Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dood van de witte raaf (1980)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dood van de witte raaf
Afbeelding van De dood van de witte raafToon afbeelding van titelpagina van De dood van de witte raaf

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.80 MB)

Scans (10.48 MB)

ebook (2.88 MB)

XML (0.31 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dood van de witte raaf

(1980)–Robin Hannelore–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 79]
[p. 79]

23.

Ondanks de vertedering bij het weerzien en het zalige gevoel van lotsverbondenheid dat daarop gevolgd was, had Coq-à-l'âne beschaamd om zich heen gekeken toen hij de dichter zo patetisch en kinderachtig bezig gehoord had. Met een lelijke mensenstem zou de elf er zeker niet toe kunnen bewogen worden zich te openbaren. Op het roodborstje, dat geniepig verlakkertje, wilde hij ook geen beroep meer doen. Dus liet hij de dichter in de steek en toog op zoek naar de nachtegaal. De zangvirtuoos bleek echter pas jongen te hebben, en dan was hij niet in staat zijn tremulo's te laten horen: dan kefte hij als een verkouden pekinees. Een beetje venijnig verwees hij Coq-à-l'âne naar de spotvogel, die hem nu al veertien dagen in het Vlierenbos met veel panache en bravoure zat te imiteren. ‘Voor zo'n domme komedie neem je best de grootste komediant van Eystel,’ zei hij schamper.

De spotvogel, die inderdaad ook 's nachts vaak zijn schalkse en uitbundige melodieën ten beste gaf, was helemaal niet opgezet met de komst van de kauw. Hij sprong hoog op en maakte ontstellend veel misbaar, wat er onmiskenbaar op duidde dat hij ook jongen had. Pas toen Coq-à-l'âne hem diets gemaakt had dat de nachtegaal met slappe stembanden zat en dat de meinachten nu zo zielig doods leken in Eystel, kon hij ertoe bewogen worden die nacht in de hazelaar te zingen. ‘Geen kwakende kikkers én geen sjirpende krekels én geen spitsmuizen nabootsen!’ drukte de kauw hem op het hart. ‘Je zult voor Robin Hood, onze koning, mogen zingen...’

Bij dat laatste argument begon de spotvogel al dadelijk met potsierlijk schelle stem te krassen als een raaf, zodat verscheidene zangvogels nieuwsgierig kwamen toegevlogen. Coq-à-l'âne maakte dat hij wegkwam: hij had nog altijd het verscheiden van Gioconda niet verwerkt en dus kwamen de fratsen van de spotvogel hem als misplaatst voor. Verdoken achter de reusachtige witte schermbloemen van een engelenboom in de tuin van de Dubbelhoeve verbeidde hij in angstige span-

[pagina 80]
[p. 80]

ning de avond. Toen de maan als een gave oranje bekerzwam uit het donker was gebarsten en de spotvogel aan een krankzinnige potpourri van boompieper-, boomkikker- en sprinkhanengeluiden was begonnen, kwam de dichter naar buiten en riep hij op Coq-à-l'âne. Omdat het nog lang geen middernacht was, hield de kauw zich nog een tijdje doof. Eens te meer vroeg hij zich af, waarom de mensen zulk een paradijsachtige avond zo maar aan zich lieten voorbijgaan om in hun lelijke, stinkende woningen te kunnen kijken naar de mensonterende vulgariteiten en obsceniteiten op een scherm vol onnatuurlijk en griezelig bliksemlicht. Mensen? Neen, het waren beslist krensen, vrensen en slensen... toekomstige alven dus.

Toen hij de dichter uiteindelijk in de schuur zag verdwijnen, wist hij hoe laat het was. Omdat hij er helemaal niet op gebrand was de akelige transmutatie nogmaals gade de slaan, hield hij zich nog enkele ogenblikken gedeisd. Gelukkig was de raaf die uit het winket opdoemde... zwart! Coq-à-l'âne verliet zijn schuilplaats terstond. ‘Hee, Robin Hood!’ schreeuwde hij. ‘Het is nog te vroeg! De torenklok moet twaalfmaal slaan!’

‘Lulkoek!’ kraste de raaf.

‘Lulkoek!’ echode de spotvogel.

‘Je moet eerst... zevenentwintigmaal rond het domein van de Meidoornhoeve vliegen!’ loog de kauw.

‘Zevenentwintigmaal!’ bralde de spotvogel.

‘Komaan dan!’ riep Robin Hood overmoedig.

‘Neen... ik niet!’ stribbelde de kauw tegen. ‘Ik zal wel tellen... Courage!’

‘Courage! Courage! Courage!’ teemde de spotvogel.

‘Houd je wauwel!’ foeterde Coq-à-l'âne. ‘Straks zal hij bekaf neerstrijken op de Kollenput... Dan zing je om hem op te monteren, mooier dan een vink... Goed begrepen?’

‘Vink, pink, kwink, link, stink!’ riep de spotvogel.

Moedeloos streek de kauw neer in de gele wilg bij de Kollenput. Voor het eerst in zijn leven wenste hij dom te zijn, zo

[pagina 81]
[p. 81]

dom als het achterste van een varken: wat moest het leven dan simpel en gemakkelijk zijn... Dromend van het land der dommen, der blinden en der doven dommelde hij in. Eensklaps werd hij uit zijn hazeslaap gewekt door vreselijke geluiden: gemauw, gekrol, gespin... Hij zat midden in de katerjacht! Het duurde verscheidene sekonden voordat hij zich realizeerde dat de dwaze spotvogel zijn opdracht alweer volkomen vergeten was en een misleidend nummertje buikspreken aan het opvoeren was. Tot zijn verbijstering zag hij Robin Hood dampend, hijgend en puffend op de putrand zitten. ‘Maak me niet wijs dat je die zevenentwintig rondjes al hebt afgelegd,’ zei hij bestraffend.

‘Achtentwintig!’ krochte de raaf. ‘Jij kunt niet tellen!’

‘Achtentwintig! Achtentwintig!’ bauwde de spotvogel hem na. ‘Zwijg! Euh... zing, rotzak!’ kafferde Coq-à-l'âne. Tot zijn verbijstering begon de spotvogel onmiddellijk de Vlaamse gaai na te bootsen, maar dan op de wijze zoals deze onbeschaamde imitator soms de fitis naäapte... Op dat ogenblik begon de kerkklok te tampen. De kauw vloog dadelijk op en ging naast Robin Hood op de putrand zitten. ‘Lieve elf,’ smeekte hij, ‘kom, asjeblieft, kennismaken met onze koning... Hij wil je eer betuigen, hij wil een... gedicht over je schrijven, hij...’

‘Hola! Hola!’ protesteerde Robin Hood. ‘Ik wil helemaal geen gedicht schrijven over...’ Terzelfdertijd gingen zijn ogen wijdopen van onthutsing: uit de koolzwarte schacht beneden hem lichtte eensklaps een verblindende regenboog op, die zich juist boven zijn hoofd spande...


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken