Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dood van de witte raaf (1980)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dood van de witte raaf
Afbeelding van De dood van de witte raafToon afbeelding van titelpagina van De dood van de witte raaf

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.80 MB)

Scans (10.48 MB)

ebook (2.88 MB)

XML (0.31 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dood van de witte raaf

(1980)–Robin Hannelore–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

16.

Nooit was Robin Hood zo gelukkig geweest als toen hij die namiddag over Eystel vloog. De wind bracht uit het zuiden de opwindendste geuren mee, en ver beneden hem wriemelden de mensen op de wegen en de akkers; vooral dat laatste gezicht bezorgde hem een eigenaardig superioriteitscomplex... Langzamerhand echter verkilde zijn euforie tot kompassie met de kleine zielepoten, de kortzichtige konkelaars die veel te dicht bij de grond leefden om te beseffen hoe oneindig en groots de schepping was. Hoeveel millenia van droom, hunkering, exaltatie en extaze waren er nodig geweest, voordat de vogels konden ontstijgen aan de bekrompen aardsheid van de andere schepselen? Vanuit de lucht gezien waren grenzen, afsluitingen en versperringen onnatuurlijke en vaak lachwekkende streepjes; vanuit de lucht gezien was het stukje heide achter het Kapelletje van de Laatste Hoop het paradijs in miniatuur... Een heilige weemoed vervulde de raaf; en terwijl hij traag boven de heiduinen cirkelde, kraste hij de gevoelens uit, die in hem opwelden:

 
‘Ik haalde dennestronken uit,
 
blootsvoets in de zavelgrond;
 
het goud van hars zat in mijn huid,
 
de smaak van verfbrem in mijn mond.
 
 
[pagina 55]
[p. 55]
 
Ik duizelde van jeneverbes,
 
van vliegden, kraaiheide en spork;
 
de spotvogel gaf mij dagelijks les
 
in de grijsgroene koelte van een lork.
 
 
 
De Kempenaar had tot biotoop:
 
struikheide, heiduin, konijnehol,
 
een hagedis die vlug wegkroop,
 
 
 
wolfsklauw, heispurrie, korstmos vol
 
kevers, en dan een hazeloop
 
tussen pijpestrootjes, een vossehol.
 
 
 
De voortekens zijn uiterst veeg:
 
de zandloper is bijna leeg,
 
de zandmiljoenpoot ligt in een knoop.
 
 
 
Het loon dat de zandman vroeger kreeg
 
maakte zijn zoon tot arts, misantroop.
 
Het laatste stuk ligt hier te koop.’

Plotseling werd hij in zijn lyrische bespiegelingen onderbroken door een treiterend kirrend, tjirrend en sjirpend geluid... Het was alsof een wolk van plagerige geluiden zijn richting werd uitgedreven. Robin Hood zag hoe Coq-à-l'âne, die al die tijd verbijsterd in de lichtgroen gespikkelde lindebomen bij het Kapelletje van de Laatste Hoop had zitten te loerogen, als de gesmeerde bliksem naar hem toe scheerde. ‘Wegkruipen, Robin Hood!’ schreeuwde de kauw uitzinnig van schrik, terwijl hijzelf in de bruinblauwe schermen van een vliegden dook.

‘Waarom?’ riep Robin Hood. Hij streek benieuwd neer in de verwaaide kruin van dezelfde vliegden.

‘De slechtvalk!’ stootte de kauw bibberend uit.

Boven de lindebomen dook op dat ogenblik een roofvogel op die omzwermd was door boerenzwaluwen en kwikstaarten.

[pagina 56]
[p. 56]

‘Dat is een kleine buizerd!’ giechelde de raaf. ‘Die zal ik eens mores leren!’

‘Niet doen!’ kafferde Coq-à-l'âne. ‘De slechtvalken zijn de snelste en behendigste vliegers van het hele vogelrijk. Eeuwenlang hebben de mensen hen afgericht voor de jacht. Achter de punt van hun bovensnavel hebben ze een soort van tand om hun prooien dood te bijten. Ze rukken hun buit helemaal open en eten alleen de beste brokken: het lillende hart, en...’

‘Platbroek!’ snauwde Robin Hood, terwijl hij zijn vleugels opensloeg en onvervaard de indringer tegemoetvloog. Het kleine grut dat ermee bezig was de roofvogel te sarren, waaide in een oogwenk weg. Doodstil was het eensklaps op de heide. Robin Hood zag nu ook wel dat zijn opponent anders was: meer gedrongen dan een buizerd, vuriger getijgerd op het onderlijf, met blauwzwart glimmende dekveren... De eerste schok was verschrikkelijk: hun poten haakten in elkaar, en Robin Hood dacht een ogenblik dat al zijn spieren scheurden. De tweede aanval van de valk wist hij in laatste instantie te ontwijken. ‘Achter én boven hem blijven!’ hoorde hij Coq-à-l'âne radeloos tateren. De bolide was daar echter reeds terug en ditmaal kon Robin Hood de wervelende aanval slechts gedeeltelijk pareren: de klauwen van de slechtvalk reten langs zijn borst, zodat hij versuft enkele meters naar beneden tuimelde. De slechtvalk was nu boven hem, zwenkte en balde zich samen voor de genadestoot... Op dat moment werd hij door een onzichtbare hand vastgegrepen en als een prullige bal omhoog geslingerd. Toen het schot weerklonk en de echo's over de bossen kabbelden, dwarrelde hij reeds naar beneden. Stomverbaasd streek Robin Hood neer in de vliegden. ‘Wat was dat?’ stotterde hij buiten adem. Met ongelovig knipperende ogen zag hij dat Coq-à-l'âne onder hem zat te schokken van het lachen. Had de angst hem gek gemaakt?

‘De kippenkweker heeft zichzelf doodgeschoten!’ hikte de kauw.

[pagina 57]
[p. 57]

‘Wat is dat voor nonsens!’ femelde Robin Hood boos.

‘We zijn hier op het jachtterrein van de kippenkweker,’ verklaarde de kauw. ‘Hij heeft zijn eigen ziel uit de lucht geschoten!’

‘Zijn eigen ziel?’ kreunde Robin Hood. Een helse pijn schramde over zijn borst.

De kauw aarzelde zichtbaar. ‘Wel, dat zit zo in mekaar,’ begon hij uiteindelijk. ‘Zowel als de zangvogels hebben ook de stootvogels voor een kampioen gebeden... Wij kregen jou; enfin: een elf zorgde ervoor dat jij ontsteeg aan de nobelste mens van Eystel, die de dichter toch is. De stootvogels kregen de slechtvalk; een alf zorgde ervoor, dat die verrees uit de wreedste mens van Eystel, die beslist de kippenkweker is... Begrijp je?’

‘Een elf? Een alf?’ Robin Hood schudde verpaft de kop. ‘De angst heeft jou zeker stapelgek gemaakt?’ Op dat ogenblik zag hij een kleine dikke man met een rood gezicht en een gek hoedje op over de heiduinen naderen, over zijn schouders hingen een fonkelnieuw geweer en een bol staande weitas. De man liep tot bij de slechtvalk, raapte hem op, trok zijn vleugels open, monsterde idioot grijnzend de bebloede borst, en gooide de vogel vervolgens met een gebaar van verachting in een dorre braamstruik. ‘Vieze klamper!’ zei hij.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken