Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Waarheid en droomen (onder pseudoniem Jonathan) (1896)

Informatie terzijde

Titelpagina van Waarheid en droomen (onder pseudoniem Jonathan)
Afbeelding van Waarheid en droomen (onder pseudoniem Jonathan)Toon afbeelding van titelpagina van Waarheid en droomen (onder pseudoniem Jonathan)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.38 MB)

Scans (5.06 MB)

ebook (3.71 MB)

XML (0.77 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Waarheid en droomen (onder pseudoniem Jonathan)

(1896)–J.P. Hasebroek–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 316]
[p. 316]

IV. Het Melkmeisje.

Meestal, wanneer gij des morgens vóór dag en voor dauw de stad verlaat en naar buiten gaat, zult gij op uwen weg iemand ontmoeten, die u met een vriendelijk stemmetje: Goeden morgen! wenscht.

Die iemand is een meisje, en dat meisje is een melkmeisje.

Onwillekeurig blijft uw oog op het lieve kind rusten. Ja, zoo gij niet al te grootsch of al te stijf zijt, knoopt gij een praatje met haar aan, tot aan het hek van de wei, waar zij wezen moet.

Gedurende dien tijd hebt ge overvloedige gelegenheid haar op te nemen.

Wat ziet zij er frisch uit, niet waar? Als melk en bloed, een rechte Galathea, zooals de Ouden haars gelijken schilderachtig noemden. Dat komt omdat de tocht, dien zij doet, haar zoo ongewoon niet is als u. Zoo vroeg als gij nu, is zij elken morgen op de been en in de lucht, en dankt aan de rozen van den dageraad het blosje, dat op hare wangen bloeit. Het is waar, Aurora heeft wel eens op fijner paneel geschilderd: haar huid is zoo eêl niet als die van uw lelies uit de stad; maar het zou haar ook niet lijken, zulk een wassen pop te wezen. Eilieve, til eens even aan haar juk! wat dunkt u? Tien tegen één, dat gij 't haar zoo vlug niet

[pagina 317]
[p. 317]

nadraagt. Het zou haar dus slecht te pas komen, zoo zij niet wat grover en sterker dan uw steedsch kraakporselein ware. Zoo moet gij er u ook niet ergeren, al zijn haar handen wat ruw of rood van kleur. Kijk liever eens naar de koperen emmers. Of ze blinken, nietwaar? Welnu; dat hebben die handen zoo blank geschuurd. Erger u dan nog, dat ze niet witter zien! Maar wat bij het melkmeisje zoo blank is als bij de blankste van haar geslacht, het is het gemoed, dat in dat grove omkleedsel schuilt. Dat is zoo blank als dé zuivel, waarnaar zij heet. Zie haar aan! onschuld en reinheid blikken uit de heldere duivenoogen. Schoon verre van de idealische herderin van Theocritus of Geszner te zijn, heeft zij echter op het land en onder hare kudden iets van den eenvoud en de onnoozelheid der gouden herderseeuw behouden.

Zonder begrip of vermoeden te hebben van hetgeen wij over haar spreken, is de deern intusschen aan de bestemde weide gekomen. Dat hebt gij reeds kunnen merken aan het het geblaat van haar koetjes, die haar met vollen uier staan te verbeiden, om, hoe eer hoe beter, van haar last bevrijd te worden. Zij komen haar te gemoet en vrijen om de eerste te zijn. Maar neen! zij heeft haar lieveling - ja waarlijk, Mejuffrouw! - zij heeft haar lieveling onder die groote, leelijke beesten; haar uitverkorene, haar zwart- of wit-bont, haar Brunon of Nera; deze komt dus eerst aan de beurt, en krijgt misschien nog eene kleine versnapering, een lekker stukje lijnkoek of een nap vol warme melk toe.

Doch wij hebben geen tijd om te blijven staan totdat zij geheel afgemelkt heeft.

Maar let op! terwijl gij eenige uren later door de stad gaat, daar ziet gij haar op eens weêr. Zij is nu bezig de melk rond te brengen die gij haar in den vroegen morgen hebt zien inzamelen. Met denzelfden vluggen, luchtigen tred stapt zij door de drukke straten. Gij kunt aan haar houding niet eens merken, of haar emmers vol of ledig zijn. Zelfs heeft zij een bijzonderen slag om met haar breed juk door de menigte te glippen, zonder met de slingerende emmers iemand te raken.

[pagina 318]
[p. 318]

Zoo stapt zij de eene stoep af, de andere op. Het ongelukkigste voor haar is, dat zij onder het harde verband ligt om overal aan de huizen twee, drie en viermaal te schellen, dat is met andere woorden aan de meiden te zeggen: ‘het is de melkmeid maar! gij kunt dus twee, drie of viermaal zoolang wachten als anders! dat is dus: zeer lang.’ Maar dat oponthoud schijnt haar zoo boos niet te maken als het u en mij zou doen. Want, zie! als de meid eindelijk kom t, heeft zij een lachje voor haar gereed, waarmede zij bij 't overnemen van de kan vraagt:

‘Hoeveel, vrijster?’

Daarop duikelt haar nap eenige malen in het blanke nat, waartegen de roode hand helder afsteekt, waarmede zij vervolgens de kan, netjes afgewischt, met een handigen zwaai weêr overgeeft.

Na die beweging raakt die hand van zelf in de zijde, en nu? Ja, nu moet er een oogenblikje - een kort oogenblikje maar - voor een praatje af.

Het zou onbescheiden zijn, dat praatje te beluisteren. Maar dit verzeker ik u, dat ik voor u en mij wilde, dat er nooit onstichtelijker praatjes aan onze deuren gehouden werden.

Een, twee, drie! met gelijkmatige tempo's, even als een soldaat zijn geweer, heeft intusschen het melkmeisje haar emmer dicht geslagen, het hengsel aangehaakt, en haar juk weder opgepakt, en vervolgt met een vroolijk gezicht en een luchtigen tred haren weg. Dat gezicht behoudt zij onder alle weer en wind. De zon, al schijnt ze wat fel, hindert haar niet: de koude, al blaast ze wat scherp, is niet in staat het lachje om haar mond te bevriezen: de regen - maar foei! zij zeggen, dat ze juist daarvan het meest houden zou, en er met opzet het deksel van haar emmers voor openzetten! Doch dat wil ik niet gelooven. Zoo gaat dan het lieve kind onder zooveel woelens en zorgens onbezorgd en onbekommerd daar heen. Ja, haar rust zou geheel ongestoord blijven, zonder den overlast van jonge honden die van haar melk snoepen, van de jonge knapen die de vingers

[pagina 319]
[p. 319]

in haar emmer steken, en de jonge heeren die haar in 't voorbijgaan onder de kin strijken.

Meen evenwel niet, dat haar leven, hoe rustig ook, altijd even eentonig is. Dat kunt gij nu en dan op den Zondag eens anders zien. Dan ziet gij haar weder in de stad, maar nu zoo mooi, zoo mooi en zwierig gekleed, dat gij haar bijkans niet herkennen zoudt. Onder het eigenaardige boer-innenhoedje blinkt het gouden ijzer om de glimmende wangen: het roode jak valt laag over een blauw damasten rok, van voren bedekt door een zwartzijden boezelaar: de voet, met sneeuwwitte kousjes bekleed, steekt in fluweelen schoenen. Om den hals spant een snoer van monsterachtige bloedkoralen, waarmede de groote boot in den gouden vingerring spreekt. Maar het mooiste van alles heeft zij aan haar zijde - in een vrijer, een helderen, frisschen boerenknaap, insgelijks op zijn Zondags opgedirkt, met kort lakensch wambuis, fluweelen broek en groote zilveren schoengespen. Deze is de Thirsis, die het hart van deze Galathea heeft weten te vermurwen. Met paschen zal het tot een huwelijk komen. Dan koopt Teunis een knappe boerderij: Maartje, nu vrouw geworden, verlaat het juk voor de karn, en houdt op haar beurt melkmeisjes.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken