Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Nieuwe winde-kelken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0,66 MB)

Scans (4,27 MB)

ebook (2,96 MB)

XML (0,24 MB)

tekstbestand






Genre
poëzie

Subgenre
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Nieuwe winde-kelken

(1864)–J.P. Hasebroek

Vorige Volgende
[p. 115]

Bij den dood van een jongen zeeman.

 
Jongeling! wat gaat u aan?
 
Wie heeft u betooverd?
 
Door wat magt heeft de oceaan
 
Heel uw hart veroverd?
 
Wat bekoort u toch in 't schip,
 
Dat uw oog blijft trekken?
 
Kan dan stranding, storm en klip
 
U geen schrik verwekken?
 
 
 
Dichters hebben ons verhaald
 
Van de nimfenscharen,
 
Die, door 't licht der maan bestraald,
 
Rijzen uit de baren,
 
En den jongling, die ze hoort,
 
Lokken meê te komen,
 
Waar 't paleis van Lurley gloort
 
In het hart der stroomen.
 
 
[p. 116]
 
Jongling! trof u zulk een stem
 
Als een stem der feeën,
 
Maar met nog meer kracht en klem,
 
Uit het hart der zeeën?
 
Trekken u de nimfen aan
 
Met haar groene haren,
 
Die u, diep uit d' oceaan,
 
Lokken naar zijn baren?
 
 
 
Jongling! vreest ge niet? - O neen!
 
In der golven groepen,
 
Die daar dansen om u heen,
 
Hoort ge een stemme roepen:
 
't Is de roepstem in het hart,
 
Die ons zegt: daarhenen!...
 
Doof voor ouderklagt en smart,
 
Gaat ge, en laat ze weenen.
 
 
 
Eensklaps - welk een stem klinkt daar
 
D' ouderen in de ooren?
 
Droomen ze, als ze slapend haar
 
Door den stormwind hooren?
 
‘Vader! moeder! zie uw zoon
 
In de zee verzinken!...’
[p. 117]
 
Morgen komt - en 't heet: ‘uw kroon
 
Moest in zee verdrinken!’
 
 
 
Konden dan de feeën hem
 
Jammerlijk verlokken?
 
Heeft hem der Sirenen stem,
 
Oudren, u onttrokken?.....
 
Neen, het was de stem van God,
 
Die hem zeewaarts voerde:
 
De eigen stem, wier heilgebod
 
't Kind reeds zacht ontroerde!
 
 
 
't Was Gods stem, die aan den knaap
 
Vroeg de rust bereidde,
 
En hem zacht, als in den slaap,
 
Naar zijn hemel leidde:
 
Feeën niet, uit 't tooverland
 
Van eens dichters sagen, -
 
Englen hebben op hun hand
 
Hem ter rust gedragen!

Vorige Volgende