Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De geuzen (1943)

Informatie terzijde

Titelpagina van De geuzen
Afbeelding van De geuzenToon afbeelding van titelpagina van De geuzen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.99 MB)

Scans (18.44 MB)

ebook (3.55 MB)

XML (0.79 MB)

tekstbestand






Editeur

A.J. Teychiné Stakenburg



Genre

poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

proefschrift
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De geuzen

(1943)–Onno Zwier van Haren–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 178]
[p. 178]

Doel en geschiedenis van het gedicht.

Wanneer ik in de somer van 't jaar 1769 ondernam te toetsen of ik een Gedenk-teeken zoude kunnen oprechten tot roem van 't Huys van Nassau, en van die geene, welke in de bescherming van de Vryheid en Godsdienst deeser Landen het meest hebben uitgeblonken; was eene van de eerste tegenwerpingen aan my zelven, op welke wys ik best zoude gewaar worden, in de eenzaamheid waar in ik woon, wat een ieder zo van de stof, als van de project uitvoering, dagt?

De Grieken hadden oopenbare Speelen, werwaards de gansche Natie toevloeyde, aan welke de Autheuren hunne Werken voorlasen, en de toejuiching, of bespotting van een geestig en leevendig Volk, sprak spoedig het Vonnis uit.

De Romeinen vonden, in de Hoofdstad van haar Ryk, verzaameld alles wat uitmuntende was in kennis en beoordeeling van stoffen en uitwerkingen: de Theaters en Gaanderyen waren altyd gereede plaatsen daar een Autheur, en Grooten en Geleerden vond, willig om hem te hooren, en met hare aanmerkingen te begunstigen.

Dit alles my ontbreekende moest 'er een ander middel uitgedagt worden, voor een man te oud om niet te weeten, dat men in diergelyke werken op syn eigen oordeel alleen niet moet vertrouwen. Ik besloot derhalven om eerst een ruwe schetz van dit werk aan 't Publycq te geeven; vervolgens na maate ik zoude kunnen gewaar worden wat 'er van dagt een ieder van 't klein getal der geener die de moeyte zouden willen neemen om 'er aan te denken, een naam voor 't werk te kiesen, en voorts het van tyd tot tyd te vermeerderen en te polysten, zo lang my tyd, en gezondheid zouden overblyven: en deese schetz was

[pagina 179]
[p. 179]

nog niet afgemaakt, wanneer eene gebeurtenis tot nog toe hier te Lande buiten gebruik, my verpligte om aan te toonen, waar in myne dagelykse beezigheeden bestonden.

Het gevolg van deese eerste uitgaaf was overeenkomende met myne verwagting: het gemeen nam weinig deel in een Werk aan 't Vaderland: een Tytel en stof aan de meesten onbekend en onverstaanbaar. Dog eenige weinige Lieden van oordeel de schors doordringende, scheenen te begrypen dat tyd en moeyte iets tamelyks van de verkoorene stof zouden kunnen maaken. Hier door aangemoedigd hervatte ik myn arbeid, en gaf 'er een tweede Proeve van uit in 't jaar 1771 onder de naam van de Geusen, gedrukt by Clement tot Zwol; en de nieuwe aanmoediging die daar op volgde spoorde my aan om aan een derde te werken, welke ik weederom vroeger als ik wenschte, heb moeten uitgeeven, om dat ik gewaarschouwd wierde, dat myne eerste druk van de Geusen, wierd nagedrukt buiten myn weeten of toestemming; en dat ik dus niet wist wat men van voorneemen konde zyn, onder myn naam te verspreiden.

De oopenbaare blyk van achting, welke ik kort daar na ontving van een Genoodschap uit zo deugdzame als wyse, zo geleerde als oordeelkundige, Mannen, bestaande; inboesemde my, met de dankbaarheid ook de pligt, om ten minsten door myne goede wil haare keuse te verdienen: waar toe ik gepast vond, my toe te leggen met een verdubbelde yver, tot verbeetering, vermeerdering en verçiering van een werkje, het welke in 't klein, gelyk het Zeeuwsche Genoodschap in 't groot, ten luister van 't Vaderland is ingericht.

Dus, altyd zo veel my moogelyk is geweest, de publycque en particuliere oordeelen zoekende, verge-

[pagina 180]
[p. 180]

lykende, weegende, en (daar die my verlichten konden) volgende, heb ik de Geusen gebragt tot aan deese uitgave: welke door myne klimmende jaaren, waarschynlyk, de laaste zal zyn. Dog wat hier van mag worden, ik houde my van nu af aan rykelyk beloond voor myne poogingen, zo eene van deese twee myne wenschen mag werden vervuld.

Of wel, dat dit Gedicht, niet teegenstaande al het zwakke dat men in het zelve zal vinden, mag dienen in 't Vaderland, tot onderwys aan de Jeugd, tot voorbeeld aan Mannen, en tot eenige verzagting aan Oude Lieden, in de pynelyke en ongemakkelyke uuren, die gewoon zyn de Ouderdom te verzellen.

Of, zo de gebrekkelykheeden van dit werkje, hier toe een hinderpaal mogten weesen, dat als dan die gebrekkelykheden zelve ten nutte van 't Vaderland moogen strekken, door een Baaken te worden tot vermyding, voor een iegelyk, die, na my, maar met meerder vuur van geest als ik, en met blinkender inbeelding als de myne, de roem van syn en myn Vaderland, langs zulken, of diergelyken weg, t'eeniger tyd zal zoeken te verheffen!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken