Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tobias (1688)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tobias
Afbeelding van TobiasToon afbeelding van titelpagina van Tobias

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.36 MB)

ebook (5.25 MB)

XML (0.18 MB)

tekstbestand






Illustrator

C.J. Visscher



Genre

poëzie

Subgenre

tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tobias

(1688)–Elizabet Hartloop–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 39]
[p. 39]

Derde Uitkomst.

Zara, Tamer.
 
Zar.
 
Ach! smertelyk geheug van al myn ongelukken,
 
Hoe lange zult gy nog myn ziele zo verdrukken,
 
En prangen 't teer gemoed: ei! laat een ogenblik
 
De banden los, dat uw gevang'ne zig verquik.
 
Dees heugelyke plaatsen aangename lommer,
 
Van 'tbladeryk Geboomt, zo zoet, om hier de kommer
 
Een weinig tyds t'ontslaan.
 
Tam.
 
Mevrouw, ei! zict eens aan
 
Natures bouwkunst, hoe aanlokkelyk zy hier staan.
 
Zag oit de Libanon zyn groene kruin verzieren
 
Met meerder Zederen lof en edele Lauwerieren.
 
Het weelderige Gras naauw voor onz' voeten duikt,
 
Of 't reist al weder op, en 't Waas blyft ongefnuikt.
 
De geurige Zipres, en hoog getopte Elzen,
 
Met uitgestrekten arm malkander als omhelzen;
 
Zo digt in een geknoopt, dat noit de middag Zon
 
Zyn stralen door de top op d'Aarde dringen kon.
 
Wie zou in zo een plaats van quelling kunnen zugten.
 
Zar.
 
Ach! Tamer, kost ik dus myn herten leed ontvlugten;
 
Geen Muur van Egtbataan besloot my, noch de band
 
Der Ouders, dat ik hier in steeds vernoegen vand.
 
Al zou een stroijen hut tot woning my verstrekken,
 
En 't Herderinne kleed dees tedere leên bedekken,
 
En dat het onderhoud myns levens, waar het Kruid
 
Dat in de Wildernis uit d'Aarde wast en spruit;
 
Nog zou dit al te maal in 't minst my niet verdrieten,
 
Als maar die nederigheid myn ziel deê vreê genieten.
 
Maar, ach! 't is vrugteloos waar dat ik henen ga,
[pagina 40]
[p. 40]
 
De droefheid, zwaar gepeis, en quelling volgt my na.
 
Tam.
 
't Is lang genoeg gezuft, waar toe 't geduurig quellen?
 
Gy doet de heldere glans uws aangezigts ontstellen;
 
Het gloeijend blos verdwijnt, uw schitterend gelonk
 
Waar door zo menig hart in minne vlam verzonk
 
Werd flaauw, en in de plaats verschynt de bleeke verwe,
 
Gy weet als 't roosje zygt, zyn kleur verliest, het sterven
 
Naby is: waarom dan de bloem uws jeugds in 't graf
 
Ontydig als gedrukt, gy zyt uw zelfs te straf.
 
Zar.
 
En gy spreekt onbedagt, heeft gantsche Palastyne,
 
Of Meden, oit gezien een rampspoed als de myne.
 
Verliest een Maagt haar Lief, een Vrouw haar egte Man,
 
Een Bruid haar Bruidegom, hoe gaat dan 't klagen an
 
Der troosteloze Weeuw, men trekt de blonde vlegten
 
En 't dunne Zy gewaad, dat om de Leden hegten
 
Werd fluks van een gescheurt: het goelyk Aangezigt
 
Werd door een wreede hand gekrabbeld, dat zy 't ligt
 
Naauw zien kan: haar geween en schreijen, deerlyk zugten,
 
Dringd door de Wolken heen, dat niemand kan ontvlugten,
 
Wyl 't onverwrikbaar staat het sterven werd de dood,
 
Die dog eens wezen moet zo zeer beschreid, hoe groot
 
Is myn ramp boven haar: want heeft een Geest vermogen
 
Myn trouw te wederstaan en moorden voor myn oogen
 
Myn waarde Bruidegoms, niet eens, maar zeven maal,
 
Met lykgeschrei vervuld de blyde bruiloftszaal,
 
En zo natuur verkragt, met gruwel zelzaamheden,
 
Die noit gehoort zyn, heeft myn droefheid dan geen reden?
 
Tam.
 
Wel reden, maar geen hulp, wat baad uw al 't verdriet,
 
Als tranen 't dempen kost of 't nimmer waar geschiet,
 
Zo gaf ik u gelyk, maar dit is niet t'herhalen:
[pagina 41]
[p. 41]
 
In 't tegendeel, het doet de schets zo zeer afmalen,
 
Dat yder 't merken kan: weest vrolyk en vergeet
 
't Verleden, uw geluk zal meer zyn als gy weet.
 
Zar.
 
Ziet gy my aan voor steen, of yzer? dat medogen
 
Kan vlugten uit myn ziel.
 
Tam.
 
Bedenkt eens: hadde' d'oogen
 
Van Dyna, Jacobs kroost, doen Zichimytze Vorst
 
De zuiverheid haars schoots door minnedrift bemorst,
 
Niet reden ook genoeg om beken vol van tranen
 
Te storten om haar eer: hoe kon die schoonheid spanen
 
Haar droefheid, doen zy zag haar Lief door Broeders hand
 
Gesneuveld: doen zyn min op 't punt stond om haar schand
 
Te dekken met een kroon, zag zy veel duizend zielen,
 
Met de verliefde Prins, om haar alleen vernielen.
 
Nog gaf de tyd haar rust: hoe gingt Prins Abzolon
 
Zyn schoone Zuster met de' minzieke Ammynon:
 
De fiere Maagt bezweek door 't onbezuisde minnen
 
Der Broederlyke brand; maar denkt eens hoe haar zinnen,
 
Most tobb'le gins en weer, doen dus haar eer verkragt,
 
En met de voet geschopt, en schandelyk veragt
 
Door de schenzieke fielt, een smaad niet om te dragen,
 
Waar door dit minnelyk beeld bleef eenzaam al haal daagen.
 
Wat is uw lot nog zagt by 't haar, gy zyt gepaard
 
Nu zeven maal, maar d'eer en maagdom zyn bewaart.
 
Zar.
 
Al heeft geen vuile boef myn kuische leên geschonden:
 
Ik was door Ouders keur in deze staat gebonden.
 
Had ik een tedere vrugt gekoesterd in myn schoot,
 
Of schoon hy eerst het ligt na 's Vaders dood genoot,
 
Dat zou mynWeduwschap veel eerder doen vergeten,
 
De dood myns Egtsnoods: men had my niet verweten,
 
En Vader zag zyn zaad vermeerd'ren door zyn Kind,
 
Daar hy hem nu ontblood van dat vernoegen vind.
[pagina 42]
[p. 42]
 
Wie zou dan d'agtste maal hem in een Egt begeven,
 
Daar 't loon der liefd' bestaat in 't droevig eind van 't leven.
 
Geen Assamood alleen, maar God die 't ook verdriet,
 
En vreugd geeft wien hy wil, maakt t'eenemaal te niet
 
Myn Egt als tot een strik, daar 't puik der Jongelingen,
 
Door liefdens drift geprangt, haar zelven als verhingen:
 
't Is God genoeg getergt, wiens wil schynt om my maagt
 
Te houden, waarom niet dan doen dat hem behaagt.
 
Tam.
 
ls 't Vader zo belieft.
 
Zar.
 
'k Moet my gehoorzaam tonen
 
Aan Ouders, maar nog meer aan God, dies is 't verschonen
 
Voor my zeer ligt te doen: ook weet ik dat de lust,
 
Van Vader, om zyn Kind te huwen, vry geblust
 
Is door zoveel onheil.
 
Tam.
 
De tyd zal ons getuigen,
 
Of niet een nieuwe min, dees mening haast zal buigen:
 
Een minnaar vreest geen slag; de Schepper van 't heel Al,
 
Heeft door zyn wys beleid, u al te veel getal
 
Van gaven meê gedeelt, om hier alleen te leven,
 
Is 't zeven maal mislukt, een agtste kan 't nog geven.
 
Zar.
 
Ei! zwyg, 't zal noit geschien, wy zyn al diep geraakt
 
In 't Bos, daar 't eenzaam is: niet dat my meer vermaakt,
 
Als 't fluitende gezang der schaduws voetsterlingen.
 
Tam.
 
Wekt dat Mevrouw niet op om eens met haar te zingen?
 
Ei! ziet eens hoe natuur het Veldtapyt hier spreid
 
En slaat uw keurig oog eens om, of het niet zeid,
 
Vertoeft hier tot uw lust: ik zal terwyl wat Bloemen
 
Gaan plukken, die men wel het puik des Velds mag noemen.
[pagina 43]
[p. 43]
 
Zar.
 
't Is wel, maar gaat dog niet te verre van myn of,
 
Ik zing terwyl wel eens, dit voorwerp geeft myn stof.
Zara nederzittende, zingt.
 
Gelukkige Herderin, die hier uw jonge Spruitjes,
 
Dryft door de Kruitjes,
 
Hoe stil en gerust
 
Bewoont gy deze Beemd in volle lust,
 
Daar nooit geen heerszugt, haat of nyd,
 
Nog afgunst, in d'onnozele boezem leit,
 
Maar die uw zinnen,
 
Geneigt te minnen,
 
In Opregtigheid.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken