Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Lentestorm (1947)

Informatie terzijde

Titelpagina van Lentestorm
Afbeelding van LentestormToon afbeelding van titelpagina van Lentestorm

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.14 MB)

ebook (4.05 MB)

XML (0.60 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Lentestorm

(1947)–Paul Haimon–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 44]
[p. 44]


illustratie

Vijfde hoofdstuk

Godelief zal ik het zeggen, dat Machteld zoo dapper was, voor mij en voor Orbans goed, dacht Reinier, dan zal zij ook goed voor haar worden. Het was zoo'n daad van haar met een man te vechten, en zij was zoo wild haast als de Françaisen, die zij vroeger hebben moeten neerschieten, omdat zij kwamen als dierlijke furies, uitdagend in de avonden. Godelief was donker als de Françaisen en zij deden hem wel veel naar haar verlangen, naar de goedheid van hare liefdeoogen, als zachte amandelen met een zwarte, diepe kern. Reinier van den Branden moet Godelief telkens weer met de jonge Machteld vergelijken, hoewel naar het uiterlijk zij anders geteekend zijn. Maar in haar gedragingen lijken zij zoo eender, en hare oogen stralen hetzelfde. En nu weet hij: ook Godelief zou zoo gedaan hebben als Machteld, en met dien man voor hem gevochten, terwijl hij maar amper op kon tegen den jongen, lenig en gewapend als hij was. Zeker, Godelief had tegen hem uitgevaren als een echte Française. En nu denkt hij: hij moet haar dit zeggen van Machteld, opdat hij het uit haar mond kan vernemen, dat zij zoo ook gedaan had voor hem en zekerder nog dan Orbans jonge vrouw, zekerder en heftiger. Deed zij niet alles vroeger voor hem, peinst hij, toen hij terugkwam van de oorlogsdagen, mager en bevuild, - want in de Maas durfden ze zich ten laatste niet meer te wasschen, - terwijl zijn maag geen goed eten meer kon verdragen, en daarbij die wonde, die zoo diep uitzwoer tot het onwelriekend was? Zou Mach-

[pagina 45]
[p. 45]

teld dat gedaan hebben, zou zij het doen, als Orban eens terugkwam, mishandeld door de Franschen en mager geworden van het onregelmatig veldeten?

Het huis purpert donker onder de seringen en de kastanjelaar staat in schoone kaarsen. Een rozige, groote toorts der Diepte-streek lijkt hij en de goudkleurige bijen omzoemen hem met hun blij leven, en dan komen ook zwarte hommels er verliefd omheen strijken, zoodat ze er ten laatste niet meer uit wegkomen. De weiden staan roomgeel te blinken als een besterreld tapijt en als de koeien er na eenige weken weer in mogen, dansen zij van vreugde om alles wat opstijgt uit het groene, dichte gras; de vaarzen springen.

Godelief is als het jaargetij, verjongd en frisch, en haar lach spreidt zich uit naar de bloemen, die Machteld in huis heeft gebracht, toen Orban nog hier was. Godelief heeft de bloemen van Machteld overgenomen zooals hij het veld van Orban nam in zijn bezorgdheid en nu staan de bloemen als een donkerrood dal, met paarse vlekjes en blauwe, geurige wolkenkleur. Al is het ook oorlog, de bloemen zijn zulke gelukkige stervelingen!

Reinier begint van het worstelen der jonge vrouw te vertellen. Bernard moet hij slecht maken en Machteld groot in haar bereiken, doch halverwege zijn woorden aarzelt hij. Godelief kijkt niet meer op, maar wendt den rug naar hem toe, en Machteld staat bij de bloemen met haar handen los; zij vreest een nieuwe oneenigheid.

‘Machteld heeft gevochten met Willen, den jongen. Hij wilde de baas worden, hij, en mij dat recht ontzeggen....’ Weer wacht Reinier een wijl en nu krimpen de woorden die hij sprak, die hij straks verlangd heeft nu te spreken, tezamen onder Godelieve's onverschilligheid. Geen moment slaat zij er acht op, ofschoon hij ze niet kwaad gezegd heeft. Of 't onverschillige, nietswaardige dingen zijn, aanhoort de vrouw hem en dan gaat zij aan Reinier voorbij en Machteld geeft ze voor niet te zien. Ze roept naar de helpsters, dat ze zullen komen eten en naar het meisje, dat van de middagkoeien komt, en ook Bernard Willens naam roept ze.

Machteld wordt het vreemd in haar eigen huis en ze denkt er aan, dat ze beloofd heeft, zich nooit eronder te laten krijgen en ook, dat ze geen tweespalt zou brengen tusschen hen en de oude menschen.

[pagina 46]
[p. 46]

‘Je zou het ook gekund hebben, vroeger, Godelief? Jij zou het ook gedaan hebben, denk ik,’ zegt Reinier van den Branden tot zijn vrouw, die met den rug naar hen toe staat in de deur. En nu loopt over dien rug een huivering. Een ontroering misschien om zijn woorden, denkt de man. Ja, zij zou het zeker ook gedaan hebben, ofschoon ze er nog niets over zeggen wil. Dat wat hij gedacht heeft, dat ze zeggen zal, ze denkt het misschien, maar op andere tijden zou ze het zeker gezegd hebben, zoo spraakzaam als zij toch is. Geërgerd echter blikt ze Machteld aan, lang, sprakeloos, en dat stemt Reinier tot onrust. Het is, of hij in zijn ongelijk is tegen haar. Maar Machteld had het toch niet.... Machteld had het niet voor hèm gedaan.... Uit liefde tot hem, omdat ze hem graag had....?

‘Moeder’, zegt Machteld, ‘'t is om het eten niet, dat ik niet veel nemen zal. Orban nam graag dit gerecht. Denk niet, dat het om 't bereiden is als ik niet neem.’ En dan moet ze weggaan, naar haar kamer, want ze wil Godelieve's harde oogen naar haar niet meer zien. Godelieve denkt kwaad van d'r. Godelieve, Orbans moeder, - Orban, die zijn moeder en háár eerde, doch tot háár kwam in dat laatste hooge uur. voordat hij het paard besteeg!



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken