Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Sneeuwklokjes (1878)

Informatie terzijde

Titelpagina van Sneeuwklokjes
Afbeelding van SneeuwklokjesToon afbeelding van titelpagina van Sneeuwklokjes

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.81 MB)

ebook (3.02 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Sneeuwklokjes

(1878)–J.P. Hasebroek–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 76]
[p. 76]

De vluchtende fee.

 
‘Waar zweeft gij henen, lieve fee,
 
Uitdeelster van geluk en vrêe,
 
En duizend andre schoone gaven?
 
Gij, wonderdoende heilgodin,
 
Och, toef en wil uw menschenmin
 
In nieuwe zegeningen staven!’
 
 
 
Zoo rees mijn beê naar hooger lucht,
 
Waarlangs ik, als met arendsvlucht,
 
Een toovernimf daarheen zag zweven,
 
Die me als een visioen verscheen,
 
En met wie duizend lieflijkheên
 
Meê de aarde stonden te begeven.
 
 
 
Maar 't antwoord klonk: ‘O laat mij gaan!
 
Mij trekt uw aarde niet meer aan,
 
Die 'k niet bezocht sinds honderd jaren.
 
Toch minde ik eens dien kleinen beemd,
 
Maar 'k voel mij nu er ganschlijk vreemd:
 
De menschen zijn niet, die ze waren!
 
 
[pagina 77]
[p. 77]
 
‘Ik kwam en bood het wenschlijkst goed:
 
De vrouwen schoonheid, knapen moed,
 
Aan de ouden wijsheid, zwakken krachten,
 
Der jonkheid liefdes zaligheên;
 
Maar niemand van die allen scheen
 
Van een dier gaven heil te wachten.
 
 
 
‘Neen, waar ik kwam, 'k vernam gestaâg
 
Van allen ééne, éénzelfde vraag:
 
‘Hebt gij ook geld?’ kwam me ieder plagen.
 
'k Vertrek dus: anders vroeg de roos
 
Licht diamanten, of verkoos
 
Het vlindertjen een gouden wagen.’
 
 
 
Maar uit de hoogte klonk een woord:
 
‘Ga daarom, lieve fee, niet voort!
 
Wij, roosjes, zijn met dauw te vrede.
 
‘En wij, zoo klonk der vlindren taal,
 
Wij dragen onze gouden praal
 
Ter vlucht op onze wiekjes mede.’
 
 
 
Dat was een woord naar 't hart der fee;
 
Zoo keerde in haar gemoed de vreê,
 
Die 't vuur des toorns er gansch kon dooven.
 
‘Gij twee zijt de een'ge wijze liên,
 
Die 'k ergens heb op aard gezien:
 
Gegroet!’ - zoo riep ze, en vloog naar boven.

(Naar G. Sand.)


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken