Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Spreekwoordenboek der Nederlandsche taal (1990)

Informatie terzijde

Titelpagina van Spreekwoordenboek der Nederlandsche taal
Afbeelding van Spreekwoordenboek der Nederlandsche taalToon afbeelding van titelpagina van Spreekwoordenboek der Nederlandsche taal

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

Scans (169.64 MB)

XML (14.98 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon
taalkunde/algemeen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Spreekwoordenboek der Nederlandsche taal

(1990)–P.J. Harrebomée–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina π5]
[p. π5]

[Deel I]

Een spreekwoord, een waar woord.
Dit spreekwoord wordt niet tegengesproken in v.d. willigens prijsschrift: ‘Een spreekwoord niet altijd een waar woord,’ zoo min als door dat werk zelve, daar het spreekwoord zegt: Misbruik maakt alle ding afkeerig.
[pagina π10]
[p. π10]

L.S.

Ruim tien jaar nadat ik in den Alg. Konst- en Letterbode van 1843, no. 42, het eerste berigt gaf over mijn plan tot zamenstelling van een Spreekwoordenboek der Nederlandsche taal, bijna vijfthalf jaar nadat ik, volgens toen verschenen prospectus, met mijnen arbeid gereed was, ziet thans, als eene proeve, de 1e. Aflevering het licht. Ik waag het niet, in gissingen te treden, wat van dit laatste de oorzaak is, maar deel alleen mede, dat het mij regt aangenaam was, dat er van verschillende kanten op mijn werk werd gewezen. Behalve de wijze, waarop de Uitgevers hun oordeel over het Spreekwoordenboek uitspraken, op het schudblad van het Alg. Letterl. Maandschrift van 1849, no. 8 en 9, vond ik eene aanwijzing van mijn werk, door een' ongenoemde, in de Nederlander van 3 Julij 1849. Dr. a. de jager deed zulks herhaaldelijk: zie zijn verzameld Archief voor Nederl. taalkunde, Dl. I. bl. 81 en Dl. II. bl. 108. En om niet meerder te noemen, zal het genoeg zijn, het berigt van Prof. m. de vries, in den Alg. Konst- en Letterbode van 1851, no. 38, en dat van het Bestuur van de Navorscher, in no. XII van den 2en. Jaargang, te vermelden.

Nog is 't mij aangenaam te kunnen mededeelen, dat ik veelvuldige ondersteuning in mijnen arbeid ondervond. Ik sprak daarvan, met een enkel woord, op bl. IV van de lijst van werken over Nederlandsche Spreekwoorden. Gaarne vermeld ik, dat ik bouwstoffen tot het zamenstellen van die lijst ontvangen mogt van de Heeren: l.e. bosch en w.a. van diest van Utrecht, Mr. j. dirks van Leeuwarden, Mr. c.l. schüller tot peursum en Prof. l.g. visscher van Utrecht en van mijn' vader, - dat mij verder, op mijne aanvrage, één of meer dier werken voor eenigen tijd ter bewerking werden afgestaan door de Heeren: Prof. j. ackersdijck en l.e. bosch van Utrecht, m.f.a.g. campbell van 's Gravenhage, h.a.f.a. gobius van Utrecht, Prof. h.c. van hall van Groningen, j.w. holtrop van 's Gravenhage, j.c. kobus van Bemmel, j.j. nieuwenhuijzen van Amsterdam, j.j.f. noordziek van 's Gravenhage, Mr. c.l. schüller tot peursum, Prof. l.g. visscher en j. decker zimmerman van Utrecht en door mijn' vader, - dat de aanzienlijke verzameling van spreekwoorden, door mij bijeengebragt, mede is verrijkt geworden door de Heeren: a.j. van der aa van Gorinchem, Dr. n. beets van Heemstede, w.a. van diest van Utrecht, Prof. h.c. van hall van Groningen, j.h. van lennep van Heemstede, f.p.b. de longte van Gorinchem, j.e. mensinga van Utrecht, post van Tiel, Dr. g.d.j. schotel van Tilburg en door mijne moeder, - dat gevraagde inlichtingen mij goedgunstig werden verstrekt door de Heeren: a.j. van der aa van Gorinchem, Dr. n. beets van Heemstede, Mr. j. dirks van Leeuwarden, Dr. j.h. halbertsma van Deventer, Prof. h.c. van hall van Groningen, Dr. j.h. holwerda van Gorinchem, j.h. van lennep van Heemstede, Mr. c. van marle en j.i.d. nepveu van Utrecht, Dr. p. romeijn van Gorinchem, g. van sandwijk van Purmerende, k. sybrandi van Haarlem en door mijn' vader, - en dat eindelijk de uitgave dezer 1e. Aflevering hoofdzakelijk te danken is aan de Heeren: Dr. n. beets van Heemstede, Prof. h. beijerman van Amsterdam, Dr. j.t. bodel nijenhuis van Leiden, Dr. w.g. brill van Zutphen, Mr. j. dirks van Leeuwarden, Prof. a. van goudoever van Utrecht, Prof. h.c. van hall van Groningen, Prof. w.j.a. joncbloet van Deventer, Dr. h.h. kemink van Utrecht, wijlen Prof. d.j. van lennep van Amsterdam, j.h. van lennep van Heemstede, a.l. lesturgeon van Oosterhesselen, Mr. c. van marle van Utrecht, Dr. g.d.j. schotel van Tilburg, Mr. j.r. thorbecke van 's Gravenhage, Dr. p.j. vermeulen van Utrecht en Prof. m. de vries van Leiden.

[pagina π11]
[p. π11]

Met dit berigt, breng ik daarvoor aan allen, die op eenigerhande wijze mij hunne hulpvaardigheid bewezen, hier openlijk mijnen dank.

Op bl. II. der straks genoemde lijst gewaagde ik van de diensten, door Dr. a. de jager mij bewezen. Die diensten zijn grooter, dan dat ik ze in korte woorden hier zelfs maar zoude kunnen opnemen, en verre boven mijnen roem verheven.

Thans heeft men meer, dan een prospectus geven kan, en zal het moeten blijken, of mijn arbeid in zijn geheel verdient het licht te zien.

Mogt dat het geval wezen, dan houd ik mij overtuigd, dat de hulp van hen, die mij tot heden hunne diensten niet ontzeiden, ook voor 't vervolg niet te vergeefs zal worden ingeroepen.

Ter meerdere volledigheid van den nationalen schat, die wij in onze spreekwoorden bezitten, noodig ik thans alle Heeren koopers van het Spreekwoordenboek tot medewerking uit. Hier of daar is welligt nog een spreekwoord door mij niet genoemd. Men geve mij dat op, en ik zal er, bij elke volgende Aflevering, dankbaar vermelding van doen; en al was het ook slechts één spreekwoord, men wane niet, dat zulks de moeite niet waard zoude zijn. Door de respectieve Heeren boekhandelaars is er al ligt gelegenheid, om mij een en ander toe te zenden. Alleen verzoek ik, daarbij twee zaken niet uit het oog te verliezen: 1e. dat een gangbaar spreekwoord dikwijls slechts een gedeelte bevat van dat, wat ik heb gegeven, en 2e. dat men omzigtig zij met spreekwoorden uit vertaalde stukken over te nemen. Op bl. II en III der meergemelde lijst drukte ik daarover mijne gedachten uit.

Zoo worde onze rijke moedertaal in al haren omvang bekend!

 

Gorinchem, 25 October 1853.

P.J. HARREBOMÉE.

 

☞ Toen de helft van het 1e. blad reeds was afgedrukt, ontving ik nog 5 der op de lijst genoemde werken over Nederlandsche spreekwoorden. Ik liep die vlugtig door, en teekende aan, wat ik voor de 1e. Aflevering noodig had. Bij de verdere bewerking kwamen mij 4 spreekwoorden uit no. 148 voor, die ik had behooren aan te wijzen, ontstaan, doordat ik dikwijls eene grootere uitgebreidheid aan de spreekwoorden geef, dan die is, waarin ze in de meeste werken voorkomen, en zulks, om herhaling te vermijden. Deze 4 spreekwoorden zijn de volgende:

bl. 60. Gewoonte wordt tweede natuer.
bl. 72. God geeft de ganzen den kost wel, maer zy moeten dien plukken.
bl. 98. Hy werpt eenen spiering uit om eenen kabeljauw te vangen.
bl. 108. Zy halen de kastaniën uit het vuer met eens anders hand.

Door die meerdere uitbreiding, komt het 1e. spreekwoord op aanwenst (bl. 3, no. 26), het 2e. op aars (bl. 7, no. 27), het 3e. op aal (bl. 1, no. 17) en het 4e. op aap (bl. 3, no. 37). In de aanteekeningen, voor de aangehaalde woorden, gelieve men achteraan te voegen:

Bogaert,
en daarnevens, voor elk der genoemde spreekwoorden, de bladzijde.

In het 2e. Dl. van tuinmans Nederd. Spreekw., op bl. 42, komt het spreekwoord voor:
Men neemt het mede onder de dekens,
dat, om gelijke reden, bij avond behoort. Men voege daarom, op bl. 23 no. 6, in de aanteekening, bij:

Tuinman II. bl. 42.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken