Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Een regen van rozeblaadjes (1984)

Informatie terzijde

Titelpagina van Een regen van rozeblaadjes
Afbeelding van Een regen van rozeblaadjesToon afbeelding van titelpagina van Een regen van rozeblaadjes

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.61 MB)

Scans (54.31 MB)

ebook (2.82 MB)

XML (0.21 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Een regen van rozeblaadjes

(1984)–Robin Hannelore–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 66]
[p. 66]

16.

Het was halftwaalf toen Hannes het binnenplein van ‘Arcadia’ opdraaide. Omdat hij geen licht meer zag in de refter en omdat de avond hem te balsemiek leek om in bed te liggen tobben, besloot hij nog iets te gaan drinken in ‘De Vlierboom’. Er zat niemand op het terras, en dus liep hij door de openstaande deur naar binnen. De tafels langs de openstaande ramen waren bezet door oudere mensen, klaarblijkelijk vakantiegangers. Hij hees zich op een kruk aan de tapkast, vlakbij Norbert, die met ogen vol nostalgie glazen stond te spoelen.

‘Volgend jaar ben ik mijn eigen baas,’ zei de man, terwijl hij met de bovenkant van zijn hand het zweet van zijn walrussnor wreef.

‘Open je dan ook een taveerne?’ vroeg Hannes, schijnbaar geinteresseerd.

De kelner draaide vervaarlijk met de ogen. ‘God beware me! Neen... Mij werd de alleenverkoop van Japanse soepautomaten toegewezen. Dat betekent een jaar alleenvertegenwoordiging, en daarna ga ik rustig dozen met soepextrakten verkopen bij de klanten aan wie ik zulk apparaat kwijtraakte. “Supi” heet het merk, en de u wordt getekend als een heerlijk dampende tas soep.’ Hij knikte met verzaligd gelaat.

‘Kun je mij misschien een tas soep serveren?’ vroeg Hannes. ‘Zeker, meneer,’ zei de kelner gedienstig, terwijl hij zijn handen afdroogde. Hij liep naar de openstaande deur van de keuken. Nog in de deuropening zei hij tot iemand die daar blijkbaar vlak achter de hoek stond: ‘Ben je nu nog altijd aan het telefoneren?’

Omdat Hannes dacht dat hij zich richtte tot de baas of de bazin of het keukenhulpje, wendde hij het hoofd af. Toen hij tersluiks weer naar de deuropening keek, schudde hij ongelovig het hoofd: met hoogrode kop kwam Nico naar buiten. Bij het zien van Hannes bleef de jongeman een ogen-

[pagina 67]
[p. 67]

blik perplex staan. ‘Wat spook jij hier zo laat nog uit?’ vroeg Hannes vrijpostig.

Nico herwon dadelijk zijn zelfzekerheid en kwam naast Hannes zitten. ‘Ik kon niet slapen.’

‘Met wie telefoneerde je?’

Nico keek ongerust naar de deuropening. ‘Met mijn vader.’ ‘Had hij weer een verschijning gehad?’

‘Euh... neen.’

De kelner zette de soep op de tapkast en vroeg aan Nico wat hij wilde drinken.

‘Whisky,’ zei Nico.

Hannes stond op het punt te vragen of hij er misschien met de spaarcenten van zijn ouders was vandoor gegaan, maar hij bedacht zich. ‘Jij schijnt goed overweg te kunnen met Jasmine...’

Nico grijnsde verlegen. ‘Ik ben verliefd op haar.’

Hannes schudde verbouwereerd het hoofd. ‘Je kent haar amper één dag!’

‘Om verliefd te worden heb je geen dag nodig.’

‘En Jasmine is meer dan tien jaar ouder!’

‘Wat zou dat? Zijn jij en je vrouw even oud?’

‘Mijn vrouw is dood,’ mompelde Hannes. ‘Maar we waren even oud... ja.’ Hij wilde er nog aan toevoegen dat hij samen met Inge in de kleuterschool gezeten had, dat hij in de periode van het lager onderwijs geregeld samen met haar naar de kerk ging en naar de toneelvoorstellingen in de parochiezaal, dat hij gedurende de jaren dat hij politieke en sociale wetenschappen studeerde in Leuven elke minuut van zijn vrije tijd aan haar besteed had... maar wat voor zin had het?

‘Jasmine is erg kwetsbaar,’ zei hij moeilijk. ‘Je kunt haar alleen maar pijn doen...’

‘Waarom zou ik haar pijn doen?’ zei Nico luchtig. ‘Zij is trouwens niet aan haar proefstuk.’

‘Hoe bedoel je?’

[pagina 68]
[p. 68]

‘Heeft ze je niet verteld dat ze onthaalhostess is geweest bij “Amreba”?’

‘Ja. En dan?’

‘Onthaalhostess is in dit geval een eufemisme voor call-girl, prostituée of hoer. Snap je dat niet?’

Hannes keek de roddelaar naast hem een ogenblik ontzet aan. ‘Hoe weet jij dat?’

Nico haalde de neus op. ‘In Antwerpen weet iedereen dat.’

‘Ik woon al twintig jaar aan de Charlottalaan, en ik weet dat helemaal niet,’ repliceerde Hannes scherp.

‘Mensen van jouw soort willen dat gewoonlijk niet weten,’ sneerde Nico brutaal.

Hannes voelde dat hij op het punt stond zijn zelfbeheersing te verliezen. Hij dronk van zijn veel te warme soep, en vloekte binnensmonds. Wat kon het hem eigenlijk schelen? Eénmaal had hij met Jasmine een ernstig gesprek gehad, en dan had ze hem nog alleen maar verteld wat ze blijkbaar aan iedereen toevertrouwde. Maar de hele situatie was zo ongerijmd... ‘Kun jij dan echt geen beter meisje dan een... afgedankte hoer krijgen?’ vroeg hij hatelijk.

Nico dronk in één gulp zijn whisky uit. Terwijl hij met het glas op de tapkast tikte, zei hij: ‘Ik kan iedereen krijgen.’ Hannes was de jonge snoeshaan kotsbeu. ‘Nu kan ik begrijpen waarom jouw vader verschijningen begon te krijgen,’ zei hij, terwijl hij met trillende handen zijn portefeuille te voorschijn haalde en betaalde. Hij stond op en liep zonder groet naar buiten. Hij voelde zich diep ongelukkig. Zulke lefgozers maakten overal indruk, zetten iedereen en alles naar hun hand, misbruikten de anderen naar believen, spotten met alles wat waardevol en mooi was, én konden ongestoord hun gang gaan, terwijl een jongen als Helge, die het met de hele wereld goed voorhad, moest sterven... Het leven was een korrupte, onrechtvaardige smeerboel. Ziek van verbittering liep hij naar zijn kamer.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken