Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Monnikje Lederzak en andere driestheden (1968)

Informatie terzijde

Titelpagina van Monnikje Lederzak en andere driestheden
Afbeelding van Monnikje Lederzak en andere driesthedenToon afbeelding van titelpagina van Monnikje Lederzak en andere driestheden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.86 MB)

Scans (7.86 MB)

XML (0.34 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Monnikje Lederzak en andere driestheden

(1968)–Jacques den Haan–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 11]
[p. 11]

Roofgoed

Van G. Legman verscheen in 1949 Love and Death. A Study in Censorship (New York, Breaking Point). Het is onder meer een aanval op de ‘comics’ met in de banier de leuze: ‘Sadisme mag, sex mag niet’. In zijn nieuwste boek The Horn Book (New York, 1964) zet hij dit standpunt nog eens uiteen waar hij schrijft: ‘The readers and collectors of erotica, as a group, are therefore no different from the readers and collectors of murder-mysteries and other non-erotica, except that the erotica collectors are normal people interested in normal things, and the murder-mystery collectors - and there are millions of them - are perverts.’

The Horn Book heeft als ondertitel ‘Studies in Erotic Folklore and Bibliography’ en bewijst dat de schrijver een ondernemend man is en niet snel vervaard. Ik denk namelijk dat er niets moeilijkers is op het gebied der bibliografie dan die van de erotica. Het lijkt mij bijvoorbeeld volslagen onmogelijk een bibliografie te maken van zelfs een der bekendste werken op dit gebied, John Cleland's Memoirs of a Woman of Pleasure, beter bekend als ‘Fanny Hill’. Het is in de ware zin des woords onbeschermd roofgoed. Ieder, die over een persje beschikte kon het nadrukken, het aanvullen of verkorten, het kuisen of slimmer maken, zoals de eerste nadrukker van de ‘Memoirs’ al heeft gedaan, die de decente terminologie ervan verving voor de taal van de straat en voor zijn bemoeiingen prompt aan de schandpaal kwam. Wat er in de 19de eeuw clandestien mee uitgevoerd is, lijkt mij helemaal niet meer achterhaalbaar.

Legman is een van de zeer weinigen, die over dit alles met kennis van zaken kunnen schrijven. Hij is bibliograaf geweest van de universiteit van Indiana, waar onder leiding van Dr. Kinsey misschien wel de omvangrijkste collectie erotica ter wereld bijeengebracht werd. Terecht begint Legman zijn omvangrijke Horn Book met een studie over Pisanus Fraxi, die in zijn drie grote delen Index Librorum Prohibitorum (1877), Centuria Librorum Absconditorum (1879) en Catena Librorum Tacendorum (1885) uitvoerig beredeneerde en soms zeer amusante beschrijvingen heeft gegeven van de erotica, die hij in handen heeft gehad. (Foto-facsimile-herdrukken

[pagina 12]
[p. 12]

van deze catalogi verschenen tegen stevige prijzen in Londen in 1960 en in 1962 in New York.) Pisanus, die Henry Spencer Ashbee heette, was een zeer bereisd zakenman, die de winter gewoonlijk in Spanje doorbracht waar hij zijn fraaie collectie uitgaven van Cervantes wel bijeengebracht zal hebben. Hij vermaakte die aan het Brits Museum met zijn verzameling erotica er onlosmakelijk mee verbonden. Het b.m. is voor de verleiding van Cervantes, hoewel met tegenzin, bezweken. Ik wist niet beter of de drie delen catalogi van Pisanus waren beschrijvingen van zijn bezit en dus uiteraard nu in het b.m., zij het dan achter slot en grendel.

Zelfs Legman wist blijkbaar niet beter, want hij vermeldt dat hij er een reis naar Engeland voor over had om daar tot de ontdekking te komen dat de catalogi beschrijvingen zijn van werken en platen, die Pisanus wel in handen, maar daarom nog niet in zijn bezit heeft gehad en dat nog niet de helft van wat hij beschreven heeft in het b.m. te vinden is.

Legman gaat vrij diep in op het veronderstelde auteurschap van Pisanus Fraxi van een van de geheimzinnigste werken op dit terrein: My Secret Life in elf delen. Uit een Parijse catalogus van curiosia uit 1902 diepte Legman de informatie op dat omstreeks 1888 een ‘well-known bookseller and publisher of Amsterdam, whose speciality was literature of an incandescent kind (i.e. Auguste Brancart?’) naar een van zijn rijke Britse klanten ontboden werd. Deze excentriek had zijn erotische fantasieën neergelegd in een enorm manuscript, dat hij gedrukt wilde zien. Hij betaalde alle drukkosten op voorwaarde, dat er niet meer dan zes exemplaren van gedrukt zouden worden. Een heerlijk ordertje voor de heer Brancart, wie hij dan ook mag zijn geweest. Er kraaide immers geen haan naar en het kost alleen wat papier méér om in plaats van zes bijvoorbeeld zeven, of als we toch draaien, dan ineens maar zestig exemplaren af te drukken, uiteraard ‘met de vinger op de lippen’, maar zo is de hele business.

Een andere ‘eccentric’ brengt Legman even zijdelings ter sprake als hij Adriaan Beverland vermeldt: ‘one of the most curious erotico-mystic eccentrics of all time’. Beverland heeft de ‘ketterij’

[pagina 13]
[p. 13]

verbreid dat de zondeval symbolisch moest worden opgevat en dat de geslachtelijke paring van het eerste mensenpaar eigenlijk de ‘erfzonde’ was. Hij leefde omstreeks 1700 en heeft de hevigste opschudding onder de calvinistische predikanten van die tijd verwekt, werd uit Holland en Zeeland verbannen en heeft genoeglijke jaren gesleten in het in die tijd zo vrijzinnige Engeland. Hij is waarschijnlijk een van de vroegste verzamelaars van erotica geweest, hetgeen zijn reputatie niet heeft verbeterd, al heeft hij ongehinderd gecorrespondeerd met de groten van zijn tijd.

Andere hoofdstukken in Legman's werk zijn ‘Great Collectors of Erotica’, verder een lange studie over verzamelingen van Schotse ontuchtige liederen en de rol, die de Schotse dichter en liefhebber van wijn en Trijn, Robert Burns, daarbij heeft gespeeld. Legman is dan aangeland bij het derde gedeelte van zijn werk: ‘Problems of Erotic Folklore’. Ter sprake komen hier, hoewel helaas wat kort, de immens rijke, maar vrijwel onvindbare bronnen voor erotische folklore uit vrijwel de hele wereld in de delen Kryptádia en de vele delen Anthropophytéia, wetenschappelijke werken, verschenen in kleine oplagen zo ruwweg rondom het begin van onze eeuw en in vele landen tot in het onzinnige vervolgd en in beslag genomen. In het verband van de ‘Bawdy Songs’ vermeldt Legman het werk van Gerrit Kalff uit 1908 Het lied in de middeleeuwen en dat hij zelfs in dit verband weet waarover hij het heeft blijkt uit zijn aantekening: ‘It may also be observed that “old whore” ...is a Dutch term for any bad-tempered or nagging woman, not necessarily a prostitute...’. Er is een hoofdstuk ‘The Limerick: A History in Brief’ waaruit ik enigermate tot mijn verbazing opstak, ‘the limerick is the only original verse form of the English language’. Het kan ook best waar zijn dat de limerick alleen in het Engels bestaat, ‘though imitations of the clean form do exist abroad, oddly enough only in Dutch’, kom, kom, ik heb menige Dutch limerick gehoord en vergeten, die bepaald meer ‘bawdy’ was dan ‘clean’. Legman besluit dat hoofdstuk met een limerick, die ik van hem lenen zal, al val ik er niet van om:

[pagina 14]
[p. 14]
 
For the tenth time, dull Daphnis, said Chloë
 
You have told me my bosom is snowy;
 
You've made much fine verse on
 
Each part of my person,
 
Now do something - there's a good boy!

The Horn Book is een werk voor ‘book lore’, voor alle liefhebbers van ‘was nicht im Baedeker steht’. Legman is daarbij een felle, levendige schrijver, die op begenadigde momenten tot kostelijke hoogten van toorn kan oprijzen!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken