Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Mijn benul (1974)

Informatie terzijde

Titelpagina van Mijn benul
Afbeelding van Mijn benulToon afbeelding van titelpagina van Mijn benul

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.26 MB)

Scans (37.65 MB)

ebook (4.47 MB)

XML (0.49 MB)

tekstbestand






Editeur

K. Schippers



Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Mijn benul

(1974)–Jan Hanlo–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 199]
[p. 199]

Sommige regels

Een probleempje waar zich reeds menig piekeraar mee geamuseerd heeft is het volgende: ‘Alle regels hebben uitzonderingen. Deze uitspraak (“a”), zelf een regel zijnde en dus zelf uitzonderingen hebbende, leidt tot de uitspraak: Behoudens uitzonderingen, hebben alle regels uitzonderingen, met andere woorden: Niet alle regels hebben uitzonderingen (“b”).’

Het uitgangspunt ‘a’ wordt dus tegengesproken, maar de conclusie ‘b’ dankt juist haar bestaan aan de toepassing van het uitgangspunt ‘a’, en moet dus, als gegrond op een fout uitgangspunt, worden tegengesproken!

Nu geloof ik dat een uitspraak nooit betrekking heeft op zichzelf. Een ‘uit’-spraak spreekt zich uit, concentreert zich niet op zichzelf. Ze is als een oog, dat zichzelf niet ziet, en ook niet de wil heeft zichzelf te bekijken; of als iemand die een kamer binnenkomt en constateert ‘er is hier niemand’, terwijl hij er toch zelf aanwezig is.

En toch, dat een uitspraak (‘oordeel’ is eigenlijk de betere term) nóóit betrekking heeft op zichzelf, is misschien teveel gezegd. Wanneer ik zeg ‘ik spreek nu’, dan kan ik met het uitspreken van die drie woorden uitdrukkelijk het uitspreken van die eigenste drie woorden bedoelen. Maar dat is kunstmatig, zoals het oog alleen kunstmatig - in een spiegel - zich of althans zijn spiegelbeeld kan bekijken. Normaliter moet men, logisch te werk gaand, zeggen: het oordeel zelf is niet aan zijn inhoud ondergeschikt. Wel kan men een oordeel achteraf onjuist vinden. Nu is ‘alle regels hebben uitzonderingen’ inder-

[pagina 200]
[p. 200]

daad onjuist, wanneer men naast het begrip ‘regel’ waar het in dit oordeel over gaat, onder dezelfde benaming ‘regel’, impliciet binnensmokkelt het begrip ‘universele regel’ (bijvoorbeeld ‘spinnen hebben acht poten’, wat inderdaad voor álle ‘spinnen’ als soort-begrip geldt, terwijl er heel wat concrete spinnen zullen rondlopen die een of meer poten kwijt zijn). Deze aprioristische regels (het zijn eigenlijk definities) zonder uitzonderingen passen niet in de stelling ‘a’ ‘alle regels hebben uitzonderingen’, en zouden ‘a’ onwaar maken. Het oordeel ‘a’ is zelf ook zo'n aprioristische regel, terwijl de regels bedoeld in ‘a’ uitzonderingen hebben. De regel ‘a’ zelf onttrekt zich daarom aan wat er in ‘a’ over een ander soort regels beweerd wordt.

 

De grap gaat dus feitelijk niet op. Ik heb nog geprobeerd èn de grap (de warboel) èn een stukje van de logica te redden door het uitgangspunt ‘a’ te wijzigen in ‘Sommige regels hebben uitzonderingen’ (waarin dan het begrip ‘regel’ in de ruimste zin, dus in beide betekenissen, genomen kan worden). En ik ben, om eens te kijken op welke sodomsappel ik uitkwam, er stilletjes aan voorbijgegaan dat een oordeel zich wel over andere dingen maar niet over zichzelf uitspreekt.

Welnu, het viel mee:

1.Sommige regels hebben uitzonderingen.
2.Deze bewering (1) is zelf een regel en kan dus misschien juist zo'n uitzondering zijn op het beweerde hebben van uitzonderingen van sommige regels.
3.In dat geval zouden, allemaal uitgaande van 1, in werkelijkheid sommige regels juist geen uitzonderingen hebben.
4.En waarachtig, dat is toevallig niet eens onverenigbaar met 1.
5.Hier maar stoppen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken