Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Geschiedenis van de wetenschappen in België van de Oudheid tot 1815 (1998)

Informatie terzijde

Titelpagina van Geschiedenis van de wetenschappen in België van de Oudheid tot 1815
Afbeelding van Geschiedenis van de wetenschappen in België van de Oudheid tot 1815Toon afbeelding van titelpagina van Geschiedenis van de wetenschappen in België van de Oudheid tot 1815

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (30.37 MB)

XML (1.62 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis-archeologie
non-fictie/natuurwetenschappen/wiskunde
non-fictie/natuurwetenschappen/natuurkunde
non-fictie/natuurwetenschappen/scheikunde
non-fictie/natuurwetenschappen/biologie
non-fictie/natuurwetenschappen/sterrenkunde
non-fictie/natuurwetenschappen/geneeskunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Geschiedenis van de wetenschappen in België van de Oudheid tot 1815

(1998)–Robert Halleux, Carmélia Opsomer, Jan Vandersmissen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 9]
[p. 9]

▪ Ten geleide

Op 24 maart 1992 bracht het ruimteveer ‘Atlantis’ de eerste Belgische astronaut, Dirk Frimout, in de ruimte. Onder de toeschouwers bevond zich de Belgische Minister van Wetenschapsbeleid Jean-Maurice Dehousse, die moest vaststellen dat de internationale gemeenschap bijzonder weinig afweet van de wetenschappelijke en technologische prestaties van België, en dat zijn landgenoten er eigenlijk niet veel beter aan toe zijn. Aldus werd de idee geboren een overzichtswerk samen te stellen dat de evolutie van de wetenschappen en de technieken in ons land zou hertekenen. De uitvoering ervan werd toevertrouwd aan het Nationaal Comité voor Logica, Geschiedenis en Filosofie van de Wetenschappen, dat onder de auspiciën van de Academiën de voornaamste beoefenaars van deze disciplines in zich verenigt.

Het was de bedoeling het brede geïnteresseerde publiek een werk aan te bieden dat toegankelijk zou zijn zonder speciale voorkennis en dat rekening zou houden met de laatste bevindingen van het wetenschappelijk onderzoek. Een dergelijk opzet vereist dat een zeker aantal moeilijkheden, inherent aan de aard van het onderwerp, vooraf uit de weg wordt geruimd.

De eerste moeilijkheid betreft ongetwijfeld de uitgestrektheid van het werkterrein en het feit dat er nog heel wat donkere vlekken overblijven. Het laatste overzichtswerk, Histoire des Sciences mathématiques et physiques chez les Belges van Adolphe Quetelet dateert van 1864 en is een synthese die in heel wat opzichten achterhaald blijkt. Door de gehele problematiek in een enkel volume te willen samenvoegen, zouden we onszelf veroordelen tot een oppervlakkig overzicht. Er is dus gekozen voor een werk in twee delen, respectievelijk gewijd aan de periode voor en na de oprichting van de rijksuniversiteiten (1817). De boekdelen zouden worden gepubliceerd in volgorde van voltooiing. Het eerste wordt hier voorgesteld.

De tweede moeilijkheid betreft de werkdefinities. Het is al meermaals gezegd, België is een moeilijk te hanteren concept. Dat is nog meer het geval in de wetenschappen, die per definitie geen vaderland hebben. Een Belgische wetenschap bestaat niet, net zomin als een Waalse of een Vlaamse. Toch heeft de ervaring ons geleerd dat de relaties die intellectuelen in de Zuidelijke Nederlanden en in het Prinsbisdom Luik met elkaar onderhielden sterk genoeg waren opdat ze in hun geheel zouden worden bestudeerd, en dat dit kleine doch bijzonder gunstig gelegen lapje grond alle Europese gedachtenstromingen tot ontwikkeling heeft zien komen. Dit werk kan dus aanzienlijk bijdragen tot de integratie van de plaatselijke wetenschapsgeschiedenis in de grote evoluties van het continent en van onze planeet.

Wat het concept wetenschap betreft, kent de positivistische traditie in de geschiedschrijving het statuut van wetenschap toe aan de wiskunde, de natuurkunde, de astronomie, de scheikunde en de natuurwetenschappen. Erg omstreden is de vraag of de geschiedenis van de wetenschappen ook de technieken, de geneeskunde, de mens- en maatschappijwetenschappen en de pseudo-wetenschappen

[pagina 10]
[p. 10]

astrologie en alchimie moet omvatten. Deze disciplines uitsluiten zou anachronistisch zijn, daar zij wel degelijk hun plaats hebben gehad in het geheel van de kennis van vroegere geleerden. Er is dus geopteerd voor een breed perspectief. Alhoewel niet is getracht een allesomvattende geschiedenis te schrijven, werd wel gepoogd de moderne wetenschappen opnieuw te plaatsen in het brede veld waartoe zij in de verschillende perioden behoorden. De technische kennis, die in de betrokken perioden maar weinig te maken had met de theoretische kennis, werd verschoven naar een volgend boek.

De derde moeilijkheid bestaat erin internalistische en externalistische benaderingen, die de wetenschapshistorici al van oudsher onderling verdelen, met elkaar in overeenstemming te brengen. De internalistische benadering legt in de ontwikkeling van de wetenschappen vooral nadruk op de interne dynamiek van het denken en op de samenhang der theorieën. De externalistische benadering schenkt vooral aandacht aan technische, institutionele, sociale, economische en politieke factoren. Wat op het spel staat is niet gering; het gaat namelijk om de integratie van de wetenschapsgeschiedenis in het geheel van de algemene geschiedenis. Om tot een consensus te komen worden de hoofdstukken over de afzonderlijke wetenschappen voorafgegaan door een bijdrage over de wetenschappelijke instellingen en netwerken en over de algemene ontwikkelingsgang der ideeën.

Dit boek is opgebouwd in drie delen, rekening houdend met de periodisering van de wetenschapsgeschiedenis. Het eerste deel gaat van de Oudheid tot de Renaissance. Het is de periode waarin het antieke erfgoed, bewaard en verrijkt door de Arabieren, de basis legde van een kennis die aan de toekomst bouwde door zich te richten naar het verleden. Het tweede deel is gewijd aan het breukvlak van de Wetenschappelijke Revolutie, dit wil zeggen de tijdsspanne tussen de publicatie van Copernicus' De revolutionibus (1543) en het verschijnen van Newtons Principia (1687). Het derde deel handelt over de Verlichting en het einde van het Ancien Régime. Dit vereist een afzonderlijke behandeling, niet alleen omdat toen de wetenschappen diepgaande interne wijzigingen ondergingen, maar ook omdat de socio-politieke context radicaal veranderde.

Ziehier de synthese die het Nationaal Comité heeft samengesteld. Alhoewel zij is gebaseerd op documenten uit de eerste hand, blijft ze, gezien de talrijke vragen die nog op een antwoord wachten, onvolledig. Haar enige bedoeling is de krijtlijnen uit te zetten voor toekomstig onderzoek. Haar zwak punt ligt mogelijk in de onvermijdelijke verschillen tussen de auteurs. Niettegenstaande een historicus de plicht heeft objectief te zijn, blijft hij/zij fysicus of filoloog, conservatief of progressief, gelovig of vrijzinnig, Waal of Vlaming.

Dit boek, waaraan drie jaar is gewerkt, zou er nooit zijn gekomen zonder de milde, onbevooroordeelde en werkzame steun van de Ministers van Wetenschapsbeleid, de heer Jean-Maurice Dehousse, die voor dit project het initiatief nam, en zijn opvolger de heer Yvan Ylieff - zelf een historicus - die bereid werd gevonden de teksten een laatste maal te herlezen en te voorzien van een woord vooraf.

De Vast Secretarissen van de Academiën, Kanunnik Gerard Verbeke, Baron Philippe Roberts-Jones en Prof. Dr. Niceas Schamp, evenals hun medewerkers, hebben de initiatieven van het Nationaal Comité steeds een warm hart toegedragen en volmondig gesteund.

[pagina 11]
[p. 11]

Door dit boek op te nemen in zijn collectie heeft het Gemeentekrediet van België niet alleen een groot gebaar gemaakt als mecenas, maar heeft het, door de wetenschapsgeschiedenis te laten toetreden tot de cultuurgeschiedenis der Belgen, ook gezorgd voor een beslissende vernieuwing. Wij zijn de Voorzitter en de Raad van Beheer, alsook de wetenschappelijke en technische equipe van het Gemeentekrediet, hiervoor bijzonder dankbaar.

Tot slot wil ik als coördinator van dit werk de auteurs bedanken, die zichzelf hebben verplicht schijnbaar opgeloste vragen vanuit een nieuwe invalshoek te bestuderen en nieuwe problemen op te sporen, en die steeds bereid werden gevonden hun tekst aan te passen om tot een grotere harmonie te komen met de teksten van hun collega's en met het algemene opzet van het boek.

Mevrouw Fabienne Hendricé, secretaresse van het Nationaal Comité, heeft met onafgebroken ijver gewerkt aan de totstandkoming van het manuscript; de heer Philippe Tomsin, assistent van het Centre d'Histoire des Sciences et des Techniques van de universiteit van Luik, danken we voor zijn uiterst zorgvuldige medewerking aan het iconografisch onderzoek; mevrouw Anne Quévy, maquettiste, heeft dit wetenschappelijk werk omgevormd tot een waar kunstboek.

Collectieve ondernemingen zijn altijd een risico. Ook dit project ging onder problemen gebukt. Dat alles hier tot een goed einde is gebracht, is vooral te danken aan mevrouw Carmélia Opsomer, hoofd van het departement handschriften van de universiteit van Luik, en aan de heer Jan Vandersmissen, wetenschappelijk medewerker van het Nationaal Comité. Iedere pagina in dit boek draagt de sporen van hun kennis en inzet.

 

Robert Halleux

Voorzitter van het Nationaal Comité voor Logica, Geschiedenis en Filosofie van de Wetenschappen

[pagina 12]
[p. 12]

Afkortingen

A.E.N. Archives de l'Etat, Namen
A.R. Algemeen Rijksarchief
A.R.B. Académie Royale de Belgique
A.S.V. Archivo Segreto Vaticano
B.L. Bodleian Library, Oxford
B.M.L. Bibliothèque Municipale, Laon
B.N. Bibliothèque Nationale, Parijs
B.U.G. Bibliotheek Universiteit Gent
B.U.L. Bibliothèque de l'Université de Liège, Luik
C.A.L. Centre d'Action Laïque
C.H.S.T. Centre d'Histoire des Sciences et des Techniques de l'Université de Liège, Luik
I.M.S.S. Istituto e museo di storia della scienza, Firenze
K.B. Koninklijke Bibliotheek Albert I, Brussel
K.M.K.G. Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Brussel
K.M.S.K.B. Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, Brussel
K.U.L. Katholieke Universiteit Leuven
M.B.V.B. Museum Boymans-Van Beuningen, Rotterdam
M.C. Musée Curtius, Luik
M.G. Moravska Galerie, Brno
M.K.O.K.L.W. Museum van de Koninklijke Oudheidkundige Kring van het Land van Waas, Sint-Niklaas
M.L. Musée Luxembourgeois, Aarlen
M.K.P. Museum van het Keizerlijk Paleis, Peking
M.P.M. Museum Plantin-Moretus, Antwerpen
M.V.W. Musée de la Vie Wallonne, Luik
Ö.N.B. Österreichische Nationalbibliothek, Wenen
S.A.B. Suid-Afrikaanse Bibliotheek, Kaapstad
S.B. Staatsbibliothek Berlin
S.B.B. Stadsbibliotheek, Brugge

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Geschiedenis van de wetenschappen in België


landen

  • over België (Wallonië)