Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het dorp der goudmakers (1845)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het dorp der goudmakers
Afbeelding van Het dorp der goudmakersToon afbeelding van titelpagina van Het dorp der goudmakers

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.60 MB)

ebook (7.31 MB)

XML (0.26 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het dorp der goudmakers

(1845)–André van Hasselt–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 52]
[p. 52]

Zevende hoofdstuk.
Hoe Pieter school houdt.

- Elisabeth! Elisabeth! ontmoedig my toch niet zoo zeer met uwe ontevredenheid en met dat neêrslagtig aengezigt, zegde Pieter aen de bedroefde dochter van den molenaer. Zie, de ouden zyn bedorven en ongemakkelyk kunnen zy verbeterd worden. Misschien zal het my gelukken, door eene goede opvoeding der kinderen, ons arm dorp weder in eer en aenzien te brengen. Geenen anderen weg staet ons open. Een dorpsschoolmeester is zekerlyk een geringe en weinig aengeziene man; maer hoe diep heeft zich toch onze Heer en Zaligmaker vernederd, om de menschen te verbeteren, te onderwyzen en tot den hemel te winnen! Hadden wy maer altyd wyze en verstandige overheden, die minder hun eigen welzyn dan

[pagina 53]
[p. 53]

het welzyn des volks ter harte namen, voor hetwelk zy eigenlyk werken moeten, dan zouden zy meer zorg en achting voor de dorpsschoolmeesters dan voor de leeraers van de hooge scholen hebben. Maer alzoo is het in deze verkeerde wereld niet. Alles ziet en trekt naer boven, en verzuimt wat onder is. Daerom wordt het van boven meest te zwaer, en van onder te zwak, zoodat vele troonen op zwakke voeten staen.



illustratie

- Och! Pieter, Pieter, gy weet niet hoe slecht gy

[pagina 54]
[p. 54]

gedaen hebt, riep Elisabeth uit, zonder nogtans er by te voegen waerin hy slecht gedaen had.

Ondertusschen begon Pieter zyne school, zoodra de winter aengekomen was. Den eersten dag stelde hy zich voor de deur van het schoolhuis en ontving aldaer de kinderen. Hadden zy beslykte schoenen, dan moesten zy dezelve eerst met stroo afvegen en de zolen afkrabben aen het yzer dat naest de huisdeur vastgemaekt was, opdat zy den zuiveren vloer niet vuil zouden maken. Daerna zegde hy aen ieder van hen vriendelyk den goeden dag om hen te verwelkomen. Maer hadden zy onreine handen, dan moesten zy zich, eer dat zy inkwamen, aen de bron zuiver gaen wasschen. Waren hunne hairen niet zuiver gekemd, dan zond hy hen naer huis om zich eerst te laten kemmen. Maer aen hen, die reinig en wel gekemd naer de school kwamen, drukte hy vriendelyk de hand.

De jongens en de meiskens verwonderden zich zeer. Eenigen schaemden zich, anderen lachten, en anderen weenden. Zoo iets was hun nog niet overkomen.

Den tweeden en den derden dag stond Pieter weder voor de schooldeur, en daerna nog menigen dag, tot dat allen zuiver ter schole kwamen, zoo als hy het bevolen had. Naderhand ontving hy hen in de schoolkamer.

[pagina 55]
[p. 55]
Wie dan met ongekemd hair, met ongewasschene handen

illustratie

en aengezigt, of met beslykte schoenen kwam, werd op eene bank aen aller oogen ten toon gesteld, en, na eene uer lang aldaer gestaen te hebben, naer huis gezonden, om zich te laten reinigen.

Vele lieden uit het dorp waren daerover verstoord; maer zy hadden in de school niets te bevelen, en zy moesten de zaken laten gaen zoo als het Pieter wilde. Op die wyze kwam het zoo ver, dat, in weinige weken, al de schoolkinders, groot en klein, arm en ryk, uiterst zuiver

[pagina 56]
[p. 56]

op hun lyf waren, ten minste zoo lang als zy zich by den schoolmeester bevonden.



illustratie

Maer Pieter liet het daerby niet staen. Nadat hy de kinders dry maenden lang aen de orde gewoond had, gaf hy ook op de reinheid der kleederen acht. Morsigheid, stof en slyk durfden er niet op gezien worden, ofschoon ook de kleederen oud en versleten waren. Dit laetste vergaf hy, want het was de schuld der kinderen niet. Zy, die zich de gansche week het zuiverste getoond hadden, zoo wel in de school, als buiten de school, in het dorp, op de straten, in de kerk, op het

[pagina 57]
[p. 57]

veld, waren zyne lievelingen. Aen die gaf hy de eerste week een heiligenbeeldje, of een stukje zeiden band, of een blad fyn briefpapier; de volgende week gaf hy hun weder een bewysteeken van zyne vriendschap; en eindelyk verkregen zy het regt des zondags met hem te gaen wandelen, of, in geval het weder te slecht was, by hem in zyn huis te komen en zyn groot beeldenboek te doorbladeren, waeruit hy menig schoone geschiedenis wist te vertellen.

Pieter was een man die ook by volwassene lieden in aenzien wist te komen, die in der daed nooit zwoer of vloekte, maer die niemand vreesde. Geen wonder, dat alle kinders hoogachting voor hem gevoelden en hem eindelyk byna meer lief hadden dan hunne eigene ouders. Daer had men moeten zien met welken eerbied zy hem allen aenspraken, hoe vriendelyk zy op hem aengingen, als hy hen bejegende, hoe zy hem zyne wenschen in de oogen zoekten te lezen, en hoe hy hen door eenen enkelen wenk gewillig gehoorzamen deed.

Dit konden de boeren van Goudendal niet begrypen, des te meer, daer deze schoolmeester noch van eenen hazelstok noch van eene berkenroede gebruik maekte. Menige lieden werden angstig en vertelden zich de historie van eenen rattenvanger te Hameln, in Duitschland, die ook de kinders tot zich had weten te lokken, en

[pagina 58]
[p. 58]

dezelve eindelyk allen in het hol van eenen berg gevoerd had, waer zy met hem verdwenen waren. Eenige oude boerenvrouwen zegden openlyk dat Pieter niet regt in zyne schoenen ging, en rieden den menschen hunne kinders niet meer by den schoolmeester te laten gaen. Doch zoo ver kwam het niet.

Maer Pieter zegde:

- De zuiverheid van het herte is de gezondheid der ziel. De zuiverheid van het lyf is de gezondheid van het ligchaem. De dieren mogen zich in het slyk wentelen, maer de mensch, als het evenbeeld van God, moet zich rein tot den reinen hemel wenden. Zoodanig moet het begin van alle kinderopvoeding wezen, dat de kleine kinders weten dat zy menschen en veel beter dan de dieren zyn. Dan kan men alles uit hen maken; uit de dieren is niets te maken.

Pieter zegde verder:

- Een schoolmeester, die niet eenmael weet de zachte kinderherten door ernst en liefde zoodanig te leiden, dat zy hem met goeden wil volgen, verstaet zyn beroep slecht. En men deed zeer wel indien men op den rug van den schoolmeester den stok aen stukken sloeg, waermede hy de kinders tuchtigt, even alsof hy apen, honden en andere dieren te kastyden hadde, die geen verstand en geen menschelyk hert hebben.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken