Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vergelijkend-syntactische studie van den Renout en het Volksboek der Heemskinderen (1934)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vergelijkend-syntactische studie van den Renout en het Volksboek der Heemskinderen
Afbeelding van Vergelijkend-syntactische studie van den Renout en het Volksboek der HeemskinderenToon afbeelding van titelpagina van Vergelijkend-syntactische studie van den Renout en het Volksboek der Heemskinderen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.75 MB)

Scans (2.50 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

proefschrift


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vergelijkend-syntactische studie van den Renout en het Volksboek der Heemskinderen

(1934)–L.A.H. Albering–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 1]
[p. 1]

I.
Inleiding.

In de inleiding van ‘De historie van den vier Heemskinderen’Ga naar voetnoot1) deelt Prof. Dr. G.S. Overdiep mede, dat hij zich voorloopig ‘moet onthouden van een aesthetischen, stilistischen en taalkundigen, vergelijkenden commentaar op het Volksboek en de poëtische fragmenten, een vergelijkende studie, die in vele opzichten aanlokkelijk is.’ Dit denkbeeld heb ik van den inleider mogen overnemen en het resultaat van mijn in hoofdzaak syntactische vergelijking is in deze studie beschreven.

Met de klank- en flexievormen, noch met de critiek der handschriften van den Renout heb ik mij bemoeid, aangezien de heer P.J.J. Diermanse litt. docts. te 's Gravenhage ver gevorderd is met de bewerking van een belangwekkende nieuwe tekstuitgave, met commentaar, van alle mnl. Renoutfragmenten en van het mnd. fragment. Een onderzoek als dit echter had de heer Diermanse niet op het oog. Hoewel ik uitging van de uitgave-MatthesGa naar voetnoot2), is het van den aanvang af de bedoeling geweest de belangrijkste gegevens van het hs. in aanmerking te nemen. Daarom heb ik het hs. der zes fragmenten vergeleken met de uitgave, waarbij mijn promotor mij zijn zeer gewaardeerde hulp verleende, terwijl ik door de welwillendheid van den heer Diermanse in staat was de gevonden afwijkingen aan zijn gegevens te toetsen. Alleen die afwijkingen, welke van invloed waren op mijn vergelijkende beschrijving, heb ik in deze studie verwerkt en laat ik hieronder in een lijst volgen. Wat het Volksboek betreft, was uiteraard de uitgave-Overdiep de bron van mijn onderzoek.

De stilistische vergelijking der beide teksten demonstreert zoowel het verschil tusschen den mnl. epischen stijl en dien van

[pagina 2]
[p. 2]

een Volksboek, als de verschillen in taal tusschen een mnl. tekst en het vroeg-zestiend' eeuwsche of laat-vijftiend' eeuwsche proza.

Eenerzijds is een onderzoek als dit een bijdrage tot onze kennis van de ontwikkeling van een belangwekkend genre als de Volksboeken, anderzijds geeft het een kijkje in de nog weinig doorvorschte evolutie van onze taal in het tijdvak van 1450-1550.

Het stijlverschil is gelegen in den breederen, verhalenden trant van het Volksboek, vergeleken bij den vaak abrupten vorm van het oude epos. Het openbaart zich vooral in verklarende uitbreidingen, zinnen zoowel als zinsdeelen, met als gevolg een grooter frequentie van samengestelde zinsverbanden in het Volksboek. Zoo constateeren we o.a. aan het begin van een zinsverband temporale ‘als-zinnen’, die het korte mnl. ‘doe’ vervangen, verder de veelvuldiger coördinatie van hoofdzinnen door middel van ‘ende’ en ‘want’. Stereotiep-epische formaties worden in het Volksboek omgewerkt of door geheel andere vervangen; het epische futurum en perfectum historicum vinden we evenmin in het Volksboek terug.

De kortere of sterker gespannen taalvorm in den Renout - die ook aan den dag komt in onvolledige vraag- en antwoordzinnen, zonder Verbum finitum, en in de parenthetische onderbreking - tegenover de omslachtiger syntaxis van het Volksboek staat tevens in verband met het verschil in den algemeenen taalvorm in twee zoo ver uiteenliggende tijdvakken.

Dit taalverschil constateeren we ook in het woordgebruik, het vermijden van verouderde en het kiezen van nieuwe woorden in het proza-verhaal. Verder in het frequent gebruik van hulpwerkwoorden bij het futurum en allerlei modale functies, hetgeen echter tevens een kenmerk kan zijn van den verduidelijkenden, verklarenden stijl.

Als verdwenen archaïeke zinsvormen noem ik verouderde woordschikkingen, als jóngere taalvormen de vrij talrijk voorkomende participiale zinnen, die in den Renout bijna geheel ontbreken.

Mijn vergelijkende syntactische beschrijving, de ordening en formuleering der verschijnselen, is gebaseerd op het syntactisch systeem van de Moderne Nederlandsche GrammaticaGa naar voetnoot1) in het

[pagina 3]
[p. 3]

algemeen en de Zeventiende-eeuwsche SyntaxisGa naar voetnoot1) in het bijzonder, een beschrijving dus, uitgaande van den taalvorm. De resultaten van mijn onderzoek zullen, naar ik hoop, een bijdrage zijn tot de door den auteur der Zeventiende-eeuwsche Syntaxis en der Inleiding op den Ferguut beoogde synthese: een stilistischhistorische syntaxis der Nederlandsche taal.

Als materiaal ter vergelijking heb ik niet de zes bekende fragmenten van den Renout in hun geheel gekozen, maar slechts de eerste 1000 verzenGa naar voetnoot2) (genummerd als in de uitgave-Matthes) en de daarmee correspondeerende gedeelten uit het Volksboek. De zeer bekorte bewerking der overige 1000 verzen en de afwijkingen daarin, niet den stijl maar den inhoud betreffende, zouden een syntactische vergelijking onbevredigend doen zijn.

Overigens dient de afwijking in de bewerking te worden toegelicht.Ga naar voetnoot3)

Behalve de genoemde fragmenten van den Renout heb ik ook de fragmenten, uitgegeven door Jhr. Mr. N. de Pauw,Ga naar voetnoot4) viermaal twintig verzen, in de beschrijving opgenomen, doch alleen dan, wanneer een belangrijk geval te citeeren was.

Als afkortingen gebruik ik voor het Volksboek: Vb., bij de citaten gevolgd door het nummer en de regel van de desbetreffende bladzijde, voor den Renout: Rt. en voor de fragmenten, uitgegeven door de Pauw: P., de beide laatste eventueel gevolgd door het versnummer.

[pagina 4]
[p. 4]

Lijst van plaatsen in het handschrift, afwijkend van de uitgave-Matthes.Ga naar voetnoot1)

177 Wien ic mochte begaen, (Matthes: van den sinen mochte begaen,)
273 Ende Renout banter an de crone. (M.: Renout banter enz.)
342 Hare ijsere waren doen verscuren. (M.: dode men verscuren.)
346 Dat hadden si in corten tiden. (M.: hadden si gedaen in corten tiden.)
370 Ende oorlogeden, dat was waer, (M.: dat es waer,)
427 Verslegen lode hadde Lodewike. (M.: Verslegen sinen sone Lodewike.)
454 Behouden goet ende leven, (M.: Om behouden enz.)
463 ‘Dese raet moete verdomet wesen.Ga naar voetnoot2) (M.: ‘Dese raet moete vermalediet wesen.)
523 Ysoreit sprac ende tart vort. (M.: Y. balch ende enz.)
555 Also helpt mi sente Jan! (M.: helpe)
591 Dat ic u dor sine lieve (M.: Dat ic u va dor enz.)
629 Also helpt mi onse vrouwe! (M.: helpe)
698 Verga alsoot vergangen mach, (M.: U verga enz.)
720 .I. huus maken up die Geronde. (M.: .I. huus doen maken enz.)
731 Renoude in waerliker dinc, (M.: Heme, waerlike dinc,)
733 Wat holpe dat ict maecte lanc (M.: dat ict updecte lanc)
787 Also help mi Jesus! (M.: helpe)
893 Wat help, dat ict u maecte lanc? (M.: Wat holp enz.)
897 Si willen alle met u varen (M.: met varen)
950 Des hi Renout sonder noet (M.: Des hi om Renout sende ter noet)
961 Haer outste kint heeft genomen (M.: heeft si genomen)
1148 Dordi mins ontbiden te hant, (M.: Doedi mins ontbiden enz.)
1253 Roelant, gine doet nemmermeer // In Vrankrike wederkere. (M.: nemmermere, wederkeren.)

voetnoot1)
J.B. Wolters, Groningen, 1931.
voetnoot2)
J.B. Wolters, Groningen, 1875.
voetnoot1)
W.E.J. Tjeenk Willink, Zwolle, 1928.
voetnoot1)
J.B. Wolters, Groningen. Eerste en tweede stuk, 1931, 32.
voetnoot2)
Voor een enkel deel van het onderzoek bleek het gewenscht alle fragmenten te vergelijken, hetgeen ter plaatse vermeld wordt.
voetnoot3)
Zie: Uitbreidingen en Verkortingen in het Volksboek, § 1, vlgg.
voetnoot4)
Middelnederlandsche Gedichten en Fragmenten; A. Siffer, Gent, 1903, dl. II.
voetnoot1)
Getoetst aan gegevens van den heer Diermanse.
voetnoot2)
Diermanse wil lezen ‘verdomet’ of ‘verdoemt’.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • over Historie vanden vier heemskinderen

  • over Renout van Montalbaen