Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Monnikje Lederzak en andere driestheden (1968)

Informatie terzijde

Titelpagina van Monnikje Lederzak en andere driestheden
Afbeelding van Monnikje Lederzak en andere driesthedenToon afbeelding van titelpagina van Monnikje Lederzak en andere driestheden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.86 MB)

Scans (7.86 MB)

XML (0.34 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Monnikje Lederzak en andere driestheden

(1968)–Jacques den Haan–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 121]
[p. 121]

De gave der onbegaafden

In het antiquariaat, waar ik mijn complimenten bij de opening kwam brengen en zo vriendelijk ontvangen werd, stond ik weer tegenover de muur der moedeloosheid, waarin zich tegenwoordig boeken bij de strekkende decameter wel eens aan mij voordoen. Ik bedenk dan wat ik allemaal niet weet, nooit weten zal en - dat is het bedenkelijke! - langzamerhand ook niet meer weten wil. In mijn nood heb ik mij vastgeklampt aan een gebonden Frans boek uit de vorige eeuw met hier en daar van die bruine vlekken erin: Portraits de Femmes par C.A. Sainte-Beuve. Het heeft me eigenlijk verleid door z'n motto: ‘Avez-vous donc été femme, Monsieur, pour prétendre ainsi nous connaître? Non, Madame, je ne suis pas le devin Tirésias, je ne suis qu'un humble mortel qui vous a beaucoup aimées’ (Dialogue inédit).

Ik werd voor mijn ‘feeling’ beloond, want het bleek uitermate leesbare studies te bevatten o.a. over Mme de Stael, Mme de la Fayette en een levendig en geestig stuk over Mme de Charrière, die eens Belle van Zuylen heette. Er staat geen letter in over haar relatie tot James Boswell, dat is eerst een ontdekking van onze tijd. Ik werd gepakt door de manier waarop St. Beuve zijn onderwerp voordraagt: vlot en toch gedegen, indringend en met een geoefend oog voor de historische achtergrond van zijn object. Maar veel nader kwam hij mij toch niet. Wie, wat, hoe Sainte-Beuve? ‘Les Lundis’ natuurlijk in vele delen en dat huwelijk van Hugo, dat hij verwoest zou hebben... Hij had mij niet veel méér te zeggen toen ik, maanden later zijn Mes Poisons in handen kreeg. Ik zag alleen het feit bevestigd, dat hij niet van Hugo hield: ‘Hugo dramatique, c'est Caliban qui pose pour Shakespeare.’

Ik denk toch, dat ik op deze wijze langzamerhand ‘rijp’ was voor het boek van Harold Nicolson, Sainte-Beuve (Londen, 1957). Het is de eerste studie over hem in het Engels en Nicolson erkent enige malen veel ontleend te hebben aan André Billy, Sainte-Beuve. Sa Vie et son Temps (2 vols. 1952). Na lezing van Nicolson's boek bleek mij dat - geheel in de lijn van Sainte-Beuve's eigen theorie - zijn Mes Poisons ineens veel meer betekenis voor mij had

[pagina 122]
[p. 122]

gekregen. Sainte-Beuve was een miezerig mannetje, kort, dik, uitgesproken lelijk, wiens schedel oorspronkelijk met een soort peenhaar was bedekt, dat hem evenwel ook al gauw in de steek gelaten heeft. Verder was hij toegerust met een vurig temperament en daarbij, tragisch genoeg, lijdend aan hypospadias, een aangeboren gebrek aan het geslachtsdeel, dat, naar Nicolson beweert, hem niet in staat stelde tot normaal geslachtelijk verkeer, voor de bevrediging waarvan hij ‘dus’ aangewezen was op professionele bijstand van de trottoirdames, een conclusie, die mij niet helemaal helder is. Bemoedigend voor alle miezerige mannetjes met peenhaar en hypospadias is, dat deze man gedurende een aantal jaren de minnaar is geweest van Mme. Victor Hugo, Adèle Hugo, die ons vanaf haar portret uit Nicolson's boek zo hooghartig en toch zo sensueel tegenstaart: pin-up uit de Romantiek, waarbij onze hedendaagse ‘La Lollo’ wat gratie en elegance betreft, helemaal nergens is. Louis Barthou heeft haar beschreven in zijn boek Les Amours d'un Poète. Hier is ze: ‘Physiquement, elle est belle... Grande, brune, casquée de magnifiques cheveux noirs, l'oeil fier, le type hardi, elle porte, sur de superbes épaules, une tête royale. Elle est à la fois majestueuse et lente.’ En hier, o droefenis, is ze nog eens, aan het eind van haar leven, met de in Frankrijk en Italië bij verouderende schoonheden helaas zo welig woekerende snorren: ‘A.J. Pons, one of Sainte-Beuve's secretaries, relates that one evening in the rue du Montparnasse he saw Sainte-Beuve conducting a large elderly lady down the stairs. “She had a magnificent moustache, your lady friend” remarked Pons flippantly. “Yes”, sighed Sainte-Beuve, “we are none of us getting younger. That was Madame Victor Hugo”.’ Er zijn weinigen, die ooit een goed woord voor Sainte-Beuve over hebben gehad. Hij zat te vol venijn: ‘pressez l'éponge, l'acide sortira’ heet het in Mes Poisons en, mislukt poëet, die hij bleek te zijn was hij ook afgunstig op zijn tijdgenoten. Hij heeft zich kwalijk vergist in zijn bijna altijd laatdunkend oordeel over figuren als Stendhal, Balzac, Flaubert, Baudelaire, Gérard de Nerval en het is dan ook niet verwonderlijk dat men hem ook wel eens

[pagina 123]
[p. 123]

Sainte-Bévue genoemd heeft. Vrijwel een ieder kiest in ‘l'affaire Mme Hugo’ de kant van Victor Hugo, die glamour boy van de Romantiek. Een onpartijdig oordeel wordt evenwel bemoeilijkt door het feit, dat ruim 300 brieven van haar aan Sainte-Beuve in 1885 door nabestaanden vernietigd zijn. In ieder geval is Hugo er niet bepaald een kluizenaar van geworden; zijn liaison met Juliette Drouet zette heel Parijs op stelten en voorts bericht Nicolson: ‘From that moment Hugo adopted the habit of ha ving almost daily physical intercourse with all manner of women: he continued this practice until his death from pneumonia at the age of eighty-three.’ Hugo, de romantisch ‘mooie’ man en daartegenover Sainte-Beuve, reeds uit hoofde van zijn uiterlijk een vijand van de romantiek, hoewel hij als jonge man aan de zijde van Hugo deel genomen heeft aan de toneelslag rondom Hernani. Anti-romantisch dus, nuchter vóór alles in zijn notitie over George Sand: ‘She has a great soul and a perfectly enormous bottom.’ Nuchter vóór alles bij zijn duel met Pierre-François Dubois, waar hij verschijnt met opgestoken paraplu en de protesten der secondanten beantwoordt met een gemompel van ‘...ik wil desnoods gedood worden, maar niet nat...’

Centraal in het boek van Nicolson is zijn verhandeling over Port-Royal, waarover Sainte-Beuve de uitvoerige studie in zeven delen geschreven heeft, die als zijn meesterwerk geldt. Nog altijd leesbaar zijn de ‘Causeries du Lundi’ en de ‘Nouveaux Lundis’, de ‘profiles’ die met volstrekte regelmaat iedere maandag in de krant verschenen waaraan hij vele jaren heeft meegewerkt. De uitgever Garnier heeft deze ‘lundis’ en de ‘portraits littéraires’ over figuren uit vroeger eeuwen van het eerste en dikwijls ook van het tweede plan, in een chronologisch verband gegroepeerd: moyen âge, xvie siècle enz. tot een uitgave van 23 delen, die voor zover mij bekend nog altijd in de handel is.

Nicolson's boek, niet al te geleerd of te uitvoerig, is onderhoudend en daarbij tevens min of meer een rechtvaardiging, althans hier en daar een verdediging. Hij zegt ergens, dat het niet mogelijk is een biografie over iemand te schrijven zonder hem eniger-

[pagina 124]
[p. 124]

mate te waarderen. Ook als lézer van zijn werk zou ik hem hierin gelijk willen geven. Wie weet, misschien is het sleutelwoord voor deze sympathie de opmerking van Lamartine, die Sainte-Beuve's talent voor kritiek omschreven heeft als ‘die gave der onbegaafden’.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken