Langs en over de aarde(1957)–Jaap Harten– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 20] [p. 20] O snel vuur Nu op het balcon Onder de zwarte Hemel, zonder duizelende Engel of andere Beweging; alleen met Groeiende regen, wind En schaduw, buiten de dag. Er is geen verschil, denkt Hij, alles is anders. Glas Vangt de zon onverminderd, En het kerkhof splintert Van uilen en onbezonnen Gras, het zacht Ontbladerend september-gras. In de messcherpe Spiegel ziet hij Zichzelf: Adam achtergebleven In de wildernis Van een kamer: vuil Keukengerei, schrale bloemen, Brieven van weleer en nooit. [pagina 21] [p. 21] En wat werd er van Eva? Haar ogen zien letters In een onbekende taal: lege Bladzijden van morgen En overmorgen, terwijl de trein Haar ontvoert als een zwaan door De bossen, verder, tot achter de sneeuw. Vorige Volgende