Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De weerliicke liefden tot Roose-mond (1956)

Informatie terzijde

Titelpagina van De weerliicke liefden tot Roose-mond
Afbeelding van De weerliicke liefden tot Roose-mondToon afbeelding van titelpagina van De weerliicke liefden tot Roose-mond

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.22 MB)

Scans (6.59 MB)

XML (0.54 MB)

tekstbestand






Editeur

Oscar Dambre



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De weerliicke liefden tot Roose-mond

(1956)–Justus de Harduwijn–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 139]
[p. 139]

ElegieGa naar voetnoot#.

 
O Violetjens soet, ghifte Ga naar voetnoot1 van mijn Jonckvrauwe!
 
Wie heeft ulier Ga naar voetnoot2 ghesaeyt? met wat vruchtbaeren dauwe
 
Is d'erf' besproeyt gheweest, die ulier heeft ghebaert Ga naar voetnoot3?
 
Wie heeft ulier soo nauw voor ende naer bewaert Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Van rijm, vorst, ende mist? Ist Flora Ga naar voetnoot5 die goddinne?
 
Of die soet-suere moer der ooghe-loose Minne Ga naar voetnoot6?
 
Die sijnen bogh' altijt met ulieden befraeyt Ga naar voetnoot7,
 
Als hy sijn schichten scherp in s'menschen herten saeyt.
 
Of ist Phoebus Ga naar voetnoot9, wiens spel ghylien oock placht te croonen?
10[regelnummer]
Of t'neghen-suster-heyr die Helicon Ga naar voetnoot10 bewoonen?
 
Of ist Aurora Ga naar voetnoot11 schoon, die heur hierme verciert,
 
Als sy t'crieckende licht op d'aerdsche baene stiert Ga naar voetnoot12?
 
O violetjens soet, van die schoon handt ghelesen Ga naar voetnoot13,
 
Die mijn hert heeft doorwondt, en weerom kan ghenesen!
15[regelnummer]
O violetjens soet, wie dien mondt Ga naar voetnoot15 heeft gheraeckt,
[pagina 140]
[p. 140]
 
Daerom Ga naar voetnoot16 mijn ionghe ieughd in t'vier der liefden blaeckt?
 
Dat ghylien Ga naar voetnoot17 zijt soo soet, en lieffelijck bevonden,
 
Dat comt van haer, die my ulieden heeft ghesonden.
 
O violetjens soet! o aenghenaemen pandt!
20[regelnummer]
O ghifte my gheiont van Ga naar voetnoot20 sulck een weerdigh handt!
 
Ick mercke wel voorwaer, dat sulck melck-verwigh wesen Ga naar voetnoot21,
 
En dees streepkens daer by, van purpur-root ghepresen,
 
Mijns liefs ghedaente zijn: iae dat t'selve is haer schijn Ga naar voetnoot23,
 
Als haer caeckxkens door schaemt met bleus verwerremt zijn Ga naar voetnoot24.
25[regelnummer]
Den gheur die ghylier hebt, die is oock t'eenemaele Ga naar voetnoot25
 
Als die daer henen rijst uyt Ga naar voetnoot26 dien mondt van coraele.
 
 
 
O vriendelijck gheblomt! mijn vreughd' in droefheydts noot!
 
Mijnen wensch, mijn begheert, en mijnen haeven-schoot Ga naar voetnoot28!
 
Ghehinght dat ick u cuss', en uwen gheur behauwe Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
Nacht ende dagh by my, in ste van Ga naar voetnoot30 u Jonckvrauwe.
[pagina 141]
[p. 141]
 
Drinckt dese traenen in Ga naar voetnoot31, die in sulck overvloed
 
Uyt mijns ooghen fonteyn Cupido vloeyen doet.
 
 
 
Bloeyt, violetjens, bloeyt, en blijft t'allen saysoene
 
In dit fioolken Ga naar voetnoot34 staen, even ieuchdigh en groene.
35[regelnummer]
Hier sult ghy zijn bewaert, hier sult' ghy zijn gheeert Ga naar voetnoot35,
 
Soo langh' als dat de liefd' in mijn ionck hert verkeert Ga naar voetnoot36:
 
Soo langh' ick leven sal in hopen en in duchten,
 
Soo langh' als ick om haer sal treuren ende suchten.
voetnoot#
Elegie: lied van leed gepaard gaande met aangename herinneringen. (Vgl. W.A.P. Smit, Hooft en DIA, 1968, blz. 96-99).
voetnoot1
Violetjens: (viola tricolor) driekleurige viooltjes (Fr.: pensée: emblème du souvenir) symbool der gedachtenis; ghifte: geschenk.
voetnoot2
ulier: (akk.) u (eveneens in 3 en 4).
voetnoot3
d'erf': de grond; ghebaert: voortgebracht.
voetnoot4
nauw: nauwlettend; bewaert van: beschermd tegen.
voetnoot5
Flora: godin van de bloemen.
voetnoot6
moer: moeder (Venus); ooghe-loose Minne: geblinddoekte Cupido.
voetnoot7
bogh': boog; met ulieden: met u, nl. de violetjens; befraeyt: versiert.
voetnoot9
Phoebus: Apollo (gr. myt.), oorspronkelijk god van de akkerbouw, voorts god van de wijsheid en het licht, beschermer van de kunsten, inz. de poëzie (aanvoerder van de Muzen). Uit het bloed van Hyacinthus, die hij had gedood, bloeide de lelieachtige bolbloem op; vaak bekranste hij zich hoofd, pijlenkoker en snaarinstrumenten met lauriertakken en bloemen.
voetnoot10
t'neghen-suster-heyr: het koor van de negen Muzen; Helicon: de berg H. in Griekenland, aan Apollo en de negen Muzen gewijd.
voetnoot11
Aurora: godin van de dageraad.
voetnoot12
t'crieckende licht: het licht van de morgenschemering; stiert: stuurt.
voetnoot13
van: door; ghelesen: geplukt.
voetnoot15
wie: die (akk.); dien mondt: (onderwerp; bedoeld is de mond van R.).
[tekstkritische noot]L 17 na bevonden, komma i.p.v. puntkomma.
voetnoot16
Daerom: om dewelke.
voetnoot17
ghylien: (nom.) gij.
voetnoot20
gheiont van: gegund, geschonken door.
voetnoot21
melck-verwigh: melkkleurig; wesen: ding (bedoeld is het viooltje; uit de beschrijving van de viooltjes in vss. 21-24 blijkt dat ze driekleurig zijn).
voetnoot23
ghedaente: voorkomen; haer schijn: haar afspiegeling (vooral van het aangezicht).
voetnoot24
bleus: blos; verwerremt zijn: verwarmd zijn, een rose kleur vertonen.
voetnoot25
ghylier: (nom.) gij; t'eenemaele: helemaal.
voetnoot26
Als die daer henen rijst uyt: zoals de geur die opwasemt uit...
voetnoot28
haeven-schoot: toevluchtsoord.
voetnoot29
Ghehinght: gedoog; behauwe: behoude.
voetnoot30
in ste van: in de plaats van (bij afwezigheid van).
voetnoot31
Drinckt dese traenen in: slorp deze tranen op.
voetnoot34
fioolken: langhalzig flesje.
voetnoot35
gheeert: in eer gehouden.
voetnoot36
verkeert: aanwezig is.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken