Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De weerliicke liefden tot Roose-mond (1956)

Informatie terzijde

Titelpagina van De weerliicke liefden tot Roose-mond
Afbeelding van De weerliicke liefden tot Roose-mondToon afbeelding van titelpagina van De weerliicke liefden tot Roose-mond

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.22 MB)

Scans (6.59 MB)

XML (0.54 MB)

tekstbestand






Editeur

Oscar Dambre



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De weerliicke liefden tot Roose-mond

(1956)–Justus de Harduwijn–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

II. Auteurschap

De ‘Roose-mond’-bundel verscheen in 1613 anoniem. Guilliam Caudron

[pagina 17]
[p. 17]

verantwoordde de anonimiteit als volgt: ‘Hoe wel dat niemant den Meester van dese gheleerde lieffelijcheydt en heeft connen bewillighen van de selve in het licht te gheven / eensdeels nemende sijne onschult op den ampt die hy teghenwoordich is bedienende ...’, hetgeen een aanvaardbare reden is. Het paste een jonge geestelijke inderdaad allerminst - ook niet nadat een geestelijke boekencensor Ga naar voetnoot1 zich over hem had ontfermd - als minnedichter op het podium te treden. Zijn naam werd derhalve in 1613 angstvallig verzwegen.

Maar de bundel bevat tal van elementen, die ons toelaten zonder veel moeite de sluier op te lichten en de auteur te ontdekken. De sleutel tot het geheim wordt ons al dadelijk geleverd door de latijnse aanmoedigingsbrief van Erycius Puteanus (blz. 71); wie immers diens in 1612 te Leuven gepubliceerde brievenverzameling Ga naar voetnoot2 opslaat, vindt er onder nr XXII dezelfde brief, uitdrukkelijk gericht tot ‘Justo Harduino S.D.’ Ga naar voetnoot3, en gedagtekend 10 mei 1608.

En dan is er de titel van David van der Lindens lofdicht (blz. 94), waarin de initialen van de auteursnaam, benevens zijn geboortestad, voorkomen: ‘de Liefden, eer-tijdt beschreven door J. de H. van Ghendt’. Datzelfde huldedicht verscheen in 1620, als inleiding tot de Harduwijns ‘Val ende Op-stand van David’, maar dan met vermelding van de auteursnaam.

Er is ook het eigen getuigenis van de auteur, nl. de verloochening van zijn vroeger ‘Venus ghejancksel’ in de inleiding tot zijn ‘ Goddelicke Lof-Sanghen ’ (1620), die overigens een veertiental ‘vermomde’ Roose-mondgedichten bevatten.

Er zijn nog belangrijke getuigenissen van drie tijdgenoten. Jacob Ymmelootvermeldt in 1626, sprekende over Justus de Harduwijn, de volledige titel ‘Weerliicke Liefden tot Roose-mond’ Ga naar voetnoot4, Antonius Sanderus prijst de Roose-mond in een lofdicht: ‘vivet, Juste, tua sic Rosemunda lyra’ Ga naar voetnoot5, en vermeldt de bundel uitdrukkelijk in zijn bio- en bibliografisch overzicht Ga naar voetnoot6: ‘varia patrio praesertim idiomata conscripsit, in quibus et ingenuos in Rosemundam suam ignes... elegantissimis versibus decantavit.’ En de dichter Jacob van Zevecote, een neef van hem, brengt in 1623 eenzelfde geluid. In een tot hem gerichte elegie Ga naar voetnoot7 vraagt hij hem of

[pagina 18]
[p. 18]

hij zich wellicht nog koestert in de herinnering aan de oude hartstochten van de betreurenswaardige Roose-mond Ga naar voetnoot1.

En dan is er vooral het slotsonnet van de lofzanger F. vander Beken met de sibillijnse kenspreuk ‘Aensiet de diepte’: het acrostichon ‘Joost de Hardvin’ heft elke twijfel op Ga naar voetnoot2.

voetnoot1
Kanunnik Laur. Beyerlinck.
voetnoot2
Epistolarum Apophoreta centuria IV, blz. 28-29.
voetnoot3
S.D.: salutem dat (auctor), d.i. de schrijver schenkt zijn groet aan J.H.
voetnoot4
La France et la Flandre reformées, ou traicté enseignant la vraye methode d'une nouvelle Poésie Françoise et Thioise harmonieuse et delectable (Ypre, 1626), blz. 51.
voetnoot5
Poemata (Gandavi, 1621), III Ad Justum Harduynum poetam.
voetnoot6
De Gandavensibus ... (Antwerpen, 1624).
voetnoot7
Poemata (Antwerpen, 1623), Elegiarum liber II, blz. 192: Ad Poetam Justum Harduinum Gand.
voetnoot1
Beneden komen wij daarop terug. Zie VII.
voetnoot2
Eerst na 350 jaar door F. J. Couwenbergh ontdekt (De Nieuwe Taalgids, 53e jg., 1960, blz. 174).

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken