Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Spreekwoordenboek der Nederlandsche taal (1990)

Informatie terzijde

Titelpagina van Spreekwoordenboek der Nederlandsche taal
Afbeelding van Spreekwoordenboek der Nederlandsche taalToon afbeelding van titelpagina van Spreekwoordenboek der Nederlandsche taal

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

Scans (169.64 MB)

XML (14.98 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon
taalkunde/algemeen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Spreekwoordenboek der Nederlandsche taal

(1990)–P.J. Harrebomée–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina XVII]
[p. XVII]

L.S.

Op bl. ii van de Lijst van Werken over Nederl. Spreekw. sprak ik van onze oude Kluchtspelen. Ik verheug mij, dat deze gedachte veler belangstelling heeft uitgelokt. Voor eenigen tijd schreef mij een onzer geleerden: ‘Het is van belang, dat alle oude kluchten- en liederen-boeken doorzocht worden. De verzameling van Tooneelstukken bij de Maatschappij der Nederl. Letterkunde te Leijden geeft hiertoe eene ruime gelegenheid. Woonde ik te L., dan deed ik zulks. Eenige jaren geleden las ik de kluchten van van paffenrode, en verwonderde mij over de menigte Spreekwoorden en Spreekwijzen. Ik heb die genoteerd.’ Met de meeste belangstelling zie ik naar deze notitie uit, waartoe ik mij blijf aanbevelen. Van meer dan ééne bevoegde hand ontving ik reeds verscheidene lijstjes met spreekwoorden, uit bovengenoemde verzameling van Tooneelstukken getrokken. Deze zaak blijve voorts elken belangstellenden beminnaar onzer spreekwoorden-literatuur aanbevolen. Zou het niet der moeite waard zijn, om alles bijeen te verzamelen, wat daar nog verholen ligt?

Anderen zonden mij spreek woorden, uit andere werken getrokken. Daarvoor zij mede onze spreekwoordenschat aanbevolen. Ook de Heer xxx, die in de Navorscher eenige spreekwoorden opteekende, blijve zijne belangstelling toonen. Uit de kracht Komt de magt.

Aan de reeds gegeven spreekwoorden moeten de volgende worden toegevoegd:

 

Aangezigt. Dat is een gezigt van oude lappen. Hij trekt een scheef (of: lang) gezigtGa naar voetnoot1). Hij zet een gezigt als een nest vol uilen. Hij zet een gezigt, of hij in een' zuren appel gebeten heeft. Hij ziet zoo zuur, dat hij met zijn gezigt de melk nog zuur zal makenGa naar voetnoot2). Ik wil er geen zuur gezigt om zetten. Voor een bang gezigt heeft men het. Zij heeft een goed gezigt, om door regen en wind te loopen. Zij zet een gezigt, of ze pennemessen k..... moet.
Aas. Het vischje heeft al aan het aas gebeten; het zal weldra aan den hengel spartelen.
Afscheid. Hij heeft zelf zijn afscheid genomen. [Hij ziet van zijn voornemen af.]
Afstand. Tusschen hier en ginds is de afstand nog groot.
Arm. Hij is geleerd, tot onder zijne armpjes toe.
Asch. Het vuur smeult onder de asch.
Bakhuis. Het is een hard gelag, een kind met een steenen bakhuis te moeten kussen.
Balanceerstok. Hij struikelt over zijn' eigen' balanceerstok.
Bank. Als hij banken wil, dan is de muis in de schapperadeGa naar voetnoot1). Men moet hem op de pijnbank leggen, om het eruit te krijgen.
Bed. Welk eene eer geschiedt mijne dochter: zij gaat met den kapitein naar bed. [Men bezigt dit spreekwoord, wanneer een meisje hare eer in hare schande stelt.] Zoo als men zijn bed opmaakt, zoo slaapt men.
Bedelmonnik. Hij is er gezien als een Bedelmonnik in het vatikaan.
Bedilal. Zij is eene eeuwige bedilal.
Beleefdheid. Hij wierp hem al zijne beleefdheden naar het hoofd.
Beschadigd. Het is zoo gezond als beschadigd.
Boedel. Hij zal er zijn boêltje wel doorlappen.
Boer. Ik zie, gij houdt van daag maar kliekjes-dag, zei de boer, toen hij de vele geregten bij zijn' landheer zag opdragen.
Boosheid. Hij is gekonfijt in de boosheid. Hij werd zwanger van het booze, en baarde de misdaad.
Bord. Hij ziet er uit als de dood, gedeserteerd van 't ganzenbord.
Boter. Het is vuile boter en stinkend vet.
[pagina XVIII]
[p. XVIII]
Boterham. Hij eet eene boterham met rookvleesch. [Zoo spreekt de soldaat van een glaasje bitter.]
Boven. Boven is een magt, Die moet zijn volbragt.
Braafheid. Braafheid is meer waard dan kunde.
Brief. Anderer brieven zijn slecht te lezen.
Broeder. Het zijn de Siamesche broeders. [Dat wil zeggen: zij zijn altijd zamen. De Siamesche broeders waren aan elkander gegroeid.] Hij deelt eene krent in drieën, en geeft er zijn broêrtje een stukje van.
Broek. Gekheid is gekheid; maar vuur in je broek is geen gekheid.
Brood. Het is zijn dagelijksch brood.
Bruid. De dood en de bruid brengen alles uit: kwaad en goed. Treurige bruidsdagen maken vrolijke trouwdagen.
Buik. Veel schotels op den disch vult den buik niet.
Cement. De deugd is het cement der vriendschap.
Cirkel. Van eene regte lijn kan een cirkel komen, als men ze toebaigt.
Colonne. Mijn hart klopt, alsof ik aan het hoofd eener stormcolonne stond.
Courage. Een goede dronk geeft courage.
Courant. Het is zoo groot als eene Engelsche courant.
Daad. Beter wijvenpraat Dan wijvendaad.
Dag. Dat is gebeurd in de dagen van olim. [Dat wil zeggen: 't is lang geleden. Olim beteekent voorheen.] De juffers van den Haag Dragen haar beste kleêren alle daag. Het is goed drinken, zei de koolmees, toen zij op een' warmen dag uit de goot dronk.
Dak. De vlam slaat het dak uit.
Dertien. Men heeft er zoo geen dertien in een dozijn.
Deur. De spijkers aan de deur tellen. [Lang aan de deur staan wachten.] Duimpje tusschen de deur! [Dit is eene bekende waarheidsproef.] Het is een engel gevangen: de deur toe. [Dat zegt: laat het ons te beurt gevallen geluk toch niet ontsnappen.] Hij is van grooten hause: als de kat op de onderdeur zit, hangt de staart in 't vuur. [Men zegt dit van een' snoevenden Duitscher, die zich groot wil voordoen, ofschoon zijne geringe afkomst bekend is.]
Dijk. Dat is gelijk Aan den dijk.
Ding. Bij God zijn alle dingen mogelijk. [Men brengt dit spreekwoord bij, wanneer iemand van mogelijk te gebeuren zaken spreekt, die zeer onwaarschijnlijk zijn.]

 

De 3e. Afl., zijnde blad 13-19, bevat 2974 spreekwoorden, waaronder 440, die reeds waren opgenomen, dat is dus: 2534. Daarvan zijn er 1639 van aanwijzingen voorzien en 233 uitgelegd, terwijl er 107 in de Bijlage zullen voorkomen. Voor het Aanhangsel bevat de 4e. Afl. 58 spreekwoorden.

 

Gorinchem,

15 December 1855.

P.J. HARREBOMÉE.

voetnoot1)
Modderman bl. 61.
voetnoot2)
Servilius bl. 168. de Brune bl. 295.
voetnoot1)
Tuinman I. bl. 334.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken