Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De weerliicke liefden tot Roose-mond (1956)

Informatie terzijde

Titelpagina van De weerliicke liefden tot Roose-mond
Afbeelding van De weerliicke liefden tot Roose-mondToon afbeelding van titelpagina van De weerliicke liefden tot Roose-mond

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.22 MB)

Scans (6.59 MB)

XML (0.54 MB)

tekstbestand






Editeur

Oscar Dambre



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De weerliicke liefden tot Roose-mond

(1956)–Justus de Harduwijn–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

B. De ‘Roose-mond’-bundel

I. Bibliografie

Van ‘ Roose-mond ’ is maar één exemplaar bekend. Dat unicum - een in 8° oblong bundeltje van 15,3 op 10 cm -, nu in rood marokijn gebonden, berust onder nr G 8342 op 's Rijks universiteitsbibliotheek te Gent. Het is herkomstig uit de veiling R. Della Faille te Antwerpen in 1878, waarop het als nr 972 aangekocht werd voor 210 Belg. frs. Vroeger had het aan de literator Serrure toebehoord.

Het titelblad draagt de volgende tekst: ‘De Weerliicke Liefden // Tot // Roose-mond. // Eensdeels naerghevolght de Griecksche// Latijnsche // ende Franchoysche Poëten. [typografische versiering als vignet] // t'Handt-werpen, // By Hieronymus Verdussen/ inde X. Gheboden. // Anno M. DC. XIII’. - Er is geen omlijsting.

R. Foncke heeft het bundeltje als volgt beschreven in Het Boek (15 febr. 1913, blz. 49-53): - ‘Een klein in-8° bundeltje van 106 bladzijden. Het is doorlopend gepagineerd van 3 tot 104, met arabisch cijfer in de

[pagina 16]
[p. 16]

buitenste bovenhoek; tevens zijn de eerste bladen van ieder vel nog onderaan aangeduid met gotische hoofdletter A, B, C, D, E, F, G, met volgcijfer tot 5; bij A begint die reeks echter maar met A2; bij G gaat ze niet verder dan G3 (blz. 101). - Behalve op blz. 15, 16 en 26 wordt telkens, in de benedenhoek rechts der bladzijde, van de volgende pagina het beginwoord of een deel er van overgedrukt. - Een paar keren beginnen de stukken met een groter hoofdletter (blz. 9, 25, 32, 65); soms zelfs is deze versierd (blz. 3, 11, 13, 14, 15, 37, 47, 71, 77, 88, 94). - Over het algemeen werd met gotische letter gedrukt; echter niet het “approbatur” of de latijnse liminaria, waarvan het tweede zelfs cursief staat. Ook niet de eigennamen of spreuken; noch de namen uit de antieke mythologie of van de personificaties, die wij er in aantreffen. Met onze letter vinden wij ook nog de antwoorden in het echodicht op blz. 58, alsmede desvoorkomend de opschriften der gedichten. De langere titels hebben twee verschillende letters: die van de opdracht door Caudron heeft cursief-gedrukte regels tussen latijnse; die van het gedicht door David vander Linden, op blz. 94, is ten dele gotisch, ten dele latijns gesteld; hetzelfde merken wij op het titelblad van het bundeltje.’ -

Wat de inhoud betreft, omvat de bundel als voorwerk: blz. 1, het titelblad; van 3 tot 8 een proza-opdracht aan de Catharinisten te Aalst, van G. Caudron; blz. 9, een latijnse brief van Erycius Puteanus aan de auteur; blz. 10 een latijns gedicht (14 verzen) van Andreas Hojus; blz. 11-12, twee sonnetten vanTheoderick van Liefvelt; blz. 13, een sonnet van Caudron; blz. 14, een sonnetTot Phoebum van de dichter zelf.

Daarop volgen de eigenlijke Weerliicke Liefden tot Roose-mond (blz. 15-93), d.z. 50 sonnetten, met romeins cijfer genummerd van I tot L (XXXII is geen eigenlijk sonnet, maar een ‘Echo-’dicht); tussenin de sonnetten, drie ‘Liedekens’: blz. 25, 9 vierregelige strofen; blz. 32, 10 zesregelige strofen; blz. 65, 11 zevenregelige strofen; blz. 37, een Ode; blz 47-51, ‘Elegie tot Ian van Swaerveld constigh Schilder’; blz. 77-79 ‘Elegie’; blz. 88-92 ‘Claght-dicht’; blz. 71-73, ‘T'samen-clap tuschen den Wegh-gangher met het Duyfken’.

Ten slotte volgen nog: blz. 94-103, een lofgedicht van David van der Linden De gheboorte der Liefde Gheestelicke / ende Weereltlicke. Ter Eeren Van de Liefden, eer-tijdt beschreven door J. de H. van Ghendt; blz. 104, een acrostichon-sonnet van F. vander Beken; en op de voorlaatste, ongenummerde blz. de latijnse approbatie van Laur. Beyerlinck, ‘Met gratie ende Privilegie, voor ses Iaeren’.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken