier en kijck vast toe 217
-Wat stoft de Mensch op al sijn groote goed 215
-Wegh snoode lusten 117
Personage-aanduiding 159
Petersen, David 38
Petrarca 79, 80
Phoebe qui ce mesme Jour 310
Pico 79
Pigman, G.W. 79
Playford 329
Poliphemus aen de stranden 331
Poliziano 79
Pollmann, Jop 219
Poolsch Amanje 310
Positie, zie Lettergreeppositie 253
Potshonderdduizend slapperment 40, 135, 145, 323
Prieel der gheestelicker melodije 26, 80, 160, 209
Princesse lietboec 80, 104, 107, 173, 310, 314, 315, 333
[pagina 373]
[p. 373]
Prins Robberts Mars 143
Properste van persoone,, schoone 299
Psalm 154
Psalm 1 66
Psalm 2 212
Psalm 6 194
Psalm 8 215
Psalm 16 213
Psalm 18 211, 215
Psalm 23 80, 273
Psalm 24 80, 273
Psalm 32 212
Psalm 34 208
Psalm 68 213
Psalm 79 209
Psalm 100 204, 216
Psalm 103 66
Psalm 128 66, 194, 212
Psalm 129 213
Psalm 130 193, 194
Psalm 143 65, 66
Psalmen geheel op noten 149, 211
Psalmstrofen, incomplete 207
Puis que de vivre sans aimer 98
Quand le printemps 331
Quekel, Ida 99, 113
Quelque beauté que la nature 207
Questa dolce sirena 35, 51, 193, 194
Quintilianus 79
Referein 42
Refrein 43
Registers 161
Registers op wijzen 161
Rei 42, 155, 156, 160
Reminiscentie 77
Responce 333
Retorica 80, 89, 92
Retorica, muzikale 38
Revius 80, 159, 296, 321
-Bloedige wolf, waer heen so snel? 70, 73, 331
-Het vierich stralen vande son/Opt hoochste sien wy rij 83, 331
-Hy cusse my wt s'herten gront (Hooglied I) 331
-Ick ken u wel, ô vande hel 81, 331
-Soo lang als ick op aerden leven sal 331
-Trage siel, die in my slaept (Bloedige Sweet) 331
-Windeken wt het paradijs 69, 73, 331
Reyn liefde Croont 342
Rijm (gedicht, lied) 33, 42, 155, 156, 328, 341
Rijm, glijdend 344
-overslagen 261, 287
Rijmgeslacht 234, 264
Rijmregel, Eerste 284-85
-Tweede 267, 287-88
Rijmschema 234
Rimes suivies 287
Rist, Johann 28
Ritme 241
[pagina 374]
[p. 374]
Roberthin, R. 31, 63, 65
Römeling, Patroclus 67
Ronde jaer ('t) 67
Ronsard, P. 80, 331
Roosjes in de mei 309
Rosemondt die lach en sliep 36
Rosemont waerje vliet 39
Rosemont, hoordij speelen noch singen? 247
Roy, Adrien le 27
Rubricator 151, 169, 176
Ruissenberch, B. 82, 131
Ryper liedtboecxken 194, 340
Sag' an ist Schöner wass? 300
Sal nemmermeer gebeuren 29, 180
Saligh is hy bedeghen 194
Samenzang 154
Sapphicazang 192
Sapphische strofe 328
Scanderen 242
Schent uw perruik, vertreedt haer' schat 230
Scheurleer, Daniel 219
Schlawe, F. 236, 238
Schoon Jonck-heertjen heus en trouwe 334
Schoon jonkvrouw ik moet u klagen 336
Schoon Prinssenoogh gewoon te flonkren 45
Schoonste Nimphe van het wout 143
Schop, Johann 31
Schrevelius, Theodorus 330
Schuyt, Cornelis 28
Schwieger, Jacob 28, 31, 300
Seep, C. 58, 60
Seght my, seght my Vriendinne 106, 305
Sei tanto graziosa 40, 51, 143
Seneca 79
Si c'est pour mon pucelage 40, 67, 145, 100, 224, 293, 323
Siebenhaar, Matthias 31
Silvia, mijn Lief, mijn soete Engel hoort 132
Singing Simpkin 135, 323
Sirventés 169
Slotrijm 288
Slotstrofe, incomplete 211
Sluiter, Wilhelm 38, 80, 194, 204, 215
-Mind niet het leven dat vergaet 217
-O Jesu! al mijn roem bestaet 204
Smit, W.A.P. 81, 126
Snel Rebel 302
Snoode tongh valsche clappeye 336
Soet, Jan, zie Zoet
Sonnet 42
Soo haest als ick u (lief) aen sach 308
Soo lang als ick op aerden leven sal 331
Souterliedekens 25, 44, 51, 80, 151, 161, 308, 315, 322
Spanyard, The 329
Spiegel, Hendrick 28, 172, 337
Spiegels, Brechje 180
Spies, Marijke 328
Spijlen 112
[pagina 375]
[p. 375]
Sporten 112
Stabiliteit (van strofen) 233
Stalpart van der Wiele, J.B. 27, 44, 51-52, 67, 87, 91, 139, 150, 159, 162-63, 173, 269, 275, 287, 312, 321
-Gregoorjus die voor henen, Hill'brandus was genaemt 90, 182, 338
-Het daget inden Oosten .. deerne Geertruyd 186
-Katholijk! wild my bescheyden 336
-Nadien, dat eender vrouwen man, 267
-O Vader Abraham, 'k en kan niet duren 87
-Sint Adolph is ghebleven 182
-Verdwaelde Koninginne! Die Christo waert verlooft 83
-Zevenmael/Na Saalmons wijse tael 343
Stamboommodel 222
Starter, J.J. 132, 304, 321
-Flus was ongse Truy so mooy 267
-Kluchtigh t'samen-Gesang van drij Personagien 135
-Menniste vryagie 35
-O Angenietje 82
Steendam, Jacob 59
Steenwijk 103
Stem (wijsnoemerterm) 172
Sterflijck geslacht uw suchten schorst 84, 230
Stollen 199
Stort tranen uyt, schreyt luyde! weent en 259
Stribée, Cornelis 57-58, 82, 331
Strofe, dubbele 214
Strofeschema 233
Strofevariatie 230
Strofevorm 227
-coderen 233
-kopiëren 275
Strofische variatie 257, 272, 276
Substitutie 25
Sullen wy aldus stille staen? 308
Sult ghy vrome Batavieren 100
Sus, sus, Catholiques 102
Swaen, De 27, 90, 162, 194
-D'Hemelsche Glory, is die groote loon 262
-Wilhelmus Graef der Graven 182, 332
Sweelinck, J.P. 128, 302
Sweerts, Cornelis 38
Symmetrie (van strofen) 290
T jongh verheught mijn hert en sin 138
T'vrijden een Boer 94
Tafellied 154
Tandernaken 205
Tant que vivray 331
Teer Kataryntje 82
Tegenhanger 93
Tegenlied 93, 97
Tekstherhaling 235
Tekstincipit, zie Incipit 149
Tekstplaatsing 257, 263
-syllabische 281
-vuistregel 244
Telle, Reynier 179
Ter maes al opten ryn daer woent een Joncfroukijn fijn 207
[pagina 376]
[p. 376]
Tesselschade 37, 85
Theodotus, Salomon 27, 80, 160-61, 163, 173, 216
Thirsis minnewit 178
Thysius' luitboek 54, 302
Tis al Bot 131
Tis huyden een dach van vrolickheydt 337
Titel (van lied) 150-51, 156, 180
Toen Orfeus met zyn keel 301
Tonisch-syllabisch vers 240
Toon (wijsnoemerterm) 172
Touber, A.H. 236-37
Trage siel, die in my slaept 331
Traliedialoog, zie Dialoog, tralie-Transformaties 258
Trant (wijsnoemerterm) 173
Tripel 248, 254
Trochee 235
Twist is gelijk een bitt're rook 213
Uc de Saint-Circ 169
Uitnement kabinet 174
Un doux trait de vos Yeux, ô ma fiere Deesse 331
Utenhove, Jan 240, 245
Uut liefden siet, lijd' ick verdriet 193
Uyt dieper noot schrey ick 193
Vader ons 337
Valerius 48, 52, 54, 161, 163, 173, 321
-Ay hoor eens buerman lieve kaer 131
-Stort tranen uyt, schreyt luyde! weent en 259
Vallet, Nicolaes 32, 52, 128
Van lief te zyn verscheyden 285
Veelderhande gheestelicke liedekens 163
Veelderhande liedekens 181
Veld 149
Velddeuntjen 36
Veldhuyzen, Marie 219, 304
Velsen, Gerrit van (Lied van) 29, 50, 194
Venus, du, en dijn kindt 142
Venus, Juno, en Minerva, dry Godinnen 142
Verdraecht met vlijt, sonder verdrieten 333
Verdringingstheorie 188, 221
Verdwaelde Coninginne/Die t'Hof van den Koningh 84
Verdwaelde Koninginne! Die Christo waert verlooft 83
Vergeestelijking 86
Vergilius 68, 79, 80, 294
Verhee, Wouter 33, 179
Verheven grootsche siel die s'werelts doen belacht 99
Vermaledyden/Gelt-honger snoot 310
Verscheyden bruyloft dichten ende liedekens 212
Versdeel 234
Versvulling 238
Visscher, zie Tesselschade
Vluchtige nimph waer heen soo snel? 30, 62-63, 68, 70, 73, 249
Voetenbank 219, 227, 323, 325
Voigtländer, Gabriel 31
Volkscultuur 29
Volkslied 29, 50
Volksliedarchief, Nederlands 219, 222, 304
[pagina 377]
[p. 377]
Vondel, Joost van den 31, 79, 80, 91, 304, 321
-Gysbreght van Aemstel 303
-Assisium verplicht 108
-De God Apollo wert 344
-De leeuw aen bandt 296
-De musch van Suzanne Bartelot 295
-De vleiende Sireen 294
-Deuntje. Aen Mr. Cornelis Tymensz Padbrué 37, 343
-Doe een abel Delvenaartje 328
-Hoe zalig was de Maagd 107
-Koridon 160
-Lof-zang van Sinte Agnes 107
-Lof-zang van Sinte Klara 108
-Muschken, voesterkint, te minne 296
-Narcissus 160
-Nou iens van 't loose Raintgen 88
-O kersnacht 32, 303
-Rommel-pot vant Hane-kot 220, 293
-Speelstryt van Apollo en Pan 344
-Teer Kataryntje 82
-Toen Orfeus met zyn keel (Uitvaert van Orfeus) 301
-Vechtzangk 294
Voois (wijsnoemerterm) 172
Voorvers 211
Voorzang 154, 155
Vossius 79
Vraaght ghy, waerom sucht ghy so seer 309
Vriheyt van herten en gave ik niet 199
Waar toefje, waarde Klorimont! 88
Wackere Nymphe bruyne,, Maeght 71, 73
Waeckt op ghy Christen alle 193
Wael, A.J. vander 303
Waer blinkt ghy, klaerheidt van mijn' ooghen? 36, 84, 282
Waer is de Dochter van Syon 193
Waer isser schoonder schoon 301
Waer vlucht ghy dertel Herderinne 334
Waerom is hier het tijdelijke goedt 212
Wanneer de Son het morgenroot 329
Warent alle vyanden dat ghy ghesellekens syn 181, 185
Wat mag ons gespeel bewegen 97
Wat stoft de Mensch op al sijn groote goed 215
Wat wissel van leven, wat grooter strijt 82
Wech segh ick en vertreckt 313
Wederlied 93
Weervaers 139
Weest al verheucht, stelt druck ter sijden 333
Wegh snoode lusten 117
Wellens, Boudewijn 91, 106, 261, 339
-Ach my Diane! 114
-Hoort al ghy Nymphen reyn 336
-Nu wel op mijn boersche fluyten 294
-Nymphe, die my wont met eenen schicht seersoet 333
-O mijn toeverlaet, troost u: claecht niet 333
-Wackere Nymphe bruyne,, Maeght 71, 73
Welsalich zijn te achten 212
Werwaert dus haestich uwen ganc 131
Westerbaen 31, 32, 37, 212, 300
[pagina 378]
[p. 378]
Wie dat so dol als onbedacht 312
Wie kant ontvlien, zie Mathysz
Wie lieg ich hie! wie muss ich starren 63, 65
Wie schön leuchtet der Morgenstern 331
Wie sou hem niet verblyen 106
Wie wil hooren een nieu Liet 313
Wijs (wijsnoemerterm) 172
Wijsaanduiding 41, 147, 150, 169
-dissimulatieve 91, 103, 332
-enkelvoudige 171
-foutieve 224
-impliciete 185
-kale 174
-meervoudige 223
-wederkerige 186, 303
Wijsaanduidingen op rijm 179
Wijsnaam 151, 179
Wijsnoemer 151, 171
Wijsnoemerterm 171
Wil mijn gebed, o Heer, verhooren 66
Wil Paris nu helaes verlaat 313
Wilhelmus 40, 90, 100, 102, 103, 145, 182, 193, 194, 240, 249, 323
Wilhelmus Graef der Graven 182, 332
Wilhelmus-strofe 194
Willem van Nassau 99
Windeken daer het bosch af drilt 30, 69, 71, 73, 249, 274
Windeken wt het paradijs 69, 73, 331
Wits, C.J. 194
Wonder Godt! wat wonder werck! 335
Woord-toonverhouding 38
Wouters, D. 156
Wy moghen wel loven en dancken den tijt 95
Zaccheus, Michael 300
Zahn, J. 237
Zang 42, 155, 173
Zangwijs 172
Zesen, Philipp von 28, 31, 82
Zevenmael/Na Saalmons wijse tael 343
Zingbaarheid 37
Zo 't begint 186
Zoet, Jan 45, 329
Zutphens liedboek 154, 170
Zwerfstrofe 77

Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken