Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vergelijkend-syntactische studie van den Renout en het Volksboek der Heemskinderen (1934)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vergelijkend-syntactische studie van den Renout en het Volksboek der Heemskinderen
Afbeelding van Vergelijkend-syntactische studie van den Renout en het Volksboek der HeemskinderenToon afbeelding van titelpagina van Vergelijkend-syntactische studie van den Renout en het Volksboek der Heemskinderen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.75 MB)

Scans (2.50 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

proefschrift


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vergelijkend-syntactische studie van den Renout en het Volksboek der Heemskinderen

(1934)–L.A.H. Albering–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 5]
[p. 5]

II.
Uitbreidingen en verkortingen in het Volksboek.

§ 1.

Bij de bestudeering van de afwijkingen in de bewerking der Renout-fragmenten constateeren we op de eerste plaats, dat het Volksboek regelmatig den inhoud van het mnl. gedicht bekort, overbodige mededeelingen, stoplappen en vaste formules weglaat en tegen het einde zelfs een aanmerkelijk beknopter verhaal geeft dan de correspondeerende gedeelten van den Renout. Deze beperking in het Volksboek toont duidelijk het streven van den bewerker om een ‘langdradig’ verhaal te voorkomen.

Tegenover deze regelmatige, toenemende bekorting in Vb. merken we vele uitbreidingen op, die een gevolg zijn van den Volksboek-stijl, bovendien - in de laatste fragmenten - talrijke andere, een gevolg van een veel vrijere bewerking. Alleen de eerste groep is van belang voor de stilistische vergelijking der beide teksten.

Het mnl. gedicht, ook al is het op vele plaatsen ‘langdradig’, toont herhaaldelijk een abrupten vorm. We vinden dezen vorm b.v. in plotselinge, onberedeneerde en niet nader verklaarde overgangen naar een geheel nieuw gebeuren of een andere plaats van handeling, in het plotseling optreden van nieuwe personen; in het kort: Rt. toont herhaaldelijk een filmischen verhaaltrant. Dit ‘filmische’ verdwijnt in Vb. bijna geheel; de stof wordt behandeld in een logische aaneenschakeling der feiten; de zinnen en mededeelingen sluiten regelmatig bij elkaar aan en wijzen op voorgaande terug, terwijl ze tevens dikwijls de volgende mededeelingen inleiden.

Terwijl in Rt. de feiten abrupt op elkaar volgen, zonder onderling verband - waar het dus aan den lezer zelf is overgelaten dit verband te vinden - tracht de Vb.-auteur deze logisch te verbinden, hetzij door tusschenvoeging of toevoeging van een zelfstandigen zin, die de brug moet vormen, hetzij door verklarende uitbreidingen binnen het bestaande zinsverband.

[pagina 6]
[p. 6]

Uitbreidingen in het Volksboek.Ga naar voetnoot1)

§ 2.

In totaal telde ik 120 gevallen van uitbreiding. Een betrekkelijk groot gedeelte wordt gevormd door toegevoegde verklarende of verband-vormende hoofdzinnen (c.q. nevengeschikt of samengetrokken), bij voorkeur aansluitend achter den zin die correspondeert met Rt.;Ga naar voetnoot2) het aantal van deze uitbreidingen bedraagt 39. Bijv.:

Rt. 212 Doe reitsi, waer si wilden, // Maer sine hadden niet van haren scilden, // No van helmen niet geheel // Behouden trechte derden deel. Vb. 59.12 ende ontreden theer want haer scilden waren al stucken ende haer helmen doorslegen ende waren seer gewont ende Beyert mede.
Rt. 568 Renout es van so hogen magen, // Die veete suldi wel gedragen // Jegen Kaerl geweldelike, // Puppins sone van Vrancrike. Vb. 63.31 ‘hi is van so hogen geslacht hi sal u de oerlogen tegen coninc Karel wel helpen dragen, so moechdi rustelic leven ende sonder sorch’.
Rt. 1203 Wat mochten wi laten dan verstaen // Kaerle, den coninc wel ghedaen, // Als gi achter bleeft hier?’ Vb. 151.5 wat souden wi tegen coninc Karel seggen waer ghy waert ende wat ghi deet. ende waer omme ghi niet en quaemt? want die waerheit soude hi van ons weten willen’.

§ 3.

Alle overige toevoegingen zijn uitbreidingen binnen het bestaande zinsverband van den Renout. Het grootste gedeelte hiervan wordt gevormd door toegevoegde bijzinnen aan het begin van de zinsconstructies, die op voorgaande zinnen terugwijzen of er mee verbonden zijn. Het zijn vooral temporale bijzinnen, waar in Rt. meestal volstaan wordt met ‘doe’, of zelfs in het geheel geen verbindingswoord gebruikt wordt. Het aantal van deze toegevoegde temporale zinnen bedraagt 33.

[pagina 7]
[p. 7]

Door de uitbreidingen in het zinsverband, temporale en attributieve bijzinnen, gaat de zinsbouw in Vb. sterk afwijken van Rt.: in plaats van enkelvoudige hoofdzinnen vinden we in Vb. samengestelde zinsverbanden, die door hun verklarende bijzinnen den stijl van het Volksboek typeeren.

Voorbeelden van temporale bijzinnen toegevoegd aan het begin van het zinsverband:

Rt. 584 Doe sprac Renout, .i. helt vri. Vb. 64.2 ende als si hem gegruet hadden seide Reinout: - Rt. 676 So salne Karel comen vangen. Vb. 64.35 als hi dit verneemt sal hi comen ende verderven al conincs lant ende vangen hem - Rt. 1433 Doe kerdem die heren sekerlike // Alle gadre in Vrankrike. Vb. 154.15 Als die genoten alle bi Roelant waren overdrogen si dat si riden wouden na Parijs, -

In drie gevallen breidt Vb. een adverbialen aanloop uit tot een verklarende voorzetselbepaling:

Rt. 903 Aldus gereden si hare vaert // Ende voeren te Gasscoingen waert. Vb. 147.20 Met dusdanigen opset ende overdracht reden die ghenoten nae Gascoengen. - Rt. 1505 Aldus voer die grave Ritsaert // Met Roelande te Vrankrike waert. Vb. 154.28 Met dese woerden voer Ridsaert met Roelant.

Tweemaal vond ik een verklarenden conditionalen bijzin aan den zin toegevoegd: Rt. 303 Wi willen u sekerlike // Dienen dach ende nacht. Vb. 60.15 ende geliefdet u, wi willen u dienen enz. - Evenzoo: Rt. 234 - Vb. 59.21.

Relatieve bijzinnen komen 11 maal als uitbreiding voorGa naar voetnoot1):

Rt. 23 Sech datten hem sijn moeije sande. Vb. 24.1 segt hem datse zyn moye heeft gesant, de vrou is van dit lant. - Rt. 392 Ende omboot Yewe bi brieve, // Dat hi hem dor sine lieve // Sende die mordadige liede. Vb. 61.35 .... senden woude de vier broeders die sinen sone Lodewyc so jammerlic vermoirt hadden, - Rt. 1904 Die piners leidene ter stede, // Daer sine saen hadden vonden. Vb. 201.7 Die arbeiders die daer stonden ende wrochten leiden hem daer toe -

[pagina 8]
[p. 8]

Een uitbreiding door bijwoordelijke en andere niet-relatieve bijzinnen (c.q. nevengeschikt of samengetrokken) vinden we 20 maalGa naar voetnoot1). Voorbeelden:

Rt. 462 Huge dAvernaes sprac te desen. Vb. 62.22 Heer Hughe van Avernaes sprac met toernigen moet als hi desen raet had horen geven. - Rt. 1129 Ende volgede den heelt vercoren. Vb. 150.5 Ende volchde Reinout wat zijn ors lopen mocht - Rt. 664 Wat mag ic nu anegaen? Vb. 64.30 wat best gedaen is ende ick mijn eer beware.’

Driemaal komt als verklarende toevoeging voor een verbinding met ‘om te + infinitief’:

Rt. 290 streec te dale. Vb. 60.11 ghinc selve met sijn baroenen om de ridders te sien. - Rt. 372 Doe dede Yewe, die coninc milde, // Castele maken, waer hi wilde. Vb. 61.25 daert hem geliefde om dat lant te houden: - Rt. 417 U sentene Carel die coninc.’ Vb. 62.4 de hem den brief sende ende om een antwoirt weder om te hebben. (Rt. 347 Die Yewen sullen helpen striden // Si gereedden hem ter vaert, - Vb. 61.17 gereide hem die coninc om te stride te trecken - geen toevoeging, maar uitbreiding van het verouderde ‘ter vaert’).

Een uitbreiding door een zinsdeel, dat gevolgd wordt door een bijzin, vinden we in:

Rt. 19 ‘Ganc wech’, seitsi, ‘portenare. Vb. 23.26 Ganc haestelic tot geen vier heren, de ginder comen riden - Rt. 706 Ghi hebt gemaect .i. scone huus, // Also helpe mi Jesus! // Ende enen castele bequame. Vb. 65.36 ‘Gi hebt een scoen ende starc castele gemaect ende wel versien oft noot dede.

Ook uitbreidende, verklarende zinsdeelen komen herhaaldelijk in Vb. voor. Bijv.:

Rt. 98 Ghi sout antworden .i. dief // Of .i. gerechten mordenare, // Al waert dat hi verdeelt ware, // Nochtanne soudire spreken jegen. Vb. 24.33 want gi soudt op dusdaniger condicien antwoerde geven een misdadich of snode mensch’ (vs. 100, 101 laat de Vb.-auteur als ‘over-

[pagina 9]
[p. 9]

bodig’ onbewerkt; ‘op dusdaniger condicien’ wordt echter toegevoegd, waardoor de zin logisch verbonden wordt met den voorafgaanden.) - Rt. 276 Yewe stont ten tinne. Vb. 60.5 Die coninc stont tot dier tijt opter tinnen - Rt. 999 Die vrouwe was edele ende goet. Vb. 149.1 Die vrouwe was goedertieren ende eerbair, ende verblijdt van Reinouts woirden, -

Tenslotte vinden we nog verschillende keeren als uitbreiding een vocatief, een enkele maal met stilistisch effect:

Rt. 1591 ‘Laten wi Ritsaert nu // Varen in Vrankrike, dat seggic u, // Alse geve mi God pardoen! // Die coninc salne hangen doen.’ Vb. 155.18 ‘Broeder, laet wi en gaen, ic weet wel, dat men hangen sal.’

Kortere vormen in het Volksboek.

§ 4.

Bij de uitbreidingen in het Volksboek bleek de neiging van den Volksboek-auteur om enkelvoudige hoofdzinnen te veranderen in samengestelde zinnen, waarin de bijzinnen het verband en den overgang vormen met de voorafgaande en naar de volgende mededeelingen.

De voor den epischen stijl typeerende filmisch gegeven mededeelingen vinden we niet in Vb. Daarentegen bevat Rt. een aantal samengestelde zinnen, die in Vb. in korteren vorm of als enkelvoudige hoofdzinnen zijn weergegeven.

1o. Het meerendeel (20 gevallen) betreft een, zij het dan ook vaak geringe, bekorting van den inhoud der mededeeling in Vb. Tot deze bekorte zinnen behooren verschillende primitiefepische formaties uit Rt., die omgewerkt zijn tot ‘gewone’ zinnen in Vb. Voorbeelden:

Rt. 782 Ende alsti coninc doe vernam, // Dat hi totter roche quam, Vb. 65.34 Als die coninc op die roetse quam - Rt. 642 Doe ginc hi te rade tehant // Met al den hogesten, die hi vant. Vb. 64.24 Doe ginc de coninc tot zyn baroenen - Rt. 431 Alle sine man, die daer waren, Vb. 62.8 de baroenen -

2o. In Rt. komen verschillende varieerende gecoördineerde werkwoordsvormen voor (in totaal 12 gevallen), die in Vb. vermeden zijn. Zie: Verschillen in het woordgebruik, § 7, b.

3o. Andere verschillen zijn het gevolg van een meer synthetischen zinsbouw in Vb. en een geijkten epischen beschrijvenden

[pagina 10]
[p. 10]

trant in Rt. Hieronder zijn 5 plaatsen, waar in Vb. een beknopte zin voorkomt, in Rt. een volledige hoofd- of bijzin; n.l. éénmaal één beknopte zin met den vorm om te inf., en vijfmaal met een participium praesentis (een formatie die in Rt. nooit voorkomt)Ga naar voetnoot1). Voorbeelden:

Rt. 287 die bescouwen // Wilden tors van sconen leden // Entie ridders diere quamen gereden Vb. 60.9 om dat paert te sien, daer die heren op saten.
Rt. 81 Haymijn horde wel die tale, // Maer hi versweechse altemale. Vb. 24.26 Aymijn anhorende die tale van Roelant en antwoerde hem niet - Rt. 3 Sach in dat dal beneden, // Waer die heren quamen gereden. Vb. 23.27 sach in een valleye comen ridende die vier ridders.

Verder vinden we nog de volgende:

Rt. 46 In enen bliaut van groenre ziden, // Die diere was ende goet. Vb. 24.6 in scoon ende costelic bliaut van groender side -
Rt. 53 Hi sat of hem ware onderdaen, // Dat kerstinede hevet bevaen. Vb. 24.11 Aldus sat Aymyn met groter overmoet al hadde hi here geweest over al Kerstenrije. Rt. 127 Aymijn die hant verdrouch, // Daer hi die vrouwe mede slouch, // So vruchtelijc enen slach. Vb. 25.11 ende sloechse mitter aefscher hant dat si enz.

Conclusie: Kortere zinsvormen in Vb. zijn het gevolg van het wegwerken van de epische beschrijving en de epische variatie, en een streven naar een meer synthetischen, althans beknopten taalvorm.

voetnoot1)
Vergeleken zijn hier de 6 fragmenten van den Rt. en de overeenstemmende deelen van Vb., doch alleen waar de inhoud correspondeert.

voetnoot2)
In enkele gevallen gaat de toegevoegde zin voorop. Bv.: Rt. 1181 ‘Gi heren’, sprac Rolant met sinne. Vb. 150.29 ende ic seg u: ghi heren enz. (een aanduiding van den nadruk) - Rt. 197 ‘Entrouwen, here, so sijn verloren // Die ede, die gij hebt gezworen. Vb. 26.4 Doe seide dye edel vrou: ‘Voerwaer heer, so sijn de eden verloren enz.
Constructies als ‘seitsi’ komen in Vb. niet tusschen de directe rede voor, maar gaan eraan vooraf, hetgeen ten goede komt aan den logischen verhaaltrant, maar aan den anderen kant een zekere eentonigheid veroorzaakt.

voetnoot1)
Een merkwaardig geval is de toevoeging van een relatieven bijzin, met tegenstellend-concessieve functie, in: Rt. 680 Dat es onser alre scande, // Hanget men Yewen in sinen lande // Ende Renout, den coenen here. Vb. 64.37 dit waer ymmer scande dat men onsen coninc die so edel ende machtich is, in zyn lant hangen soude.
voetnoot1)
Een analyt. omvangrijker zinsvorm in Vb. is soms het gevolg van het vervangen van een zinsdeel door een bijzin: Rt. 311 Ic wille doen al u gebod. < wes gi ons hiet, 312 Ic wiste gaerne uwe name. > hoe ghi hiet, 315 Seggen onse namen. > hoe wi hieten, 455 bi minen rade, > dat ic rade u, 724 binnen c. jaren. > al lage hijer hondert jaer. 1192 Nu willic swigen > tes tijt dat ic swige (in dit laatste voorbeeld wordt in Vb. de tijdsbepaling tot hoofdzin).

voetnoot1)
vgl. Participiale constructies, § 27, 1o.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • over Historie vanden vier heemskinderen

  • over Renout van Montalbaen