Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Sneeuwklokjes (1878)

Informatie terzijde

Titelpagina van Sneeuwklokjes
Afbeelding van SneeuwklokjesToon afbeelding van titelpagina van Sneeuwklokjes

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.81 MB)

ebook (3.02 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Sneeuwklokjes

(1878)–J.P. Hasebroek–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 78]
[p. 78]

De stem der roeping.

Van Stemmen spreekt ze, uit hooger oord vernomen;
De Moedermaagd heeft haar ten strijd gespoord.
Schaepman, Jeanne d'Arc.
 
Gij, arme Maagd van Orleans!
 
Wat dwaasheid gaat u aan?
 
Wilt gij de macht des Engelschmans
 
In 's Gaulers rijk verslaan?
 
Gij, Jeanne, een boerendeern, een wicht,
 
Gij, machtloos, hulploos, zwak,
 
Weêrstaan den vijand in 't gezicht,
 
Die 't zwaard uws volks verbrak?
 
Gij, kind, wilt kampen met den Reus,
 
Die elk te machtig scheen,
 
En, met uw Leliebloem tot leus,
 
Des Luipaards kracht vertreên?....
 
Om niet! om niet! om niet! om niet!
 
De kamp is te ongelijk.
 
De zege, die uw oog voorziet,
 
Behoort in 't fabelrijk!
 
 
 
Wat antwoord geeft op 't troostloos woord
 
Het kind van Domremy,
 
Waar zij haar roeping schelden hoort
 
Voor spel der fantasie?
 
Stelt zij een dam van tegenreên
 
Aan uwen woordenstroom,
 
Waarin haar krachtig: Ja! uw: Neen!
 
Zeeghaftig tegenkoom'?....
[pagina 79]
[p. 79]
 
O neen! voor al uw wederspraak
 
Heeft zij een éénig woord,
 
Tot staving van haar last en taak:
 
Mijn Stemmen heb 'k gehoord!
 
 
 
Gij, arme Dichter, die het beeld
 
Van de arme Jeanne draagt,
 
En voor 't visioen, in 't brein geteeld,
 
Van ons 't geloove vraagt!
 
Ook gij, wat dwaasheid gaat u aan?
 
In uw verbijstering,
 
Ziet gij voor uwe blikken staan
 
Een ganschen geestenkring;
 
Zij spreken woorden in een taal,
 
Die geen van ons verstaat;
 
Zij oopnen u een hemelzaal,
 
Die ons nooit opengaat;
 
Zij deelen u geheimen meê,
 
Die nooit ons oor verneemt;
 
Vertolken u 't gegolf der zee,
 
De stem van bosch en beemd;
 
Verklaren, wat de vogel zingt,
 
En wat de dauwdrop ruischt,
 
Wat lied in 't zuidenwindje klinkt,
 
Wat zang de woudstroom bruist....
 
O zevendubble onzinnigheên,
 
In 't kranke brein gekweekt!
 
't Loopt in uw hersens wis dooreen;
 
Een geest der leug'nen spreekt.
 
Zoek een geneesheer voor uw kwaal;
 
Maar voor het minste kwel
 
Uw beetren met geen dwaas verhaal
 
Van zulk een droomenspel!
[pagina 80]
[p. 80]
 
Welaan gij, Dichter! waar men dus
 
U ‘Meester-Droomer’ scheldt,
 
Uw Zangsters hemelzoeten kus
 
Voor waan en leugen telt;
 
Waar men de beelden, die ge maalt,
 
Met schimmen stelt gelijk;
 
De sproken, die uw lied verhaalt,
 
Verbant naar 't spokenrijk;
 
Waar men uw sferen-luchtmuziek,
 
Gespeeld door de englensnaar
 
Van geesten, drijvende op hun wiek,
 
Verklaart voor valsch misbaar;
 
Waar men de wereld, die u daagt,
 
Met Edens schoon bekleed,
 
Waarheen de dichtervlucht u draagt,
 
‘Luchtspiegelingen’ heet;
 
Wat is het antwoord, dat ge geeft
 
Aan wie aldus u hoont?....
 
Geen antwoord, dat dien schimp weêrstreeft,
 
Die u met doornen kroont!
 
Gij mede, - o met wat zaalgen lach,
 
Dien geen bespotting stoort! -
 
Spreekt met ervarings vast gezag:
 
Mijn Stemmen heb 'k gehoord!
 
 
 
Ja, Jeanne d'Arc! ja, Dichter! gij,
 
Gij deelt het eigen lot;
 
Der visioenen geestenrij,
 
Die u verscheen, wekt spot.
 
Men lacht de Maagd, den Zanger uit:
 
De Dwazen, die ze zijn!
 
Weg met haar vaan! Weg met zijn luit!
 
't Is alles waan en schijn.
[pagina 81]
[p. 81]
 
Maar waar gij die miskenning deelt,
 
Gij deelt ook 't eigen heil;
 
Een hooger wellust, die u streelt,
 
Een weelde boven peil.
 
Gij hebt uw Stemmen toch gehoord,
 
En, in die Stemmen God,
 
Die u beriep door 't dichterwoord
 
Tot 's Zieners taak en lot.
 
Nog meer. Hij wapende u de hand
 
Als met een cherubszwaard,
 
Waar ge alle vijanden meê bant
 
Uit uw gewijden gaard.
 
Gij, Jeanne, drijft den woesten Brit
 
Het rijk der lelies uit;
 
Met uwen boog beschiet ge uw wit,
 
En kroont den Koningsspruit.
 
Gij, Dichter, kampt den reuzenstrijd
 
Voor 't godlijk Ideaal,
 
En in de zielen, hem gewijd,
 
Behaalt ge uw zegepraal.
 
Wel kost het kamp, wel kost het bloed;
 
Misschien - het kan zoo zijn -
 
Aan 't einde u, Jeanne, eens houtmijts gloed!
 
U, Dante, eens Ballings pijn!
 
Maar laat dat wezen! Uit dat vuur,
 
Als 't fabeldier uit de asch,
 
Verrijst op nieuw, ter goeder uur,
 
De feniks, die eens was.
 
Die vogel, met uw buit als roof,
 
Vliegt door alle eeuwen voort,
 
En de aarde zegent uw geloof:
 
Mijn Stemmen heb 'k gehoord!

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken