Langs en over de aarde(1957)–Jaap Harten– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 18] [p. 18] Thema en variatie ‘Het waren twee conincskinderen, Si hadden malcander so lief, Si conden bi malcander niet comen, Het water was veel te diep.’ Er is, voor onze tafels na de maaltijd (als het dorp mistig is van groeiende druppels), voor de matrozen zonder land, de badgasten bij hun radio's in winterslaap, en, natuurlijk, voor de kinderen ongeduldig in de holle boomstam luister, o luister dan: een oud verhaal over twee koningskinderen uit de middeleeuwen. Water, geruisloos of onberekenbaar, sterrenbeelden in journalen weerkaatsend, is vaak de kwade geest voor minnaars. Ook de oude heks die kustlichten in een slaap blaast van glasscherven en stof, kennen wij nog maar al te goed. Noodseinen bereiken dagelijks onze stations, verloren fluiten naderen ons tastbaar in de droom. [pagina 19] [p. 19] Toch, de koningskinderen hebben, hoewel met een polsslag van ruimtevrees, het ouderlijk huis verlaten in een uur van asregen en zwervende processies. En hoe men ook zocht, bij de hooiberg, of routes uitstippelend op de kaarten, alleen de wijze, die soms op het water schrijft, ziet in de verte van zilver hun schip, hemelhoog en verblind van meeuwen. Vorige Volgende