Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Mijn benul (1974)

Informatie terzijde

Titelpagina van Mijn benul
Afbeelding van Mijn benulToon afbeelding van titelpagina van Mijn benul

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.26 MB)

Scans (37.65 MB)

ebook (4.47 MB)

XML (0.49 MB)

tekstbestand






Editeur

K. Schippers



Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Mijn benul

(1974)–Jan Hanlo–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 153]
[p. 153]

Gezin is heelal van zelfgenoegzaamheid

Wat vinden veel mensen zich tegenwoordig toch goed en geslaagd. Met echte - bijna nederige - overtuiging slaan ze zich openlijk op de borst als de steunpilaren van de maatschappij, de echte en enige maatschappelijke cellen, nee veel meer nog: god op aarde. Want een god buiten en boven ons is niet meer nodig. De bijbel was goed voor vorige geslachten, nu hebben wij het wel geleerd, de mensen zijn globaal genomen voldoende goed geworden, hebben de les der eeuwen van de bijbel voldoende in zich opgenomen, een norm buiten hen is niet meer nodig want zij hebben de norm in zich, zij zijn hun norm. Inderdaad hebben hun subjectieve normen een soort van uniformiteit, een soort van algemene geldigheid, die nu eenmaal aan het begrip norm vastzit. Namelijk de uniformiteit van de zelfgenoegzaamheid en begrensdheid. Maar ze vinden zich helemaal niet begrensd, welnee, in hun persoonlijk milieu, hun cirkeltje, hun gezin, hebben ze immers hun vervulling gevonden, met hun pijp en hun sigaretje en hun pilletje voor dit en hun tabletje voor dat en hun krantje en hun tv-kast en hun huis en hun loonsverhoging of salarisaanwas. Hun persoonlijk milieu vinden ze het heelal. De getrouwde stellen, vooral als er wat kinderen zijn, vertonen dit beeld - niet alle, ik ken ook andere - het duidelijkst. Het trouwboekje is hun sociaal brevet van voortreffelijkheid, hun veilig alibi. Kleine kinderen lijden er nog helemaal niet aan, maar ze worden met niet aflatende zorg voor het begeerlijke cirkelbestaan opgeleid. De van vader op zoon overgeleverde opvoedingsgedachte, uit-

[pagina 154]
[p. 154]

gaande van het principe dat het jonge kind per definitie ondergeschikt en onwijs is, wordt onscrupuleus voortgezet, waardoor - let maar op - de wereld nooit een steek zal veranderen. En al deze hedendaagsen, deze ‘zesenzestigers’ (van wie ik de betere kantjes deze keer niet aftast ik heb al gezegd ik heb kwaje zin) hebben iets eigenaardigs met elkaar gemeen: ze zijn allemaal sentimenteel. 'n Behoorlijke portie zuiver traditionalisme om de graat, maar 'n zacht eitje in hun filosofie. Van wijlen de hooggeleerde Teilhard tot de minder geletterde kapelaan Jansse, en van de gewichtige minister Pietersse tot de beroemde putjesschepper Klaasse, en die nog het minste, denk ik. Wie de schoen past trekke hem aan. ‘Oordeelt niet.’ Nou ja, ik heb niemand echt genoemd. Behalve dan, ja de arme Teilhard, die ik niet gelezen heb, ik had al eens over Darwin gehoord. Maar troost u, opgeblazen huisvaders en avonturierende bisschoppen: iemand die kwaje zin heeft, heeft altijd ongelijk.

P.S.

Tot mijn verrassing heeft de hertog van Baena, oud-ambassadeur van Spanje in Nederland, in zijn pas verschenen boek ‘The Dutch Puzzle’ - L.J.C. Boucher, Den Haag - zonder kwaje zin te hebben neem ik aan, op een wat parlementairder manier precies hetzelfde geconstateerd als ik. Hij ziet het als een typisch Hollandse trek, ik zag het meer als een algemeen verschijnsel. Hij schrijft: Niets kan aantrekkelijker, spontaner, geestdriftiger zijn dan de Nederlandse jeugd. Zij zit vol illusies, is bereid op een edelmoedig initiatief in te gaan en is buitengewoon hartelijk, zonder een zweempje valse schaamte of krampachtige verlegenheid. In dit beginstadium van het leven van een Nederlander beseft men wat de aard van de Nederlanders is en wat zij in latere jaren zouden kunnen zijn; men kan natuurlijk zeggen dat dit voor de jeugd overal opgaat, maar

[pagina 155]
[p. 155]

daar ben ik het niet mee eens. (...) en op het punt de drempel te overschrijden naar de burgerlijke wereld waartoe zij zullen moeten behoren, worden zij door die ongelukkige kramptoestand getroffen. Langzaam maar zeker zetten zij een rem op elke handeling die door hun nieuwe wereld onmatig of buitensporig gevonden zou kunnen worden. (...) Persoonlijk vind ik de veranderingen die zich in de Nederlanders voltrekken als zij volwassen worden bijzonder jammer...

Nu, ik ook. Het lijkt mij dat wij, van onze kant, meer naar de Afrikaanse wereld toe moeten, waar dit verschil tussen volwassene en kind niet zo dominerend en drukkend is.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken