Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De kroniek van Godevaert van Haecht over de troebelen van 1565 tot 1574 te Antwerpen en elders (1929-1930)

Informatie terzijde

Titelpagina van De kroniek van Godevaert van Haecht over de troebelen van 1565 tot 1574 te Antwerpen en elders
Afbeelding van De kroniek van Godevaert van Haecht over de troebelen van 1565 tot 1574 te Antwerpen en eldersToon afbeelding van titelpagina van De kroniek van Godevaert van Haecht over de troebelen van 1565 tot 1574 te Antwerpen en elders

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.16 MB)

XML (2.03 MB)

tekstbestand






Editeur

Rob van Roosbroeck



Genre

non-fictie

Subgenre

kroniek
non-fictie/geschiedenis/Opstand


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De kroniek van Godevaert van Haecht over de troebelen van 1565 tot 1574 te Antwerpen en elders

(1929-1930)–Godevaert van Haecht–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Augustus 1568.

[1 Augustus 1568]

Ga naar margenoot+ Item in 't eerste deser maent, so werdt het casteelken van Ulphen, geleghen by 't Heerenberghe, daer onlancx een deel Spaengiarden gebleven syn, nou van de Spaengiarden belegert met 17 vendelen. En hebben daer begonnen voer te comen uyt Vrieslant, nadat se Loduwyck verdreven hebben, ende haelden buschieters uyt Antwerpen om dat te beschieten; maer corts so hoorde men, hoe dat sy 't in hadden, want de graef van 't Heerenberch en de borgeren en boeren waeren metter nacht in stilheyt daerafgetrocken, siende dat de Spaengiarden voer haer genomen hadden, daer niet af te sceyden.

[3 Augustus 1568]

Ga naar margenoot+ Item op den 3 dach Augusti, welcken dach dat men tot Antwerpen processie ginck, soo 't geordineert was; ende daer werden diveersche personen gevangen, die niet en hadden haer wercken willen laten ende vieren ter eeren der grooter victorien van Ducdalbe in Vrieslant by Groeninghen gesciet. Ende een kerman, een moesmeijer, die hadde duer de processie gereden, en duer synde, stack hy den erme op tot spot, die welcke gevangen werdt; en daar na op den 7 dach, werdt hy aen de Engelsche borsse, daer sulcx gesciet was, gegeesselt en voorts gebannen 8 jaeren, omdat hy haer verstoort hadde in de processieGa naar eindnoot(98).

 

Daer werden oock verraders deestyt in de groote kercke gestelt, die 't volck verboden te wandelen oft te clappen durende eenighen dienst, en gewaerscoot synde en niet en lieten, souden haer moghen het opperste cleedt af nemen: en meer andere grillen de papen nou bedreven.

[6 Augustus 1568]

Ga naar margenoot+ Item op den 6 dach werden tot Antwerpen wederom alle scoelmeesters ontboden voer de wet, en haer werdt voergehouden te sweeren, de Roomsch catholycke kercke ende haer kinderen daerin te fonderen; ende oft er eenighe waeren, die ander boecken in scole brochten om die te leeren, doer

[pagina 35]
[p. 35]

de ouders bevel, dat sy sulcx souden aenbrenghen; maer vele verlieten de scoleGa naar eindnoot(99).

[11 Augustus 1568]

Ga naar margenoot+ Item op den elften dach Augusti, so werden tot Liere 4 persoonen om saecken der religie onthalst, welcke treffelycke van dier stat waeren, en een was een componist der rethorycken, genaempt Ambrosie MolGa naar eindnoot(100).

Ga naar margenoot+ Item deestyt quam de tydinghe, dat den grave van Montigni, die met mynheer van Berghen over 2 jaeren getrocken was met de requeste der edelen, aldaer nou oock gedoyt was en vermoort, gelyck een hoen. En desgelycx hebben sy doctor Hubert onthalst, die een vrindt voer het Nederlant was. Maer hoe souden sy dese sparen, die des conicx sone niet gespaert en hebben, en den conick so weten te beclappen, dat hy concent daer toe ghegheven heeft, welcken sone Carel, die in 't beginsel des jaers gevanghen werdt, is in 't gevanghenisse gestorven oft vergeven; want men hoorde nou opelyck, dat hy eer vyf daghen na syn gevanghenisse doot is geweest en vergeven, gelyck die inquisituers mynheer van Bergen oock vergeven hebben, over een jaer en 't lichaem in Nederlant sondenGa naar eindnoot(101).

Ga naar margenoot+ Item deestyt so quamper seer grooten roep over al de landen, dat den prinsche van Orangien met menichte van ruyteren en knechten vast aenquam en niet wyt boven Cuelen en was. Ende vuel gesellen van Antwerpen en elders, liepen noch al derwaerts om den prinsche te dienen. Ende Ducdalbe beghonde alle syn volck na de Mase te seynden, en dede volck in Mastricht, also dat de papen oock wel betrouden, dat Ducdalbe alle syn vyanden wel wederstaen soude, al hadde den prinsche vuel vorsten met hem oft ommers haer machteGa naar eindnoot(102).

[11 Augustus 1568]

Ga naar margenoot+ Ende op den elften dach deden de papen alle scoelmeesters en vrouwen in 't cappittel comen, en desgelycx op den 12 dach Augusti ende haer werdt gevraecht van de canonicken, oft sy ter predicatie geweest en hadden der calvinisten en mertinisten. Sommighe seyden: ‘Wie en heeft, daer niet geweest.’ En na vuel ondervraegens, wilden sy se doen eeden als vore verhaelt; en sommighe werdt 't scoelhouden verboden, die niet en wilden sweeren ende die vluchtich waeren, quamen de heeren in 't goedt. En een scoelvrou werdt gevanghen en een gesocht, die 't ontvlucht was, omdat sy verboden boecken by de Roomsche kercke geleert hadde; ende eenighe gevluchte scoelmeesters, oft die haer op straet niet en lieten sien, oft voer het cappittel niet geweest en hadden, werden tot haeren verantwoerden geroepen voer de Wedt, oft men wilde haer goeden verbuert maeckenGa naar eindnoot(103).

[14 Augustus 1568]

Ga naar margenoot+ Item op den 14 dach Augusti werdt tot Antwerpen een om der religien levendich verbrant; men gaf uyt dat het een dooper was, maer 't was een calvinist, een scoenlapper, seer geleert in der scrift, maeckende de heeren, die hem verwesen, stommeGa naar eindnoot(104).

Ga naar margenoot+ Item deestyt waeren ontrent Antwerpen gecomen over de 1500 horen beesten, die de Spaengiarden in Vrieslant gestolen hebben, gebrocht

[pagina 36]
[p. 36]

en hadden se haere soetelaers vercocht, sonder noch die se aen ander quartieren gevuert hebben en sonder ander vee, dat se gestolen hebben, waermede aldaer menich dorp bedorven is. Maer die vleeschouwers en woudens meest niet coopen; maer men vondt noch girighe genoech en sommige soetelaers van Duytsche cochtens vele, die 't vuer de knechten sloegen, al cochten 't veel borgers om den goeden coop; en sonderlinch 't scamel volck socht den besten coop, als 't geslegen was, so en sach men niet dat het roof was.

Ga naar margenoot+ Ende Ducdalbe was tot Gorckum, so hy uyt Vrieslant was comen, doende syn volck merceren na Mastricht, daer hy oock scanscorven, brugscuyten en spicien en ander wapenen uyt vele steden henen scickte,Ga naar margenoot+ want den prinsche van Oraengien hadde een scoon eremije gereet en begonden deestyt over den Ryn te scepenGa naar eindnoot(105). Den roep was, dat 12000 ruyteren, maer men wist opelyck dat er ten minsten wel 8000 souden byeen wesen en 15000 voetvolcx, want alle vorsten wilden hem bystant doen en waeren met hem verbonden, te weten dese hiervolgende:

Ga naar margenoot+ hertoch Augustus en den palsgrave,
den mercktgrave Johan van Brandenborch
den mercktgrave van Castrim,
den mercktgrave Joris van Aenspach
hertoch Julius van Bruynswyck,
hertoch Willem van Sacxen,
den hertoch van Lunenborch,
den hertoch van Pomeren,
den hertoch van Wirtsenborch,
die van Pruysen,
die kinderen van den landtgrave van Hessen,
den hertoch van Mechelenborch

en andere groote heeren, en die tien geleden des rycx.

Den graef van Swartenborch als overste der peerden, en dit waeren de cappiteynen:

Holsteyn, den hertoch, overste der knechten,
Otto van Malserck,
Adam Weis,
Roossenborch,
Rotbaert Willenhoven,
Willem van Huisvelt,
Conraet Choesvelt,
Joos Ryen,
Herman Ridderseele,
Herman Wolf;

dese waeren cappiteynen der ruyterenGa naar eindnoot(106).

[pagina 37]
[p. 37]

Dit volgende boecxken hadde den prinsche van Oraengien doen drucken ende in 't eynde deser maent sondt hy 't herwaers en derwaert in de Nederlanden, opdat elck synen rechtveerdighen handel sou weten en kennelyck wesenGa naar eindnoot(107).

Wilhelm, by der gratie Godts, prinsche tho Oraengien, grave van Nassouwen, Catzellenboge, Vianden, Dietzs, heere en baroen tot Breda, Diest, Grimbergen, Arlon, Noceron en borchgraef tot Antwerpen en Beschanson, alle getrouwen ondersaten, de conicklyke majesteyt, saluyt!

Dit was
't conicx
wapen

coe mt is te
seggen conicklyeke
majesteyt.

Weynich luyden in de Nederlanden is onkennelyck, dat de Spaengiarden over lange jaeren gearbeyt hebbende om na haeren moetwille te mogen regieren des co. mat. Nederlanden, hebben dese grootelycx gediffameert van ketterye aen syne mat, also dat syne goetheyt misbruyckt synde doer de Spaengiarden, geaccordeert heeft te moeten innemen de inquisitie binnen syne Nederlanden; want dese natie wel verstont, dat so verre de landen dat gedoochden, het volcomen gouvernemente en regieren niet en mocht faelgieren; ende ingevalle men sulcx weygerde,Ga naar margenoot+ te weten d'exercitie van der inquisitien, de landen haer tot eenen rycken roof souden open staen. Maer den edeldom van dese landen dat merckende, heeft versocht aen syne mat. abbolitie van der strenger inquisitien ende placaten met alle welsprekentheyt en soeticheyt op 't stuck van der religien.Ga naar margenoot+ Waerna, doer eenen onwysen yvere des gemeynen volcx eenigeGa naar margenoot+ongeregeltheyt is gevolcht, dewelcke met groot recht en redene als eenichsins was excusabel doer onnutte en traghe remedie daertoe gedaen; maer oock mede doer het ongestadich vertreck van syne mat. compste in dese landen met versceyden brieven den volcke en steden onwaerachtich belooft dicmael.

Maer des niet tegenstaende hebben de Spaengiarden en ander quade menschen, syne maesteyt wat in dese landen gesciet is, al verkeert en ten quaetste aengegeven, soodat syne mat. den hertoch van Alba met Spaensch krychsvolck in dese landen gesonden heeft, die nergens om gecomen en is, dan om (de) goede met de quade, en vuel onsculdighe met weynich sculdighe sonder onderscheyt te verjaghen, te hanghen en onthalsen; nadat hy de edelen, graven en baroenen eerst sal gedoyt hebben en haer landen en steden genomen en berooft, om also tot het eeuwich goevernement te geraken, gelyck sy in Italien en elders overlanghe hebben gepleecht. Ende hebben sulcke bloetdorstighe langhe behindert, dat

[pagina 38]
[p. 38]

syne maesteyt na dese landen niet gecomen en is, maer hem alles in al verkeert aenghegeven hebben. Ende om een saeck seer cleyn van gewichte by dese te gelycken, quam syn vader keyser Karel doer syne versoende vyants landen getrocken, hem selven hasarderende, te weten alleene om de sake van Gendt te stellen.

En nou doer dit belet worden vele gedoyt in dese landen, en wreedelyck verdreven en goedeloos gemaeckt tot deerlycke vererminghe der onsculdigher wyven ende kinderen, als een onverdragelyck jock op dese landen van herwaerts overe, daer de inquisitie ingedronghen wordt, gelyck elck kennelyck is, dat aen de giericheyt oft haet en nyt van eenen verradere is, hanghende lyf en goedt en eere van vrome luyden. Want na dat den hertoghe van Alva nou eenmael onder de voeten heeft getreden allen bescreven rechten, alle previlegien en contrackten by syne mat. besworen synde, wat syn doch alle goede ondersaten van hem verwachtende, dan in noot te comen van Godt te verloochenen, landt en goeden te verlaten oft gemartiriseert te worden? Wat staet over alle landen te verwachten, die noch onlancx in weelde, justicie, vrede, neeringe en ryckdom floreerden, dan gewelt in goedt en bloet, scendinghe van maechden en vrouwen en moorderye! Seker heeft hy dese tirannye derven doen, dewyle syn saken in groote onsekerheyt stonden; wat sal hy dan doen, indien hy dese landen bedwonghen hebbende, hem selven volcomelyck meester vindt? Dan sullen eerst de goede gestraft, de quade geert worden en de landen van vrome lieden en ryckdom gebloot worden, so dat se wel sot en dul moghen geacht worden, dese die op eenighe bedriechelycke beloeften van Duc Dalbe oft andere, onder des conicx name (betrouwen). Soo men genoech gesien heeft aen de onthalsde graven en ander edele en goede borgeren, die door eene onsekere hope van goedertierenheyt hebben moeten smaecken des Albaensch felheyt; en oock mede aen de brieven onder gewisse conicx name den volcke allomme voergelesen, dat vuel uytten lande begon te loopen, opdat se binnen 't landt souden blyven om haeren erbeyt, op goedt betrouwen van syn mat. gnade. Welcke gnade den genen, daerop betrouwende, op versceyden plaetsen elendelyck vergaen is met der doot, want de officiren hadden brieven in 't secreet, dat se niettegenstaende de gnade den volcke voergelesen, souden voertvaren en executie doen als vore.

Waeromme wy, Willem van Nassouwen by der gratie Godts, prinsche van Oraenghien, den voerscreven elendighen staet der Nederlanden al over eenighe jaeren voersien hebbende, en onsen eedt betrachtende, hadden deselve jammeren doer het invoeren der inquisitien de landen over het hoot hanghende, getrouwelyck syne mat. voergehouden, op hope dat syne maesteyt 't selfde ter herten nemende, metter inquisitien sou ophouden. Maer siende 't selfde al te vergeefs, voermits geen saecken hem ter ooren en moghen comen, dan doer de Spaenghiarden en ander gecorrompeerde tonghen; ende merckende mede den uytersten noot

[pagina 39]
[p. 39]

daer dese landen in waeren van in eeuwighe slavernije te comen, te meer oock syne maesteyts goedertieren nature goede kennisse hebben, wetende dat hij van der saecken qualyck geinformeert is. Ende so hebben wij uyt saecken voerscreven en sonderlingh oock versocht synde by den ondersaten, so wel die verdreven syn als die daer binnen noch sitten, so wel by die van der catholycken, als van der gereformeerden religien tot geenen fijne anders, dan tot Godts eere in 't verstaen van syn heylich woerdt en dienaeren, en tot beletsel van de geheele bederffenisse, die wapen in de handen genomen, biddende alle goeywillighe haer te openbaeren en ons te hulpe te comen oft haer steden te bewaeren sonder Spaengiarden in te laten, nou wij toch met een machtighe crychsheyrGa naar margenoot+ al in 't trecken syn; hetwelcke indien 't getrouwelyck gesciet, wij betrouwen dat het de conick eenen grooten dienst sal syn en ons oock eenen lust sal wesen om u lieden meer en meer te bescermen en te vrijen van der albaensche tirannije. Sullen daer beneven onse eendrachtelycke kosten scaden moeyten ende erbeyden gerecompenseert achten, duer sulcke ulieden bevonden oprechticheyt vromicheyt en danckbaerheyt. Maer wee hen die souden moghen comen om te hincken en 2 heeren dienen, welck Godt niet ongestraft en sal laten en wy sulcke scelden als verraders en soo voorts op 't cortste hier verhaelt.

[16 Augustus 1568]

Item op den 16 dach Augusti so werdt tot Antwerpen afgelesen dwelck oock overal gedaen is, dat niemant den prinsche van Oraengien moghen dienen noch bijstant doen in eenighe maniren, noch iemant van de sijne herberghen op de pene van lijf en goedt. En Ducdalbe was deestijt tot 't Hertoghenbosche, ende sommighe Spaengiarden waeren bevreest om met hem uyt te trecken na Mastricht en den prinsche te verwachten, soeckende middelt om daer te blijven, en presenterende den goede borgeren gelt om haer te verborghen. Maer Ducdalbe, dat gevoelende, dede gebieden haer niet te herberghen.

Ga naar margenoot+ Ende tot Utrecht wesende, heeft hij daer sommighe doen dooden, en een oude vrouwe van 92 jaeren onthalst, omdat zij 2 van haar dochters oft dochters dochteren, die om de relighie gevlucht waeren, geherberght hadde! Ende so geraeckten de officiers oft tirannen aen 't goedt.

Ga naar margenoot+ Item deestijt so werden tot Antwerpen van der officiren weghen, doer papen raet, sommighe scoelmeesters en vrouwenhuysen opengebroken, mits dat het bevonden werdt, dat haer beste goederen uytgevlucht waren bij ontijden en sij selven niet en waeren tot haeren verantwoerden gecomen ten gestelden daghe, om haer lijf oock te verliesen Ga naar eindnoot(108).

[19 Augustus 1568]

Item op den 19 dach Augusti quamen drij vendelen Walen uyt Zeelant, die daer geleghen hadden; omdat se van daer, so Ducdalbe betroude, geen vijanden en waeren verwachtende, voeren dese na Mechelen en convoyeerden aldaer vuel geschuts en brugscuyten, die na Mastricht

[pagina 40]
[p. 40]

gebrocht werden om den prinsche te keeren, also dat Ducdalbe de Mase wel vast dede besetten.

Ga naar margenoot+ Item deestijt quam den roep seer sterck, alsdat des prinschen sone, grave van Buren, ende noch eenighe jonghelinghen van keyserlijcke stamme in Spaengien gedoijt waren van de tirannighe inquisituers. Maer 't en was niet also: maar desen graaf van Buren werdt groot geacht bij den conick, want den raet van Spaengien hoepten dese in de selve tirannye te fonderen, voer goedt te houden, mits hij jonck wasGa naar eindnoot(109).

Maer de uytspraeck ginck nou, dat des conicx sone in de gevangenisse gestorven was; maer het en was niet op Sinte Magdaleenen dach gesciet; maer was vergeven, zoo haest als hij gevanghen was, so vore verhaelt is in 't eerste van desen jaere. En so is desen Carel, na sijn grootvader, van 't vergiff terstont gestorven, welcken so seer verlangde de Nederlanden te sien en dies te meer gehaet was. Ende regieren den conick also, dat hij, wil men wel mompelen, tot sulcx consent ghegeven heeft; maer sijn hert is nou knagende, waer hij 't conterfeytsel sietGa naar eindnoot(110).

Ga naar margenoot+ Item deestijt sijn sommighe Spaengiarden ontrent 600 boven Mastricht tot IJpen over de Mase getoghen, om te gaen bespieden des prinschen legher, die den roepe was, dat nabij was. Maer alleenlijck lach op dese sijden den heere van Limmen, met een regiment knechten en ander kapiteyns. Dese was genaempt den ‘vossesteert’, maer de vossen quamen dapper onder de Spaensche hoenderen, also dat se meest achterbleven, want dese hadden peertvolck bij haer; en so hielden sij haer voordaen op deser sijde van der Mase, maer de meesten hoop was noch bij CuelenGa naar eindnoot(111).

[22 Augustus 1568]

Ga naar margenoot+ Item den 22 Augustus in den avont trocken sommighe knechten met Jacop Hencxhoven uyt Antwerpen in Vlaenderen na Borcht, daer 9 valsche munters bijeen goedtschier maeckten: en daer werdt er 6 gevanghen en waeren van Antwerpen, en in der stat werdt er oock sommighe gevanghen, die 't uyt wisten te geven, mans en vrouwenGa naar eindnoot(112).

Ga naar margenoot+ Item deestijt moest het land van Brabandt Ducdalbe wederom opbrenghen 6 tonnen goudts en al de ander landen so na advenant tot deser orloghe, die hij verwachtende was, en waeraf dat Antwerpen op den 23 dach sijn aendeel concenteerde, want niemant en dorste 't hem weijgheren; de heer wil 't versien.

[26 Augustus 1568]

Item op den 26 Augusti so trocken de Duytsche knechten uyt Antwerpen na Mastricht daer Loduwijck Ladron overste af was, en vuerden vuel victualie mede, en ten selven daghe arriveerden aen Antwerpen 8 scepen met Spaengiarden, sijnde ontrent 600 ermer mannen, want men sach noyt ermer gespuys en vuylyck ter wapen en terstont hoorde men dat er kleederen in de makerije waeren en waeren 3 maenden op zee geweest. Dese hadden bevel om in de stat te logieren, maer mits daer de sterfte onder was, werden sij bij 2 vendelen Duytschen, die op 't kasteel

[pagina 41]
[p. 41]

bleven, geforieert en lagen op 't Kiel en daaromtrent, totdat men borgers verwillighen sou om noch bedden te gheven en daer doer vrij de stat te houwen. Ende die een bedde ghaven, beloefde men vrijdom te gheven van soldaten, al waer 't dat er noch eenighe in 't stat quaemen.

Ga naar margenoot+ Item in 't eynde van deser maent so trocken daghelycx ontallijck vuel wagens uyt Mechelen na Ducdalf leger bij Mastricht, geladen met alderleye gereetscap van orloghe; de ijdel wagens moesten van alle wegen derwaerts ende de frontiren van Vranckerijck bleven oock sonder gernisoen, want Ducdalbe en den conick van Vranckeryck streden beyde voer de papen. Ende grooten twist was er deestijt in 't landt van Luyck, omdat de steden eendrachtelijck geen Spaengiarden en wilden inlaeten 't en waer vijf oft 6 t' seffens, en sommighe egeen; en den bisschop en dorst hem in Luyck niet geven, hem houdende tot Hoey en hadde wel gewilt dat sijn steden de Spaengiarden meer betrout hadden, maer sij en wilden niet; in Luyck was er 8 gecomen om te begheeren, dat se souden moghen vrij uyt en ingaen. En daer werdt een doot geworpen, en de ander die werden gevanghen, uyter gemeynten ooghen geleydt en werden weder losse gelaten niet willende vrint noch vijant sijn, dan haer steden vrijhouden en hielden scerpe wacht en 't gescut overal op de muren. Binnen Tongeren werden oock eenighe Spaengiarden dootgeslaghen, die doer wouden dringhen, en binnen Luyck waeren knechten aengenomen om de stat wel bewaert te sijn. En Ducdalbe en begeerde dat landt oock niet tot vijandtscap, opdat se den prinsche met alle sijn heyr niet te helpen en namen en passagie gavenGa naar eindnoot(113).

Ga naar margenoot+ Ende deestijt hoorde men oock van eenighe verraderije die, in des prinschen leger, die nou omtrent Aken lach, geopenbaert was, want Ducdalbe en spaert geen gelt aen sulcx. De spraecke was, dat hij beloeft hadde 2 tonnen goudts, die hem den prinsche conde leveren levendich oft doot; de spraecke was al, dat hij geweldich, als tot ten vroemheyt, sou over de Mase trecken en daer leger slaen: maer hij scickte dat nou te laten, nou sijn verraders gevanghen sijn oft gedoyt. En hier doere gereest te langere eer den prinsche aenquam, daer men so vroech af geroepen heeft. Ende nou quam den roep, dat een groot deel na Hoochborgoengien trocken om des paus volck te slaen, dat afquam: maer 't was geloof al uytgeven; maer sy spreytden haer wyt om de menichte en victalieGa naar eindnoot(114).

margenoot+
De Spaengiarden krygen het casteelken van 't Heerenberghe weder in.

margenoot+
't Volck werdt gevangen en gebannen, omdat sy om de victorie niet en vierden.
eindnoot(98)
A.A., dl. XIV, p. 60, no 683. - A.C., p. 172.

margenoot+
Scoelmeesters moesten sweeren de kercke.
eindnoot(99)
Zie A.C., p. 172. - A.A., dl. XIV ab. p. 56, ook dl. XII, ab. p. 298.

margenoot+
Personnen te Lier gedoyt.
eindnoot(100)
Deze terechtstellingen niet vermeld in de Martyrologe..., op. cit. (Bibl. Belg).
margenoot+
Hoe des conicx sone Carel in 't gevanghenisse gestorven is en Montigni, den grave, en ander in Spaengien gedoyt.
eindnoot(101)
Over de geruchten betreffende den dood van dezen edelman zie Poullet et Piot, op. cit., t. III, p. 324, 332. Hij werd evenwel eerst in 1570 gedood.
margenoot+
Van den prinsche d'Orange.
eindnoot(102)
Het was de inzet van den inval van Oranje in Brabant, in het najaar van 1568. Voor bibliografie verwijzen wij naar R. van Roosbroeck, Enkele brieven van Alva betreffende Oranje's inval in Brabant. Bijdragen tot de geschiedenis jrg. XVII (1920), no 6 p. 341.

margenoot+
Scoelmeesters voer de papen om te ondersoecken ontboden.
eindnoot(103)
A.C., p. 172. - A.A., dl. XII, ab. 298,

margenoot+
Een calvinist verbrant.
eindnoot(104)
A.A., dl. XIV, p. 60, no 686. - A.C., p. 173. - A.A. geeft aan 13 Aug.
margenoot+
De gestolen beesten uyt Vrieslant worden tot Antwerpen gebrocht.
margenoot+
Due Dalbe seynt allerley gereetscap van orloge na de Mase.
margenoot+
Het heyr van den prinsche van Orangien sceept over den Ryn.
eindnoot(105)
Over de voorbereidingen van Alva rond Maastricht. - Rachfahl, op. cit., ab p. 494. - Mendoça, op. cit., ab p. 163. - Kervijn, op. cit., t. V, p. 165.
margenoot+
De heeren die met den prinsche gesworen hadden.
eindnoot(106)
Over de samenstelling van Oranje's leger, zie: Rachfahl, op. cit., p. 480 en nota op p. 688. - Kervijn, op. cit., t. V, p. 146 en 152.
eindnoot(107)
Deze Justificatie gedrukt bij Bor, dl., op. cit., p. 3 van de ‘Authentijke stukken.’
margenoot+
Soo 't blyckt by de requeste 1566 in April na Spaengien gesonden.
margenoot+
Als predicatie en beeltstormen.
margenoot+
De regente en ander payden 't volck altoos met beuselen.
margenoot+
De spraecke was onder de gemeynte, dat by aldien den prinsche victorie vochte, dat de vorsten des rycx Ferdinandus sone, oock Ferdinandus genaempt en broeder van desen keyser Maximiliaen wilde tot een goeverneur generael in dese landen stellen, mits hy van des conicx bloede was, want syn vader was des conicx oom.

margenoot+
Van syn tirannye tot Utrecht gedaen.
margenoot+
Scoolmeesters huysen opengebroken.
eindnoot(108)
Een dertigtal leerkrachten werden verbannen. Men zie naam en bizondere vermeldingen in Chronyck der Stadt Antwerpen (Bertrijn) p. 236.
Ook A.A., dl. XIV, p. 56 en volg.

margenoot+
Fame van des prinschen sone in Spaengien gedoyt te syn.
eindnoot(109)
De graaf van Buren, Filips Willem, zal in 1596 naar de Nederlanden terugkeeren, en wordt lid van den raad van State.
eindnoot(110)
Zie hierover de aangehaalde kritische studie van Rachfahl.
margenoot+
Spaengiarden geslagen over Mase.
eindnoot(111)
Bedoeld is hier Willem van de Marck, heer van Lumey, Seraing, en Borset.

margenoot+
Valsche munters gevanghen.
eindnoot(112)
Deze valschmunters door provoost Jacob Hencxthoven aangehouden, werden den 24 September te Gent gestraft. Zie Marcus van Vaernewijck, op. cit., dl. IV, p. 247.
margenoot+
Duytschen uyt Antwerpen na Mastricht.

margenoot+
Hoe de Spangiarden geern in alle steden in 't landt van Luyck geweest hadden dan vast in den leger te blyven: de steden hielden scerpe wacht.
eindnoot(113)
Over de voorbereidingen van Alva, zie Mendoça, op. cit., ab pag. 164.
margenoot+
Verraderye in 't prinschen leger ontdeckt.
eindnoot(114)
Vermoedelijk is hier bedoeld het bloedige geschil tusschen Waalsche en Duitsche soldaten, waarbij Nicolas van Hames gedood werd.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

plaatsen

  • over Antwerpen

  • over Brussel

  • over Haarlem

  • over Gent

  • over Mechelen

  • over 's-Hertogenbosch


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 1 augustus 1568

  • 3 augustus 1568

  • 6 augustus 1568

  • 11 augustus 1568

  • 14 augustus 1568

  • 16 augustus 1568

  • 19 augustus 1568

  • 22 augustus 1568

  • 26 augustus 1568